Afweer Flashcards
Actieve immunisatie
Proces van immuun worden, waarbij het lichaam zelf de antistoffen maakt. Dit kan op een natuurlijke manier gebeuren door het doormaken van een ziekte of kunstmatig, door vaccineren, waarbij een verzwakte ziekteverwekker wordt toegevoegd
Antibiotica
Stof, die door groei van bacteriën remt of bacteriën doodt
Antigeen
Lichaamsvreemde stof of cel, die aanzet tot vorming van antistoffen
Antigeen-presenterende cel (APC)
Nadat een macrofaag een ziekteverwekker heeft opgenomen door fagocytose, presenteert het stukjes van de antigenen op het celmembraan. Dit is een “anitgeen presenterende cel”
Antiresus
Antistof tegen het resusantigeen/de resusfactor
Antistof
Plasma-eiwit, (immunoglobuline) die antigenen bindt
B-Lymfocyt
Type lymfocyt, die o.a. in het beenmerg geproduceerd wordt. Een B-lymfocyt produceert antistoffen
Beenmerg
Weefsel in de beenderen van gewervelden. Er bestaat rood en wit(geel) beenmerg. Uit rode onstaat o.a. rode en witte bloedcellen
Cellulaire afweer
Deel van de specifieke afweer bedoeld om ziekteverwekkers te vernietigen in besmette lichaamscellen
Cytotoxische T-cel
T-cel, type lymfocyt die besmette lichaamscellen ‘lek prikt’ en afbrekende enzymen toedient om een geinfecteerde cel te vernietigen
Fagocytose
Insluiten en verteren van ziekteverwekkers door fagocyten (macrofagen en granulocyten)
Geheugencellen
Een geheugencel is een bepaalde lymficyt, die bij herhaalde infecties hetzelfde antigeen herkent en een snelle afweerreactie mogelijk maakt
Granulocyt
Bepaald type wotte bloedcel die aan fagocytose kan doen
Hemoglobine
Kleurstof in rode bloedcellen, die zuurstof en koolstofdioxide bindt en daardoor voor transport van deze stoffen zorgt
Hemolyse
Het uiteenvallen van de rode bloedcellen (door een te lage osmotische waarde van het bloed of door het samenklonteren met antistoffen)
HLA-systeem
Human Leukocyte Antigen-systeem. Unieke eiwitten die elk mens op zijn cellen heeft