unit 1 lesson 2 ne en Flashcards
1
Q
actief worden
A
step up
2
Q
bescheidenheid
A
modesty
3
Q
besluiten
A
determine
4
Q
betrokken
A
involved
5
Q
bevooroordeeld
A
prejudiced
6
Q
bewondering
A
admiration
7
Q
bijnaam
A
nickname
8
Q
binnenlands, nationaal
A
domestic
9
Q
broer of zus
A
siblings
10
Q
competitie, divisie
A
league
11
Q
de wereld ligt aan je voeten
A
the world’s your oyster
12
Q
enorm
A
vast
13
Q
geestelijk
A
mentally
14
Q
gelegenheid
A
opportunity
15
Q
genezen
A
heal