Articulatio & fascia Flashcards

1
Q

art. sternoclavicularis

A
  • sternum, manurium sternii x clavicula, extremitas sternalis
  • art. sellaris
  • discus articularis, 2 kamers
  • lig. sternoclaviculare anterius
    rond kapsel ventraal
  • lig. sternoclaviculare posterius
    rond kapsel dorsaal
  • lig. interclaviculare
    = over incisura jugularis
  • lig. costoclaviculare
    = impressio lig. costoclaviculare @ clavicula x costo primo
    = draaipunt
  • protractie/retractie & elevatie/depressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

art. acromioclavicularis

A
  • scapula, acromion x clavicula, extremitas acromialis
  • art. plana
  • discus articularis
  • lig. acromioclaviculare
    rond kapsel
  • lig. coracoclaviculare
    • lig. trapezoideum
      = proc. coracoideus x linea trapezoidea
    • lig. conoideum
      = proc. coracoideus x tuberculum conoideum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

lig. v/d scapula

A
  • lig. coracoacromiale
    = proc. coracoideus x acromion
  • lig. transversum scapulae superius
    = incisura scapulae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

art. humeri

A
  • scapula: cavitas glenoidale x humerus: caput humeri
  • art. spheroïdea
  • labrum glenoidale
  • 3 lig. glenohumeralia
    = ventrale zijde
  • lig. coracohumerale
    = proc. coracoideus x tuberculum majus & capsula art.
  • lig. transversum humeri
    = tuberculum majus x -minus
    -> vagina tendinis intertubercularis
  • bursa subtendinea m. subscapularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fascia v/d rug

A
  • os occipitale
  • proc. spinosi
  • spina scapulae
  • acromion
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

fascia v/d schouder

A
  • fascia pectorialis
    over m. pectoralis major
  • fascia calvipectoralis
    over m. subclavius, pecotralis minor
    onder caput brave m. bicipitis
  • fascia axillaris
    onderrand pectoralis major, caudaal okselholte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

art. cubiti

A
  • 1 capsula art.
  • art. humero-ulnaris
    = trochlea humeri x incisura trochlearis @ olecranon, art. trochlearis
  • art. humaroradialis
    = capitulum humeri x fovea capitis radii, art. sferoidea
  • art. radio-ulnaris proximalis
    = circumferetia art. radii & incisura radialis ulnae, art. trochoidea
  • flexie (zacht) / extensie (hard) & pronatie/supinatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

lig. art. cubiti

A
  • capsula art.
    = rond alle structuren
  • lig. collaterale ulnare
    = epicondylus medialis x
    olecranon, proc. conoideus & incisura trochlearis
  • lig. collaterale radialis
    = epicondylus lateralis x (2 takken) lig. anulare radii & ulna
  • lig. anulare radii
    = ventraal incisura radialis - over circumferetia art. - dorsal incisura radialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fibreuze scheidingen arm

A
  1. boven arm = septa intermuscularia laterale & mediale
    O. mid 1/2 arm
    - verdelen ventrale & dorsale loge
    - vorming sulcus bicipitalis lateralis & medialis
    - mediaal > lateraal
    - aanhectingen spieren
    I. epicondylus lateralis & medialis
  2. onderarm = membrana interossea
    O. chroda obliqua: tuberositas radii x tuberositas ulnae
    - langs margo interossea
    - doorlatingen aders
    - aanhectingen spieren
    I. art. radio-ulnaris distalis
    F. kracht overdracht van radius op ulna = geen directe verbinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fascia bovenarm

A
  • fasciae propriae = per spier
  • fasciae cummunes = per spiergroep
  • fascia generalis = hele segment
    = fascia brachii
    -> op epicondylus medialis & lateralis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

banden pols

A

retinaculum flexorum of ligamentum transversum
= maakt van sulcus carpi, canalis carpi
med. = os pisiforme & hamalus @ os hamatum
lat. =
- opp. blad: tuberculum @ os scaphoideum & os trapezium
—> m. flexor carpi radialis
- diep blad: sulcus @ os trapezoidea

