Topografie Flashcards
afbakening axilla
med. = serattus anterior
ven. = pectoralis minor & major (bedekt door fascia clavipectoralis)
lat. = humerus, coracobrachialis & caput breve m. biceps
dor. = latissumus dorsi, caput longum m. triceps, teres minor & major
caud. = fascia axillaris
inhoud axilla
inhoud axilla
- ingang = costoclaviculaire poort
- plexusbrachialis & A/V subclavia
- vorming divisiones anterior & posterior - inhoud
- plexus brachialis & vertakkingen
- A/V subclavia & vertakkingen - doorgang subcoracoiale poort
- fascilicus gevorm
- ventraal: v. axillaris / fascilicus medialis & lateralis / a. axillaris / fascilicus posterior - in sulcus bicipitalis medialis
andere uitgangen
- quadrilaterium tricipitohumerale = n. axillaris & a/v. circulflaxa humeri posterior
- trigonium tricipioscapulare = a/v. subscapularis
- poort van mohrenheim = v. cephaica, a. thoracoacromialis & eindtakken m. pectoralis
openingen axilla
- trigonum deltoideopectorale van Mohrenheim
= opening fascia clavipectoralis
= voorrand clavicula, pars clavicularis m. deltoidea & pars clavicularis m. pectoralis
-> v. cephaica, a. thoracoacromialis & eindtakken m. pectoralis - quadrilaterium tricipitohumerale
= teres minor & major, caput longum & laterale
-> n. axillaris & a/v circumflexa humeri - trigonum tricipitoscapulare
= teres major & minor x caput longum
-> a/v circumflexa scapulae, a. suprascapularis & a. dorsalis scapulae
topografie bovenarm
- ventrale & dorsale loge
= afgebakent door fascia brachii, septum intermusculare mediale & laterale - sulcus bicipitalis medialis
= caput breve m. biceps, m. brachii & septum intermusculare mediale - n. medianus
- n. radialis prox
- n. ulnaris mid
- v. basilica
- a/v brachialis
- sulcus bicipitalis lateralis
= caput longum m. biceps, m. brachii & septum intermusculare laterale - fascia brachii
-> v. cephalica over sulcus b. lateralis, v. basilica (verbind met v. brachii in sulcus b. medialis)
anatomische snuifdoos
tabatière anatomique
- ventale wand = 1e tunnel: abductor pollicis longus & extensor pollicis brevis
- dorsale wand = 3e tunnel: extensor pollicis longus
te voelen: mm. extensores carpi radialis, proc. styloideus, a. radialis
tunnels onderarm
- extensor pollicis brevis & abductor pollicis longus
- extensor capri radialis longus & brevis
- extensor pollicis longus
- extensor indicis & digitorum
- extensor digiti minimi
- extensor carpi ulnaris
hand palmair
1) a. ulnaris
- door kanaal van guyon
- tussen retinaculum flexorum palmaris brevis
+ ramus palmaris superficialis a. radialis
-> arcus palmaris superficialies
= net onder fascia
-> aa. digitalis palmares communes
1) a. radialis
- door tabatière anatomique
- tussen metacarpaal 1 & 2 naar palmair
+ ramus palmaris profundus
-> arcus palmaris profundus
samen met ramus profundus n. ulnaris
–> tussen mm. lumbricales & interossei
-> aa. metacarpales palmares
aa. metacarpales palmares + digitalis palmares communis
-> aa. digitales palmares propriae
knoopsgatfenomeen
hand = palmair
–> enkel D2-5 want D1 ≠ DIP PIP, enkel IP
1) voor knoopgat = m. flexor digitorum superficialis palmair van profundus
2) knoopgat = PIP
m. flexor digitorum superficialis splits in mediale &. laterale tak
-> x mediaal & lateraal basis phalangis media
–> doorlaten profundus
