tussenstop - 3 uitdaging: poëzie tijdens de grote momenten van het leven Flashcards
Vers
= Gedicht bestaat uit enkele verzen/ versregels
Niet noodzakelijk gelijk aan zin
Zinnen kunnen uit verschillende versregels bestaan
Enjambement
= zin die doorloopt over 1 of meer versregels
Strofe
= onderdeel van gedicht
Witregel na strofe
Refrein
= gedeelte in gedicht dat wordt herhaalt
Ritme of structuur aanbrengen
Beeldspraak
= iets duidelijker of emotioneler onder woorden bergen
Vergelijking en metafoor
- Vergelijking
= brengt woorden met elkaar in verband omdat er een overeenkomst is
Beschrijft gelijkenis om boodschap duidelijker te maken
Als, zoals, lijkt op, …
Bv.
Haar voeten zijn zo koud als ijs - Metafoor
= er is spraken van vergelijking
Enkel beeld wordt genoemd
Beeld blijft over
Bv.
Die tomaat loop de kamer uit
Personificatie
= een ding persoonlijke eigenschappen geven
Niet levends, krijgt menselijke eigenschappen
Bv.
De toekomst lacht je toe
Synesthesie
= twee of leer zintuigen vermengen
Bv.
Het maanlicht ritselt in een plas
Maanlicht = zien
Ritselt = horen
Metonymie
= woord wordt vervangen door een ander woord op basis van gemeenschappelijk verband.
GEEN GELIJKENIS
Bv.
Ons museum heeft drie Van Goghs
De schilderijen niet de maker van het schilderij
Geef me een glas
Geen leeg glas, maar wijn
Rijm
= klankovereenkomst tussen woorden of lettergrepen die in elkaars buurt staan
Bv.
Plicht, gezicht
Rijmschema
= je geeft aan welke regels uit het gedicht met elkaar rijmen
Gepaard rijm
A A B B
- Gekruist rijm
A B A B
Omarmend rijm
A B B A
Assonantie en alliteratie
= letterrijmen
Klinkers en medeklinker worden herhaald
- Assonantie = klinkerrijmen
Herhaling van klinkers
Ik wil haar graag vragen
Blijf jij hier bij mij - Alliteratie = medeklinkerrijmen
Herhaling van beginmedeklinkers
Velden vol met engelhaar
Zon en zee en feestgevoel
Lay-out
= gedicht is opgebouwd uit verzen en strofes
Ritme
= indruk van beweging in gesproken taal
Ritme in gedicht wordt bepaald door klemtonen+ opeenvolging van lange en korte klanken
Herhaling
= nadruk op bepaalde woorden te leggen
Woord komt meer in de aandacht van de lezer