Transport Flashcards
Actief transport
Transport waarvoor energie nodig is
Ader
Bloedvat, die het bloed terugvoert naar het hart
Adrenaline
Hormoon dat door bijniermerg wordt afgescheiden. Adrenaline wordt ook door zenuwvezels van het sympatische zenuwstelsel afgescheiden
Anemie
Bloedarmoede, hemoglobine bevat te weinig ijzer
Aorta
Grootste slagader van de linkerkamer richting de organen
Artheroclerose
Een gecompliceerd en langzaam voortschrijdende ziekte waarbij vetachtige stoffen in de wand van slagaders worden afgezet
Bastvaten
Transportkanalen in de bast, vooral bedoeld om suikers te vervoeren die gevormd zijn in het blad
Bloeddruk
Druk die het bloed uitoefent op de wand van een bloedvat
Bloedplaatjes
Delen (zonder kern) van uiteingevallen cellen die een rol spelen bij de bloedstolling. Worden gemaakt in het rode beenmerg
Bloedplasma
Water met opgeloste stoffen en plasma-eiwitten
Bloedserum
Bloedplasma zonder fibrinogeen
Boezem
Afdeling van het hart, die het bloed in een hartkamer stuwt
Borstbuis
Een belangrijk verzamelkanaal van het lymfevaatstelsel. Het is het grootste lymfevat in het menselijk lichaam
Bovendruk
De bovendruk wordt gemeten als je het hart samenknijpt. Dan is de druk het hoogst
Bovenste holle ader
Een groot bloedvat dat bloed vanuit de darmen en het hoofd afvoert richting het hart
Capillaire werking
Opstijging van een vloeistof (meestal water) in nauwe kanalen door onderlinge aantrekking van moleculen. In de bodem heeft dit stijging van het grondwater als gevolg. In planten gaat het water in de houtvaten door capillaire werking omhoog
Diastole
Ontspanning van de hartspier. Er is een diastole van de boezems en een diastole van de kamers
Dubbele bloedsomloop
Per omloop stroomt het bloed tweemaal door het hart
ECG
ElectrCardioGram, de grafische weergave van de potentiaalverschillen in het hart. Een ECG geeft een beeld van de impulsvorming en geleding in de wand van het hart
Enkelvoudige bloedsomloop
Bij sommige dieren stroomt het bloed per omloop slechts eenmaal door het hart
EPO
Erytropoetine, hormoon dat de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg regelt
Erytrocyt
Rode bloedcel
Fagocytose
Insluiten van ziekteverwekkers door de witte bloedcel
Fibrine
Onoplosbaar eiwit dat vezels vormt bij de stolling van bloed. Fibrine onstaat uit fibrinogeen
Fibrinogeen
Plasma-eiwit dat een rol speelt bij bloedstolling
Fysiologische zoutoplossing
Oplossing met 0.9% NaCl, heeft zelfde osmotische waarde als bloed