TT 18/19 Flashcards
MRC graad
0- geen beweging
1- alleen spiercontractie
2- wel beweging, niet tegen Fz
3- wel beweging, niet tegen weerstand
4- zwakke beweging
5- normale kracht
verschil VOR en OKN
de VOR treedt op als compensatie voor beweging van het lichaam/hoofd (interne beweging), terwijl een OKN ontstaat als compensatie voor het kijken naar beweging van de buitenwereld (externe beweging).
Antipsychotica kan bijwerkingen geven
Zoals extrapiramidale stoornissen
- Parkinsonisme
- Acute dystonie
○ Asymmetrische tonische spiercontracties nek en hoofd
- Tardieve dyskinesie
○ Tong, kauw bewegingen
○ Door D2-upregulatie
Amantadine
- Bij parkinson
- Verhoogt dopa door glutamaat remming
Bij beh met clozapine –>
wekelijkse controle op Witte bloedcellen, leukocyten of granulocyten
Seizoensgebonden depressie
- Reactiviteit van de sombere stemming
- Toegenomen slaapbehoefte
- Toegenomen eetlust
- Verlammende vermoeidheid
- Gewichtstoename
basis behandeling depressie
SSRI/TCA
CGT
switch stap 1
lithiumadditie
MAO-remmer
ECT
soorten bipolaire stoornissen
persisterende depressieve stoornis vs depressieve stoornis
bijwerkingen lithium
dorst
fijne tremor
misselijkheid
diarree
buikpijn
spierzwakte
oedeem
hypothy
gewichtstoename
conc en geheugen
ecg veranderingen
acne
leukocytose
polyurie
bijwerkingen SSRI
misselijkheid
diarree
libidoverlies
hoofdpijn
afname eetlust
grotere bloedingsneiging
joint attention
Het vermogen van kinderen om naar de ogen en het gezicht van iemand anders te kijken om informatie te verkrijgen over hoe die persoon zich voelt, waar die persoon naar kijkt of wat die persoon probeert te doen (1p). Het is ook het in staat zijn de blik van een iemand anders te volgen om vervolgens naar hetzelfde voorwerp te kijken (1p) en in staat zijn om de gezamenlijke aandacht vol te houden
Gedwongen opname als:
vermoeden tot psych stoornis
stoornis in denken, voelen, handelen, willen
gevaar voor pt of anderen
causaal verband stoornis en gevaar
geen bereidheid tot behandeling
gevaar niet op andere manier af te wenden
verschil tos en ass
kinderen met een taalstoornis zullen vaker gebruik maken van non-verbale communicatie;
kinderen met ASS hebben ook vaak deviant taalgebruik (echolalie, voornaamwoorden verwisselen);
kinderen met een taalstoornis vertonen symbolisch spel, spontane spraak en reactie op vragen die gesteld worden maar kinderen met ASS meestal niet;
kinderen met een taalstoornis vertonen niet de eenzijdige interesses en stereotiepe gedragingen.
Van welke stof wordt de afbraak geremd door disulfiram?
aceetaldehyde