Uitscheiding van faeces Flashcards

1
Q

Vpk observaties

A
  1. consistentie en vorm (afh van voeding en snelheid farmpassage).
  2. hoeveelheid (150 - 300 g afh voeding en samenstelling)
  3. frequentie (van 2x tot 1x om de 2 à 3 dagen)
  4. kleur (lichtbruin tot donkerbruin)
  5. Geur
  6. Abnormale bestanddelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Consistentie en vorm - Normaal en Afwijkingen:

A

Normaal: halfvast, worstvorming
Afwijkingen: diarree en obstipatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kleur faeces - Normaal en Afwijkingen:

A

Normaal: lichtbruin tot donkerbruin oiv stervobiline uit biruline (gal).
Afwijkingen:
- grijs/wit: tekort aan stercobiline
- gele/groen: infecties darmen, aandoening lever en galwegen
- vers rood/bloed: bloeding in rectum
- zwart: bloeding nl melaena
-> grote bloedingen bovenste gedeelte maagdarmkanaal.
-> bloed langere tijd in maag door zoutzuur -> zwart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geur

A

Typische geur door afbraakproducten van eiwitten.

Bij vermeerderde gisting en rotting in dikke darm: scherpe en doordringende geur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Melena -> geur

A

geur van oude bloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Meconium

A

1st stoelgang van zuigeling -> zurige reuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Abnormale bestanddelen

A
  • onverteerde voedselresten
  • slijm tgv overmatige afscheiding door ontstoken darmslijmvliezen
  • bloed
  • pus door darmontstoken or doorbraak abces
  • ingeslikte voorwerpen
  • parasiten, spoelwormen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Faeces kunnen onderzocht worden op:

A
  • fysische afwijken
  • chemische afwijken
  • BA
  • parasieten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diarree - wat en symptomen

A
  • dunne en waterige ontlasting
  • snelle passage, versnelde peristaltiek in maag-darmkanaal
  • onvoldoende vocht geabsorveerd
  • kramp en buikpijn
  • moeheid
  • dehydratatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Obstipatie - wat en symptomen

A
  • vaste en droge ontlasting
  • trage passage
  • pijn om te defaeceren
  • flatulentie
  • weinig eetlust, misselijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verschil in consistentie tussen diarree en obstipatie is afh van…

A

de tijd die de voedselresten in de dikke darm doorbrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Diarree - 3 oorzaken

A
  • aangst en spanning
  • allergien
  • medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Obstipatie - oorzaken

A
  • negeren ontlastingprikkel
  • te weinig beweging
  • slechte voedselgewoonten (te weinig vezels)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Diarree - vpk actions

A
  • oozaak zoeken -> wegnemen
  • staal van feces afnemen
  • feces observeren
  • vezelarme voeding aanbieden
  • extra vocht
  • T meten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Obstipatie - vpk actions

A
  • oozaak zoeken
  • feces observeren
  • zv stimuleren om te bewegen
  • vezelrijke voeding aanbieden
  • gezond eten - uitleg belang
  • voldoende vocht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Obstipatie - preventie

A
  • ingaan op defecatieprikkel
  • vezelrijke voeding
  • privacy respecteren
  • feces observeren
  • info geven: belang van beweging, gezond voeding, vocht opname
17
Q

Faecale incontinentie - wat

A

niet meer continent zijn voor feces

door verstoorde werking tussen zenuwstelsel en sluitspieren

18
Q

Faecale incontinentie - oorzaken

A
  • geestelijk / lichamelijk zwakte
  • stornissen in het zenuwstelsel
  • rectum prolaps
  • abnormale sfincterfunctie
19
Q

Faecale incontinentie - vpk acties

A
  • oorzaak zoeken door anamnese
  • feces obs
  • goede hyg
  • gebuir ICM
  • begeleiding zv, discrete houding
20
Q

Vpk zorg thv spijsverteringsstelsel - welke teknieken

A
  1. plaatsen rectale canule
  2. inbrengen zetpil
  3. Manueel verwijderen van feces
  4. toedienen lavement (kand en klaar; hoog oplopend)
21
Q

Houding van pt bij lavement

A

Sims houding

  • > linkerzijde met opgetrokken knie (sigmoid en dalend colon lager dan rectum) - rectale canule en gebruiksklaar lavement
  • > rechterzijde: verwijderen van faecalomen, toedienen van hooglopend lavement met irrigator (want lavement moet ook colon ascendends bereiken)
22
Q

platsen van rectare canule

A

verwijderen van darmgassen (flatus) bij flatulentie.

Linkerzijde

23
Q

flatulentie

A

gasophouding in darmen

24
Q

Inbrengen van zetpil = suppo - indicaties:

A
  1. laxerende werking: om stoelgang op te wekken
  2. geneeskrachtige werking: direct opname in bloedbaan langs slijmvlies darm.
    (zijlig)
25
Q

Zetpil - wat

A

kegelvorming lichaam op basis van vetstoffen al of niet met medicatie

26
Q

zetpil - na en voordeel

A

nadeel: ontlasting kan volgen -> med verloren
voordeel: werkt snel, niet oraal dus maagsparend

27
Q

Manueel verwijderen van feces - indicaties:

A
  • vaak regelmatig te herhalen
  • moet regelmatig bij pt zonder normale defaecatiereflex (vb verlamming)
  • obstipatie
    (rechterzijde - sigmoid ligt hoger)
28
Q

Toedienen van lavement of clysma - wat

A

inbrengen van hv vloeistof via de anus in rectum dmv sonde of canule op doktersvoorschrift.

29
Q

Toedienen van lavement of clysma - soorten

A
  • bereidsgewijze (kand en klaar; zelf klaarmaken)
  • functie (ontlasting, geneeskrachtig)
  • prikkelingsgraad
30
Q

kant en klaar lavement - wat, na en voordeel

A

hv vooraf bereid product verpakt in wegwerp plastiek tube voorzien van canule.
1 voordeel: minder aangst voor pt
2 nadeel: irritatie huid, gewenning
(linkerzijde - faecalomen in rectum, sigmoid, colon descends)

31
Q

Zelf klaarmaken / groot lavement met irrigator

A

toediening met leiding met driewegen waarop rectale canule. zout, zeep, glycerine…
(rechterzijde indien hooglopend - colon asc en transv)

32
Q

Prikkelingsgraad wordt bepaald door:

A
  1. samenstelling oplossing
  2. Hv
  3. T (lichaam en oplossing)
  4. inloopsnelheid (hoe hoger hoe druk)
33
Q

Complicaties bij lavement /clysma

A
  • kolieken of darm krampen
  • syncope
  • beschading darmwand
  • enteritis en diarree
  • bloeding
  • atonie van darmen (darmen trekken niet meer samen door vaak laxeren - luie darm)
34
Q

Praktische problemen

A
  • vloeistof loopt niet
  • ” loopt terug naar irrigator
  • Pt heeft krampen
  • pt kan niet ophouden