  • retinaculum extensorum = verdikking facia
    = 6 tunnels met elk 1 schede
  • retinaculum palmaris carpi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

inhoud carpale tunnel

A

4 pezen v/d flexor digitorum superficialis
- 4 pezen v/d flexor digitorum profundus
- flexor pollicis longus
-> uitzondering m. flexor carpi radialis = tussen diep & oppervlakkig blad

  • n. medianus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tunnels retinaculum extensorum

A

1: abductor pollicis & extensor pollicis brevis

2: extensor carpi radialis brevis & longus

3: extensor pollicis longus

4: extensor digitorum & extensor indicis

5: extensor digit minimi

6: extensor carpi ulnaris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fasciae van de onderarm

A
  • fascia antebrachii = facia generalis
    = vast aan margo posterior ulna = scheiding dorsale & palmaris loge
  • fascia cubiti
    =. overgang van -brachi naar -antebrachii
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

art. radio-ulnaris distalis

A
  • radius: incisura ulnaris x ulna: circumferetia articularis
  • art. trochoidea
    -> discus articularis
    = triangulair fibrocartilagineus complex TFCC
    top vast aan proc. styloideus ulnae
    prox. concaviteit x ulna
    dis. concaviteit x 1e rij carpalen
  • recessus sacciformis = plooi tussen radius & ulna x 1e rij carpalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

art. manus

A

art. radiocarpalis
art. intercarpales
art. carpometacarpales CMC
art. intermetacarpales
art. metacarpophalangeales MCP
art. interphalangealus manus IP
- -proximales PIP
- -distalis DIP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

discus intervertebralis

A
  • eindplaat
    = tussen corpus vertebrae, kan verbotten
  • nucleus pulposus
    = gelatineuze kern
  • anulus fibrosus
    = collageen

nucleus pulposus vangt verticale krachten op & geeft ze door aan de anulus fibrosus door vervorming

–> uitpuilen (hernia), scheuren & tegen zenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

krommingen wervelzuil

A

C=lordose
T=kyfose
L=L
S=K
-> lordose lumbaal afh van stand van bekken
- retroversie bekken, zwaartepunt & tonus buikspieren
gevolgen toegenomen lordose
- compressie zenuwen, hernia, botsing facies art., spanning spieren & zenuwen

frontaal vlak = scoliose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

intervertebrale lig. hele wervel

A

= grenzen v beweging ≠ houding (spieren)

  • lig. longitudinalis anterius
    = ventraal corpus: belet extensie (ventraal)
  • lig. longitudinalis posterius
    = dorsaal corpus: belet flexie & hernia
  • lig. flavum
    = binnen rand drosaal/lateraal arcus: terugbrengen naar neutraal
  • ligg. intertransversaria
    = tussen topjes proc. art.
  • ligg. interspinalia
    = tussen proc. spinosus geheel
  • lig. supraspinalis
    = tussen topjes proc. spinosus: belet flexie
  • lig. nuchae
    = verder zetting lig. supraspinalis op cervicaal niveau: aanhechting spieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

bewegingen in disci & lig

A
  • flexie: disci dorsaal, lig. rond arcus op spanning
  • extensie: disci ventraal, lig. ventraal op spanning
  • lateroflexie: disci verbreding heterolateraal, lig HeL spanning, HoL ontspannen
  • rotatie: weinig krachten op disci, lig. procc. op spanning

= cervicaal (buiten A&A)
dunne disci: procc. uncinatus raken elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

bewegingen tussen proc. art.

A

= zygapophyseale gewrichten
= facet-
= interapofysaire
≈ afh. v. richting

  • cervicaal
    = schuin posteroanterieur
    flexie, extensie (beperkt), lateroflexie & rotatie (veel)
    –> begin bewegingen = OAA
  • thoracaal
    = frontaal vlak
    zelfde bewegingen, gereduceerd door verbinding ribben & sternum
    –> costae fluctuantes = meer bewegingen
  • lumbaal
    = saggitaal vlak
    flexie & extensie goed, retroflexie & rotatie weinig (dragen van gewicht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

