Stoma Flashcards
1
Q
Stoma
A
uitmonding van orgaan op de huid
2
Q
Anus praenaturalis
A
kunstmatig aangelegde anus
3
Q
Intestinaal stoma
A
=anus praeter
kunstmatig opening in buikwand waarlangs faeces naar buiten worden gebracht.
- colostomie
- ileostomie
4
Q
Colostomie
A
stoma op colon hoe dichter bij de maag: - hoe vloeibaar de feces - hoe groter gevaar voor huidirritatie - hoe groter het verlies van voedingsstoffen - hoe groter het volume = geen resorptiefunctie
5
Q
Ileostomie
A
stoma op ileum Hoe dichter bij de anus: - hoe meer ingedikte de feces - hoe meer absortie van water en stoffen - hoe kleiner het V
6
Q
Invloed van het stoma op fysiologie van darm
A
- > verlies van sfincterfunctie
- verlies van continentie
- ongecontroleerd ontspannen van gassen
- > verlies van reservoirfunctie
- hoe dichter van dikke darm: minder vermogen om feces op te stapelen
- > verlies van resorptie
- hoe dichter van ileum hoe vloeibaar de feces.
- Verlies van elektrolyten en proteinen
- waterverlies