Toxicodynamiek Flashcards

1
Q

De reactie tussen een toxine met een target molecuul is niet voldoende voor een stof om giftig te zijn. Wat is de volgende stap?

A

Dysfunctioneren van het targetmolecuul en daarna opspelen van de toxiciteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tetrodotoxine is een specifieke gifstof, welk molecuul target het en wat voor toxiciteit ontstaat er?

A

Inname tetrodotoxine > target voltage-gated Na+kanalen van neuronen > blokkeert kanalen > remming motor neuron activiteit > spierverlamming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een reporter-assey en/of hoe wordt dit uitgevoerd?

A

Een reporter-assay is een manier om de interactie van een receptor met een ligand te meten. Bij deze assay maak je gebruik van een vector met daarin een promotor en een reportergen. Dit gen codeert voor een eiwit met een meetbare activiteit zoals GFP. Wanneer een te onderzoeken stof een complex vormt met de promotor wordt het gen samen met de promotor afgelezen en afgeschreven. De hoeveelheid GFP dat ontstaat is afhankelijk van de promotor en is dus een maat voor de interactie van een stof met de receptor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2,4-dinitrophenol gaat een aspecifieke interactie aan met een macromolecuul. Wat gebeurd er?

A

2,4-dinitrophenol target mitochondrium > dringt binnen > verstoort protongradiënt > dysfunctioneren mitochondrium > toxiciteit zoals hyperthermie en seizures.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is peroxidatie?

A

Vetzuren ondergaan chemische reactie bij aanwezigheid van zuurstof. Vetzuren veranderen dan hun onverzadigde bindingen in onstabiele elementen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat veroorzaakt peroxidatie van lipiden en wat doet peroxidatie nog meer?

A

Het veroorzaakt membraanschade, verandert de permeabiliteit en verstoort het Ca-transport en Na/K-transport. Ook ontstaan er vrije radicalen (LOO+ en LO+) en electrofielen die reageren met andere moleculen zoals DNA.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Taxus baccata is een toxine en een Ca-kanaal antagonist. Wat doet deze toxine?

A

Ca-kanalen geblokkeerd > Ca kan cel niet uit (of in) > ophoping intracellulair Ca > verhoogde hartslag, spierspasmen, ademhalingsproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is ROS en wanneer wordt het geproduceerd?

A

Wanneer zuurstof gemetaboliseerd wordt, ontstaat ROS. Ook peroxide is een voorbeeld van ROS. Wanneer een cel echter zich in oxidatieve stress bevind, zal het ROS-niveau drastisch stijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat maakt dat de lever zo’n goed adaptief mechanisme heeft tegen toxines?

A

De lever wordt als een van de meeste blootgesteld aan chemische stoffen. De lever heeft bijv. een groot regeneratief vermogen door bepaalde genen te activeren die celdeling promoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een bij-effect van dat adaptieve vermogen van de lever?

A

De lever kan snel ontstoken raken, omdat bij weefselschade TNFa en IL1 worden geproduceerd die op hun beurt weer ontstekingscellen activeren. Ook wordt hierbij ROS geproduceerd, wat de transcriptie-activiteit veranderd en leidt tot koorts en een verhoogd cortisol-level. Dit zorgt weer voor meer weefselschade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de grootste reden voor het stopzetten van medicijnontwikkeling en het terughalen van medicijnen op de markt (pharmaca)?

A

Lever toxiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De lever bevat leverlobules die acines bevatten. Dit is het functionele deel van de lever. De acinus kan verdeeld worden in 3 zones; benoem deze.

A

Zone 1 –> periportaal
Zone 2 –> midzonaal
Zone 3 –> centrilobulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn eigenschappen van de periportale 1e zone?

A

Deze zone is het meest gevoelig voor toxische schade, reageert aerobisch en hoog in galzouten zit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de eigenschappen van de centrilobulaire 3e zone?

A

Zone die meest gevoelig is voor ischemische schade, minst aerobisch, weinig galzouten en verantwoordelijk voor synthese van lipiden. Ook veel CYP450.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is steatosis (fatty liver)?

A

Het is een gevolg van insuline resistentie of overmatig alcoholgebruik. De lever bevat te veel lipiden en er worden te weinig lipiden gebruikt als brandstof. Ook worden er verminderd lipoproteïnen aangemaakt, deze zijn verantwoordelijk voor het lipidentransport uit de lever.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ontstaat fibrose en wat veroorzaakt het?

A

Het is een gevolg van virale hepititis, zware metalen, chronische alcohol en drugs gebruik. Hierdoor is er een afname in functionele levercellen die worden vervangen met littekenweefsel. Hierdoor neemt de levercapaciteit af.

17
Q

Wat is levercirrose?

A

Het is een vergevorderde vorm van fibrose waarbij de architectuur en vasculatuur van de lever zodanig is verstoord dat er geen detoxificatie van aminozuren en bilirubine kan plaatsvinden. Hierdoor ontstaat portale hypertensie en ongecontroleerde bloedingen door gebrek aan stollingsfactoren.

18
Q

Hoe wordt door een pesticide Parkinsons veroorzaakt?

A

Pesticide zoals rotenon remt mitochondriale enzymen door een inhibitorcomplex te vormen met de enzymen > verminderde protease functie > neuriet/neurodegeneratie en ontsteking > Parkinson

19
Q

Wat voor medicijnen zijn cardiotoxisch?

