U3 Vertalingen - EN - NL Flashcards
1
Q
to conform to a definition
A
Aan een definitie voldoen
2
Q
An accountant
A
Een boekhouder
3
Q
A Banker
A
Een bankier
4
Q
To finance
A
Financieren
5
Q
A financing
A
Een financiering
6
Q
A payment/A pay
A
Een betaling
7
Q
A prohibition
A
een verbod
8
Q
To save
A
sparen
9
Q
A saving/The savings
A
een besparing
10
Q
A top-up
A
een aanvulling
11
Q
To (make/carry out) a transaction, transact
A
een transactie uitvoeren
12
Q
Inherited
A
geërfd
13
Q
Carry on
A
doorgaan
14
Q
Cut down (on)
A
minderen (op), inboeten (op)
15
Q
Look into
A
inkijken