atlantoaxiaal gewricht

A
  • 2 laterale atlantoaxiale gewrichten
    1. facies art. inferior atlas x facies art. suprior axis
    2. facies art. inferior axis x proc. art. superior C3
  • 2 mediale atlantoaxiale gewrichten
    1. fovea dentis atlas x facies art. anterior axis
    1. facies art. posterior axis x lig. transversum atlantis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

lig. atlantoaxiaal gewricht

A
  • lig. transversum atlantis
    = op arcus anterior atlas over dens axis, houd dens axis tegen atlas
  • lig. cruciforme atlantis
    = verleningen naar craniaal & caudaal
    1. fasciculi (lig.) longitudinales superior: op foramen magnum ventraal
    2. fasciculi (lig.) longitudinales inferior: corpus axis
    –> controleren rotatie
  • lig. alaria
    = zijkanten dens axis x condyles os occipitale: controle rotatie
  • lig. apicis dentis
    = apex dentis x ventraal foramen magnus
  • mem. tectoria
    = over alle ligamenten, voortzetting lig. longitudinalis posterius
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

lig. wervels & ribben

A
  • lig. costotransversarium
    = crista collum costae x proc. transversus
  • lig. costotransversarium superius
    = craniaal collum costae x proc. transversus niveau hoger
  • lig. costotransversarium laterale
    = tuberculum costae -1 x proc. transversus
  • lig. capitis costae radiata
    = rond kapsel caput costae x fovea costalis (superior & inferior)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

lig. diafragma

A
  1. lig. arcuatum mediana
    - crus dextrum = rechts ventrolateraal op corpus vertebrae L1-3 = verderzetting lig. longitudinalis
    - crus sinister = links
    - samenkomen = hiatus aorticus
  2. lig. arcuatum medialis
    - proc. costalis L1 x lateraal corpus vertebrae L1
    - verdikking fascia thoracolumbalis
    - over psoas major & truncus symptaticus
  3. lig. arcuatum lateralis
    - proc. costalis L1 x eind rib 12
    - verdikking fasciae propriae quadratus lumborum
    - over quadratus lumborum
    - vorming trigonium lumbocostalis
  4. centrum tendinosus
    - samenkomen spiervezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

fascia thoracolumbalis (lagen)

A
  1. lamina anterior
    O. lateraal corpus vertebrae L
    - tussen psoas major & quadratus lumborum
    I. rapha mediale
  2. lamina medialis
    O. proc. costalis L
    - tussen quadratus lumborum & erector trunci
    I. rapha mediale
  3. lamina posterior
    O. processus spinosus
    - over erector trunci
    
I. rapha mediale
  4. rapha laterale = samenkomst lamina’s
    = vertrekpunt fascia transversalis & m. transversus abdominis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

fascia transversalis

A

tussen ventrolaterale buikspieren (MOEA, MOIA & MTA) & peritoneum (buikvlies)
raphe mediale x raphe mediale HeL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

fascia & lig. betrokken bij MOEA

A
  • aponeurotisch blad
    linea alba -> kraakbeen R9 x sympysis/tuberculum pubicum
    onderrand naar binnen gerold + verstevigd = lig. inguinale
  • lig. inguinalis
    spina iliaca anterior superior x tuberculum pubicum
    = grens abdomen & onderste lidmaat
    = analus inguinalis
  • lig. retroflexorum collesi
    lig. inguinale x tuberculum pubicum HeL
  • lig. lacunare van gimbernat
    lig. inguinale x pecten ossis pubis (mediaal)
29
Q

lig. inguinalis

A

spina iliaca anterior superior x tuberculum pubicum
= grens abdomen & onderste lidmaat
–> m. psoas major, m. iliacus, a/v/n femoralis

+ anulus inguinalis superficialis
= opening in aponeurose aan mediaal uiteinde MOEA&MOIA in lig. inguinale
–> canalis inguinalis

30
Q

rectusschede

A

vagina musculi recti abdominis

O. proc xiphoideus & caudaal ribkraakbeen

  1. prox van linea arcuata
    - lamina anterior = aponeurotisch blad van MOEA & anterieur blad van MOIA
    - lamina posterior = aponeutorisch blad van MTA & posterieur blad van MTA

—> linea arcuata van Douglas = 2cm dis. van navel
—> linea alba = samenkomen

  1. dis van linea arcuata
    - lamina anterior = aponeurotisch blad van MOEA, MOIA & MTA
    - geen lamina posterior

I. tuber pubicum -> symphysis pubis

F. MRA tegen romp tijdens contractie

31
Q

art. sacro-iliaca

A
  • facies auricularis @ os sacrum x - @ os ilium
  • stevig kapsel
  • rotatio rond horzontale as
  • geneigde rotatie: pormontorium naar anterieur door lichaamsgewicht = anteversie
    –> beletting door ligamenten
  • facies sacropelvica steekt uit achter art. sacro-ilaca
32
Q

lig. aan kapsel art. sacro-iliaca

A
  • lig. sacro-iliaca anteriora
    = voorwand capsula
  • lig. sacro-iliaca posteriora
    = spina iliaca posterior superior + dorsaal labium interna & linea intermedia
    x
    crista sacralis lateralis & medialis = openingen voor foramina sacralia posteriores
    -> over fascies sacropelvica
  • lig. sacro-iliaca interossea
    = tuberositas iliaca x tuberositas sacralis

F. opvangen sacrum bij staan

33
Q

lig. los van kapsel art. sacro-iliaca

A
  • lig. iliolumbale
    = crista iliaca dorsaal x proc. costalis L5
    F. stabilistatie t.o.v. L5
  • lig. sacrospinale
    = spina ischiadica x os sacrum & os coccygis
    –> scheiding foramen ischaidicum majus & minus
  • lig. sacrotuberale
    = os sacrum & os coccygis x tuber ischiadicum, kruisende vezels
    = meest oppervlakkig
34
Q

symphysis pubica

A
  • tussen facies symphysiales: discus interpubicus (tot tuberculum pubicum)
  • laagje hyalien kraakbeen, rudimentaire gewrichtsholte met synoviaal vocht
  • sterk capsula art. met korte lig.
35
Q

art. coxae

A
  • femur: caput femoris x os coxae: acetabulum
  • art. spheroidea
  • kraakbeen op caput buiten fovea capitis & op facies lunata
  • bekken naar voor gekanteld: spina illiaca anteriores boven symphysis pubis & - naast caput femoris
  • fibrocartilagineuze versterking
    = labrum acetabuli
    -> opening ventraal = overbrugt door lig. transversum acetabuli
36
Q

capsula art. coxae

A
  • synovialis: rond kraakbeen, hals niet compleet + randen fovea capitis femoris
    = lig. capitis femoris & transversus acetabuli
    -> extrasynoviaal & intracapsulair
  • fibrosa: rond labrum, linea - & crista intertrochanterica
37
Q

lig. coxae (capsula art.)

A
  • lig. transversum acetabuli
    = overbrugging acetabuli = verderzetting labrum acetabuli ventraal
  • lig. capitis femoris
    = van lig. transversum acetabuli naar fovea capitis femors: tussen caput & vetweefsel (incisura acetabuli) & bijdrage bloedvaten caput
  • zona orbicularis
    = smalste deel collum versterkten, caput ≈ knoop door knoopsgat
38
Q

lig. coxae (art.)

A
  • lig. iliofemorale = lig. van bertin
    lateraal spina iliaca anterior inferior & craniaal labrum acetabulum x
    • pars lateralis/superior: linea intertrochanterica @ mediaal trochanter major
    • pars medialis/inferior: linea intertrochanterica @ trochanter minor
      F.
  • belet retroflexie = dorsaal kantelen romp
  • adductie & exo/endorotatie
  • lig. pubofemorale
    eminetia iliopubica & ventraal labrum acetabulum
    x linea intertrochanterica @ trochanter minor (≈ pars inferior) & zona orbicularis
    F. belet addcutie
  • lig. ischiofemorale
    dorsale kant os ischii & dorsale rand labrum acetabulum
    x mediaal trochanter major (≈ pars superior)
    F. belet retroflexie & endorotatie

