1 taal en identiteit Flashcards
Formeel taalgebruik
Taalgebruik in een zakelijke officiële context
Jargon
Taal die gebruikt wordt binnen een vakgebied of een groep mensen, vaktaal die voor een buitenstaander vaak moeilijk te volgen is
Informeel taalgebruik
Taalgebruik in een ongedwongen context die tot de privé sfeer behoort
Tussentaal
Gaan dialect, maar ook geen standaardtaal m, ligt er tussen in
Jongerentaal
Taal die jongeren spreken, die snel veranderd
Straattaal
Variëteit die gesproken wordt in een stad of dorp
Standaardtaal
Taalvariëteit die als norm gele. Bv, in journaal gebruikt
Dialect
Mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijkse leven spreken
Taal identiteit
Kunt met taal aanduiden tot welke groep je behoort of wil identificeren
Sociolinguistics
Tak van taalwetenschap die verband tussen taal en sociale groep bestudeerd
Gezinsjargon (2)
Incidenteel (Verzoekking)
Bewuste keuze (koosnaampjes)
Gezinsjargon= taal voortdurend veranderd
Soms verandert relaties in gezin