A

Chemotherapeutica zoal taxanes (paclitaxel en docetaxel) –> in combinatie met doxorubicine nog toxischer.

20
Q

Welke receptor met welk ligand wordt er bij een reporter-assay veel gebruikt?

A

De estrogeen receptor en 17-beta-estradiol

21
Q

Hoe bereken je de relatieve estrogene potentie van stof X?

A

EC50 van estrogeen / EC50 stof X

22
Q

Wat betekent het als een stof laag potent is?

A

Dat je meer van een stof nodig hebt om hetzelfde effect te bereiken.

23
Q

Welke stof is bijna net zo potent als 17-beta-estradiol? En welke stof is dat helemaal niet?

A

DES en bisfenol A.

24
Q

Wat gebeurd er wanneer calcium intracellulair langdurig verhoogd is?

A

ATPase wordt geremd, microfilamenten dysfunctioneren (cel blebbing), activatie hydrolytische enzymen, productie ROS.

25
Q

Bij kanker is er vaak een verstoring van de celcyclus. De stof paclitaxel (en afgeleide docetaxel) kan gebruikt worden als kankertherapie. Hoe?

A

Paclitaxel (hyper)stabiliseert microtubules door te binden met beta-tubulin. De gestabiliseerde microtubuli zorgt voor celcyclus arrest en apoptose.

26
Q

Een merendeel van de hepatocyten bevinden zich in de G0-fase, een kleiner deel in de G2-fase. Wat gebeurd er wanneer er sprake is van grote schade in de lever?

A

Dit is een 2-staps proces waarbij in de eerste 6 uur de G2-cellen richting de M-fase gaan. De opvolgende 48 uur worden cellen uit de G0-fase geactiveerd.

27
Q

Het ontwikkelende brein is super gevoelig voor neurotoxiciteit, maar weet zich soms alsnog goed te herstellen. Waarmee heeft dit te maken?

A

Met de hoge proliferatie, hierdoor zijn hersenen nog plastisch en is herstel mogelijk.

28
Q

Waarom is IQ-verlaging als gevolg van blootstelling aan lood op individueel niveau niet zo’n groot probleem, maar wel op populatieniveau?

A

Als je IQ als een normaal verdeeld ziet en normaliter de mean voor IQ op 100 ligt en je de grens voor ‘onderbegaafd’ op 70 houdt en hoogbegaafd op 130. En vervolgens door blootstelling aan lood de mean veranderd naar 95, zullen het aantal mensen dat als onderbegaafd wordt gezien stijgen en het aantal mensen dat als hoogbegaafd wordt gezien dalen.

29
Q

Wat is de defininitie van nogal vage?

A

Dat chemotherapie en andere medicijnen een direct effect heeft op het cardiovasculaire systeem, maar ook een indirect effect heeft op de ‘thrombogenische’ status.

30
Q

Waardoor veroorzaakt tetrachloormethaan leverschade?

A

Door lipide peroxidatie

31
Q

Wat gebeurd er tijdens de initiatiefase van lipide peroxidatie?

A

Er reageert een onverzadigd vetzuur met een radicaal, hieruit ontstaat een lipide radicaal. Dus: LH (overzadigd lipide) + R* (radicaal) -> L* (lipide radicaal).

32
Q

Wat gebeurd er tijdens de propagatiefase van lipide peroxidatie?

A

Omdat de lipide radicaal niet stabiel is, reageert het met zuurstof tot een lipide peroxyl radicaal. Dus: L* (lipide radicaal) + O2 -> LOO*.

33
Q

Wat kan er tijdens/na de propagatiefase nog gebeuren van lipide peroxidatie?

A

Het peroxyl radicaal (LOO) kan weer reageren met een onverzadigd vetzuur. Hierdoor ontstaat er weer een radicaal. Dus: LOO + LH -> LOOH + L*

34
Q

Wat gebeurd er tijdens de terminatiefase van lipide peroxidatie?

A

De gevormde radicalen (LOO* of L) reageren met elkaar. Dus LOO + L* -> LOOL
of
L* + L* -> LL

35
Q

Welke processen zijn verstoord die leiden tot celschade en -dood?

A

Verstoorde ATP-synthese, Ca2+ regulatie, eiwit synthese, microtubulaire functie en membraan functie.

36
Q

Moleculen worden alleen in de niet-gedissocieerde vorm opgenomen.
Vul in:
Een zuur wordt het best opgenomen bij een pH-waarde die kleiner OF groter is dan de pKa waarde.
Een base wordt het best opgenomen bij een pH-waarde die kleiner OF groter is dan de pKb waarde.

A

Een zuur wordt het best opgenomen bij een pH-waarde kleiner dan de pKa-waarde.
Een base wordt het best opgenomen bij een pH-waarde groter dan de pKa-waarde.

37
Q

Salicylzuur (HSZ <> H+ + SZ-) heeft een pKa-waarde van 3.0. Waar wordt het zuur dan het best opgenomen?

A

In de maag, bij een pH van 1,0-3.0. Want dan is de pH < pKa.

38
Q

Kinine (Q + H+ <> QH+) heeft teen pKa-waarde van 8.4. Waar wordt de base dan het best opgenomen?

A

In het colon, bij een pH van 7.8-8.0. Want dan is de pH > pKa.