–> tussel alle lig. zwakke plaatsen

39
Q

fascia lata

A

O. lig. inguinalis -> ramus os ischii/os pubis -> m. glutealis
- septum intermusculare femoris laterale
= tussen m. vastus lateralis & m. biceps femoris naar labium laterale
- septum intermusculare femoris mediale
= tussen adductoren & semimembranosus naar labium mediale
- septum intermusculare vasto-adductoria
= tussen m. adductor magnus & m. vastus medialis
I. beenderige uitsteeksels knie
–> loopt verder in fascia cruris

40
Q

art. genus

A

facies superiores @ tibia
x
- condylus lateralis & medialis @ femur
- facies patellaris @ femur
x
facies articularis @ patella
–> 4 onvolledig holtes door menisci & kruisbanden

41
Q

menisci art. genus

A
  1. structuur
    - dik perifeer
    - afplatten ventraal
    - vasthecten capsula art. & eminentia/area intercondylaris
    - onderling verbonden door lig. transversum genusf
    - art. meniscofemoralis
    - art. meniscotibialis
  2. meniscus lateralis
    - bijna volledige O
    - hechting aan m. popliteus & lig. meniscofemorale
    - bewegingen van femur vervormen
  3. meniscus medialis
    - C vormig
    - hechting aan lig. collaterale tibiae
    - bewegingen van tibia vervormen
42
Q

kruisbanden

A

= lig. cruciata genus
–> intra-articular, extrasynoviaal

  • lig. cruciatum anterius (ACL)
    area intercondylaris anterius @ tibia
    x
    mediale zijde condylus lateralis @ femur
  • lig. curciatum posterius (PCL)
    area intercondylaris posterius @ tibia
    x
    laterale zijde condylus medialis @ femur

F.
- ontspannen bij exoroatie & gespannen bij endorotatie
- spanning bij elke beweging
- eindflexie art. genus
N. continue proprioceptieve feedback

43
Q

capsula art. genus

A
  1. membrana synovialis
    - menisci intrasynoviaal
    - lig. cruciata extrasynoviaal & intra-articulair
  2. fibrosa
    ventraal:
    - O. boven condylen
    - rond patella
    - over corpus adiposum infrapatellae
    - voortzetting lig. pattelae
    - I. tuberositas tibiae
    dorsaal:
    - O. hoog boven condyles, lager als ventraal
    - vult fossa intercondylaris
    - versmelten m. gastrocnemius
    - versmelten lig. popliteus obliquum
    - overing lateraal voor m/popliteus
    - I. onder condyles tibiae
    zijkanten
    - O. laag op condyles voor insterties spieren
    - vergroeid met menisci
    - mediaal = vergroei lig. collaterale tibiale
    - lateraal ≠ doorgang popliteus
    - I. onder condyles
    -
    —> naar binnenpooleiend verhinderd door pilcae alares tussen kruisbanden & plica synoviales intrapatellares onder patella
44
Q

bursae synovialis art. genus

A
  • bursa subcutanae prepatellaris
    huid x caudale deel patella
  • bursa subcutanae infrapatellaris
    huid x distale deel lig. patellae
  • bursa subcutanea tuberositas tibiae
    huid x tuberositas tibiae
  • bursa infrapatellaris profunda
    distale deel lig. patellae x corpus adiposum infrapatellaris

+ tussen het kapsel & alle pezen die passeren

45
Q

lig. art. genus

A

lig. collaterale fibulare
lig. collaterale tibiale
lig. popliteum obliquum
lig. popliteum arcuata
retinaculae patellae
lig. patellae

46
Q

lig. collaterale art. genus

A

fibulare
O. epicondylus lateralis @ femoris
- flexie = gespannen
- belet varus & valgus
- over m. popliteus
- onder m. biceps femoris die onder tractus iliotibialis loopt
I. caput fibulae

tibiale
O. epicondylus medialis @ femoris
- diep deel = verdikking capsula art.
- belet vergus & valgus
- felxie = gespannen
- ventraal = parallele vezels, blijven gespannen bij flexie
- dorsaal = oblique vezels = schuin
I. mediale zijde tibia

47
Q

lig. popliteum

A
  1. obliquum
    O. condylus lateralis
    - bedekt fossa intercondylaris
    - versmelting pees m. semimembranosus
    I. mediale zijde tibia
  2. arcuatum
    O. dorsale kant condylus lateralis
    - bedekt fossa intercondylaris
    - over m. popliteus
    I. caput fibulae
48
Q

retincaculae patellae

A

laterale & mediale
-> tractus iliotibiale komt toe op laterale

  • verticale vezels
    O. lateraal & mediaal patella
    I. onder condylen
  • zijranden
    O. lateraal & mediaal patella
    I. capsula art.

–> beletten laterale translatie

49
Q

werking art. genus

A
  • grote stabiliteit slot-extensie:
    door slot-endorotatie & stabilisatie tractus iliotibialis
    –> initiatie flexie = m. popliteus
  • mobiliteit bij flexie

flexie: 130° actief, 160° passief
in art. meniscofemoralis: rol- & glijbeweging
zacht eindgevoel

50
Q

verbinding tibia & fibula

A
  1. proximaal = art. tibiofibularis
    - facies art. fibuleris @ tibia x facies art. capitis fibulae
    - lig. capitis fibulae anterius
    - lig. capitis fibulae posterius
    - ven/dor beweging door biceps femoris
    - cra/cau beweging door schokken voet
  2. proximaal = membrana interosseus cruris
    - tussen beide margo interosseus
    - proximale doorboring A/V femoralis
    - dostale voortzetting in lig. interosseum tibiofibulare
  3. distaal = syndesmosis tibiofibularis
    - incisura fibularis tibiae x facies art. malleoli @ fibula
    - lig. interosseus tibiofibulare
    - lig. tibiofibularis anterius
    - lig. tibiofibuleris posterius
    - vork op spanning houden = meeste spanning bij PL
51
Q

ventrale loge onderbeen

A

O.
- septum intermusculare cruris anterior: margo anterior @ fibula
- fascia cruris
- facies lateralis tibia
- membrana interossea
- margo anterior fibula

  • tibialis anterior
  • extensor hallucis longus
  • extensor digitorum longus
  • peroneus/fibularis tertius

I. retinaculum musculorum extensorum superius & inferius

52
Q

laterale loge onderbeen

A

O.
- septum intermusculare cruris posterior: margo posterior @ tibula
- fascia cruris
- membrana interosseus
- fascies lateralis fibula

  • peroneus/fibularis longus & - brevis

I. retinaculae musculorum peroneorum/ fibulorum superius & inferius

53
Q

dorsale loge onderbeen

A

oppervlakkige laag
- triceps surae
– gastrocnemius
– soleus
- plantaris

–> septum intermusculare transversum
margo posterior x margo posterior

diepe laag
- popliteus
- flexor digitorum longus
- flexor hallucis longus
- tibialis posterior

I. retinaculum musculorum flexorum

54
Q

art. talocruralis

A

= bovenste spronggewricht
trochlea tali x malleolus medialis&lateralis
– facies superior talus x facies inferior tibia
– facies malleolaris medialis x facies articularis malleoli medialis
– facies malleolaris lateralis x facies articularis malleoli lateralis

  • art. trocholearis
  • dorsi/plantair flexie
  • capsula iets hoger ventraal
  • lig. collaterale laterale
  • lig. collaterale mediale
  • lig. tibiofibulare
55
Q

lig. collaterale laterale art. talocruralis

A

O. malleolus lateralis
F. beperken inversie & horizontale verschuivingen

  • lig. talofibulare anterius
    x collum tali
  • lig. calcaneofibulare
    x mediale rand calcaneus
  • lig. talofibulare posterius
    fossa malleoli lateralis x tuberculum laterale processus posterior tali
56
Q

lig. collaterale mediale art. talocruralis

A

= lig. deltoideum
O. malleolus medialis
F. beperkten eversie & horizontale verschuivingen

