Angst en depressie Flashcards

1
Q

Beperkte depressie

A

depressieve kenmerken, maar niet genoeg om aan depressie te voldoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dysthyme stoornis

A

fluctuerende depressieve kenmerken gedurende ten minste twee jaar, maar niet genoeg om aan depressie te voldoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Depressieve stoornis

A
  • Sombere stemming
    • Minstens 14 dagen
    • Gecombineerd met ten minste 4:
      ○ Schuldgevoelens
      ○ Slaapproblemen
      ○ Verminderde eetlust
      ○ Angst
      ○ Verminderd libido
      ○ Lichamelijke vermoeidheid
      ○ Suicidaliteit
      ○ Hypochondrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Melancholische depressie

A
  • Komt minder vaak voor
    • Anhedonie
    • Gecombineerd met minstens 3:
      ○ Somberheid
      ○ Dagschommeling
      ○ Vroeg ochtendwaken
      ○ Psychomotore remming/agitatie
      ○ Significante anorexie/gewichtsverlies
      ○ Buitensporige schuldgevoelens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Depressie met psychotische kenmerken

A
  • Komt heel weinig voor
    • Hopeloosheid en anhedonie
    • Melancholische kenmerken
    • Stemmingscongruente wanen
    • Zelden hallucinaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BEHANDELING depressie

A
  • SRRI’s / Venflaxine/tricyclische antidepressiva (TCA)
    • CGT / IPT (interpersoonlijke psychotherapie)
    • Ander antidepressivum
    • Lithium bijvoegen
    • Klassieke MAO-remmer
    • ECT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gyrus cinguli

A

○ Stuurt facialis kern aan voor veel verschillende gevoelens
○ Mimische spieren aansturen dus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

orbitale en mediale prefrontale schors functie

A

gedrag en sociale interacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hypothalamus functie

A

coordineert autonome en reflexmatige functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ventrale striatum (nucleus accumbens)

A

gevoeligheid voor beloningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

insula

A

sensibele info van reuk, smaak
betrokken bij walging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sensibele input limbische systeem

A

??

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

motorische output limbische systeem

A

??

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly