Type media Flashcards

1
Q

Welke zeven type media zijn er?

A
  1. Televisie
  2. Radio
  3. Online marketing
  4. Direct mail
  5. Kranten
  6. Tijdschriften
  7. Buiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de krachten van media type ‘televisie’ ?

A
  • Goede massamarktdekking
  • Lage kosten per exposure
  • Combinatie van gezicht, geluid en beweging
  • Aanspreken van alle zintuigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de krachten van media type ‘radio’ ?

A
  • Goede plaatselijke erkenning
  • Hoge geografische en demografische selectiviteit
  • Lage kosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de krachten van media type ‘online marketing’ ?

A
  • Hoge selectiviteit
  • Lage kosten
  • Directheid
  • Interactiviteit mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de krachten van media type ‘direct mail’ ?

A
  • Hoge selectiviteit publiek
  • Flexibiliteit
  • Geen concurrentie in hetzelfde medium
  • Individualisering mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de krachten van media type ‘kranten’ ?

A
  • Flexibiliteit
  • Tijdloosheid
  • Goede plaatselijke marktdekking
  • Ruime aanvaardbaarheid
  • Grote geloofwaardigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de krachten van media type ‘tijdschriften’ ?

A
  • Hoge geografische en demografische selectiviteit
  • Geloofwaardigheid en prestige
  • Reproductie van hoge kwaliteit
  • Lange duur en groot doorgeefpubliek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de krachten van media type ‘buiten’ ?

A
  • Flexibiliteit
  • Hoge herhaal- exposure
  • Lage kosten
  • Weinig boodschap concurrentie
  • Goede selectiviteit plaatsing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de beperkingen van media type ‘televisie’ ?

A
  • Hoge absolute kosten
  • Veel andere reclame
  • Vluchtige exposure
  • Lage selectiviteit publiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de beperkingen van media type ‘radio’ ?

A
  • Alleen gehoor
  • Vluchtige exposure
  • Weinig aandacht (het half gehoorde medium)
  • Gefragmenteerd publiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de beperkingen van media type ‘online marketing’ ?

A
  • Soms klein publiek
  • Effect niet altijd goed in te schatten
  • Publiek beheerst exposure
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de beperkingen van media type ‘direct mail’ ?

A
  • Betrekkelijk hoge kosten per exposure
  • Imago van ‘junk mail’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de beperkingen van media type ‘kranten’ ?

A
  • Korte duur
  • Slechte reproductiekwaliteit
  • Klein doorgeef publiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de beperkingen van media type ‘tijdschriften’ ?

A
  • Lange omlooptijd advertentieaankoop
  • Hoge kosten
  • Geen garantie van plaatsing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de beperkingen van media type ‘buiten’ ?

A
  • Weinig selectiviteit que publiek
  • Creatieve beperkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke drie soorten verschillende media zijn er?

A
  1. Paid media
  2. Owned media
  3. Earned media
17
Q

Wat is ‘paid media’?

A

Publiciteit waarvoor je betaald

18
Q

Geef een voorbeeld van ‘paid media’

A
  • Google ads
  • Display advertising
  • Social media advertising
19
Q

Wat is ‘owned media’?

A

Publiciteit via media de je zelf bezit

20
Q

Geef een voorbeeld van ‘owned media’

A
  • Je eigen website
  • Je eigen social media kanalen
  • Je eigen nieuwsbrief
  • Je eigen blog
21
Q

Wat is ‘earned media’?

A

Publiciteit die je hebt verdient

22
Q

Geef een voorbeeld van ‘earned media’

A
  • Een interview op een blog of website
  • Een social media bericht dat viraal gaat
  • Een influencer die jou benoemt op YouTube
23
Q

In welke (afkortingen) worden kosten uitgedrukt?

A

CPM en CPC

24
Q

Waar staat ‘CPM’ voor?

A

Kosten per 1000 bereik

25
Waar staat 'CPC' voor?
Kosten per klik (online)
26
Wat kan je doen om de 'customer lifetime value' te verbeteren?
- Bouw aan lange termijn relaties - Creëer merk loyaliteit - Always upsell, deep sell en cross sell - Kies het juiste beloningssysteem en juiste incentives - Gebruik meerdere 'touchpoints' om een superieure service te bieden