  • pars tibiotalaris anterior
    x mediaal collum tali
  • pars tibionavicularis
    x os naviculare
  • pars tibiocalcanea
    x sustentaculum tali @ calcaneus
  • pars tibiotalaris posterior
    x tuberculum mediale processus posterion tali
57
Q

art. talotalaris

A

= onderste sprong gewricht
talus x calcaneus
- supinatie/pronatie

1) art. subtalaris
facies articularis canaea anterior/media/posterior x facies articularis talaris anterior/media/posterior
- art. plana

–> sinus tarsi

2) art. talocalcaneonavicularis
caput tali x os naviculare
- art. spheroïdeum

  • lig. op talus
  • lig. op calcaneus
58
Q

lig. op talus van art. talotalaris

A
  • lig. talocalcaneum interosseum
    overspant sinus tarsi = versterking beide capsula’s
    -> mediaal tegen lig. deltoideum
  • lig. talocancaneum posterius/mediale/laterale
  • lig. talonaviculare dorsale
    tussen talus & naviculare aan voetrug
59
Q

lig. op calcaneus van art. talotalaris

A
  • lig. calcaneonaviculare plantare
    = springligament
    sustentaculum tali x plantair os naviculare
    -> vangt caput tali op
  • lig. bifurcatum
    dorsaal calcaneus
    – lig. calcaneonaviculare
    x dorsaal os naviculare
    – lig. calcaneocuboideum
    x dorsaal os cuboideum
60
Q

gewrichtslijnen

A

chopart
talus & calcaneus
x
ossis tarsi distalia

lisfranc
= tussen chopat & MTP
ossis tarsi distalia
x
basis ossis metatarsi

61
Q

lig. plantare

A
  • longum
    tuber calcanei
    x tuberositas ossis cuboideum
    x ossa metatarsalis2_5
  • breve
    plantair calcaneus x plantair os naviculare
62
Q

retinaculum in enkel

A
  1. retinaculum musculorum flexorum
    - O. malleolus mediale
    - tibialis posterior, flexor digitorum/hallucis longus
    - I. mediaal tuber calcanei
  2. retinaculum peroneum/fibulare superius & inferius
    - lateraal
    - mm. peronei/fibularis
  3. retinaculum musculorum extensorum superius & inferius
    - verdikking fascia ventraal
    - tibialis anterior, extensor digitorum/hallucis lonugs, peroneus tertius
63
Q

voetgewelf

A

arcus pedis longitudinalis
- pars medialis
= calcaneus, os naviculare, ossa cuneiforme & 3 mediale ossa metatarsi
talus duwt calcaneus & os naviculare uit elkaar = voorkomen door lig. calcaneonaviculare
- pars lateralis
= calcaneus, os cuboideum & 2 laterale ossa metatarsi

arcus pedis transversalis
= distale ossa tarsi x ossa metatarsi
mediaal = hoogst, lateraal ≠ steun

64
Q

ophouding voetgewelf

A
  • vorm beenderen
  • plantaire ligamenten & aponeurosis plantaris
  • tonus van spieren
    – flexoren trekken naar boven
    – peroneus longus, tibialis anterior/posterior = stijgbeugel waar voet op rust
  • plantaire spieren = kussen
65
Q

lig. patellae

A

O. m. quadriceps femoris
- op/over patella
I. tuberositas tibiae
F. eindpees m. quadriceps

66
Q

retinaculum musculorum flexorum

A

O. malleolus medialis
- 3 tunnels
-> m. tibialis posterior
-> m. flexor digitorum longus
-> m. flexor hallucis longus
I. tuber calcanei

67
Q

fascia voetrug

A

= facia dorsalis pedis
= verlengsel retinaculum musculorum extensorum

68
Q

fascia voetzool

A

= fascia plantaris & aponeurosis plantaris (huid x calcaneus)
- bedekt intrinsieke voetzool spieren
-> 2 tussenschotten door subcutis naar huid
= 3 loges = vetweefsel & spieren voetzolen
loge 1 = thenar: spieren hallux
loge 2 = middelste loge: spieren digiti 2-4
loge 3 = hypothenar: spieren digit minimi

  • splitsen in 10
    = elke laterale zijde v/d tenen

F.
voet gewelf: aangespannen extensie tenen (voet op de grond wandelen)

+ fascia plantaris profunda = over ossa metatarsalie & mm. interossei