3) m. flexor digitorum profundus als enige pees
x ventraal basis phalanigs distalis
hand -> voet
palmair -> plantair
m. flexor digitorum superficialis -> - brevis
m. flexor digitorum profundus -> - longus
dorsaal strekaponeurose manus specifiek
lumbricales = altijd ulnair
D1 = 2 spieren
-> wel strekaponeurose maar niet met takken
D2 = 2 spieren
- extensor indicis & digitorum
x smelten samen
-> normaal strekaponeurose
- mm. introssei = radiaal: dorsalis, ulnair: plantaris
D3 = normaal
- mm. introssei: 2x dorsalis aan beide kanten, geen plantaris
D4 = normaal
- mm. introssei = radiaal: palmaris, ulnair: dorsalis
D5
- extensor digiti minimi
- mm. interossei = radiaal: palmaris, ulnair abductor digiti minimi
manus -> pedis
2 dorsalis op D3 -> D2
dorsalis altijd lateraal, plantaris altijd mediaal
dorsaal strekaponeurose algemeen
1) extensor indicis/digitorum/digiti minimi
= 1 pees per vinger
DIP = 3 takken
- middelste tak
x dorsaal basis phalangis media
- 2 buitentakken komen terugsamen
x dorsaal basis phalangis distalis
2) intrinsieke handspieren
- mm. lumbricales ALTIJD radiaal aan strekaponeurose achter MCP
- mm. interosseo palmaris & dorsalis aan strekaponeurose achter MCP
–> flexie MCP, extensie DIP PIP
ab&adductie rond digiti 3
manus -> pedis
extensor digitorum -> - digitorum longus
geen extensor indicis
geen extensor digiti minimi
kanaal van Guyon
- dorsaal: retinaculum flexorum
- palmaris ligamentum carpi palmare ≈ fascia antebrachii
- ulnair: os pisiforme & flexor carpi ulnaris
- radiaal: m. flexor digitorum
–> rami profundi a/v ulnaris
diafragma koepels
midden = onder hart & zijn pericard
rechts: tot tussenruimte 4, boven lever
links: tot tussenruimte 5, boven maag
koepel = bescherming maag & lever door ribben
openingen diafragma
- lig. arcuatum mediana = geen belemmering samentrekken
- crus dextrum = rechts ventrolateraal op corpus vertebrae L1-3 = verderzetting lig. longitudinalis
- crus sinister = links
- samenkomen = hiatus aorticus - lig. arcuatum medialis
- proc. costalis L1 x lateraal corpus vertebrae L1
- verdikking fascia thoracolumbalis
- over psoas major & truncus symptaticus - lig. arcuatum lateralis
- proc. costalis L1 x eind rib 12
- verdikking fasciae propriae quadratus lumborum
- over quadratus lumborum
- vorming trigonium lumbocostalis - hiatus oesophageus
2e lus voor crus dextrum die rond zichzelf draait
= opening voor oesophagus & n. vagus (L&R), belemmering ademhaling - foramen venae cavae
rechts in centrum tendineum
= overning voor vena cava inferior & n. phrenicus (R), geen belemmering - kleinere spleten
n. splanchnici M, m & imus, vene azygos/hemiazygos & trnucus sympathicus
trigonum in diafragma
- trigonum lumbocostale van Bochdalek
tussen pars costalis & -lumnalis op lig. arcutaum laterale
= driehoekig peesblad
–> bedekt door pleura, kan uitstulpen - trigonum sternocostale van Morgagni
tussen pars costalis & - sternalis
= doorgang a. thoracica interna, a. epigastrica superior & rami anterior n. phrenicus
verzwakkignen rug
1) trigonium lumbale van Petit
= oppervlakkig
m. latissimus dorsi, MOEA & crista iliaca
= enkel bedekt met MOIA
= verzwakking
2) ruimte van grynfelt
= onder latissimus dorsi
m. serratus posterior inferior, MOIA & erectus trunci
tussen m. latissimus dorsi & pees MTA
= verzwakking