Tour 3 - étape 1 Flashcards
de haren
les chebeux
de neus
le nez
de mond
la bouche
de ogen
les yeux/ l’oeil
de oren
les oreilles
de arm
le bras
het hand
la main
de buik
le ventre
het been
la jambe
de knie
la genou
de voet
le pied
voorhoofd
le front
kin
le menton
schouder
l’épaule
de vinger
le doigt
enkel
la cheville
teen
l’orteil
de tong
la longue
het hart
le coeur
de maag
l’estomac
de longen
les poumons
de tanden
les dents
de spieren
les muscles
de darm
les intestins
de nieren
les reins
de aders
les veines
ruggenwervel
la colonne vertébrale
de hersenen
le cerveau
de blaas
la vessie
de lever
le foie
de zenuwen
les nerfs
een ambulance
une ambulance
een noodoproep
un appel d’urgence
een hartstilstand
un arrêt cardiaque
een hartaanval
une crise cardiaque
een compressie, druk
une compression
een defibrillator
un défibrillateur
een instructie
une instruction
een (hart)massage
un massage (cardiaque)
de borst(kas)
la poitrine
de politie
la policee
een brandweerman
un pompier
een reanimatie
une réanimation
een ademhanling
une respiration
de hulpdiensten
les secours
een adem
un souffle
de spoeddiensten
les urgences
hart-
cardiaque
bewusteloos
inconscient, inconsiente
stresserend
stressant, stressante
gestrekt
tendu, tendue
leggen
coucher
overlijden
décéder
defibrilleren
défibriller
beginnen, starten
démarrer
masseren
masser
panikeren
paniquer
drukken
pousser
uitvoeren, beoefenen
pratiquer
reageren
réagir
redden
sauver
omhoog gaan, oprijzen
se soulever
strekken
tendre
goede moed
bon courage
onderweg zijn
être en route
ter hoogte van
à la hauteur de
in het midden van
au milieu de
op de grond
par terre
verzamelen
recueillir
erbovenop/op elkaar plaatsen, leggen
superposer
