toets hoofdstuk 5 begrippen Flashcards

1
Q

drieslagstelsel

A

Een landbouwmethode waarin een stuk land in het eerste jaar wordt gebruikt voor wintergraan en ik het tweede jaar voor zomergraan, voordat het een jaar braak komt te liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ontginnen

A

het voor landbouw bruikbaar maken van bossen en moerassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

late middeleeuwen

A

periode van 1000 n.C tot 1500 n.C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

agrarisch stedelijke samenleving

A

maatschappij dat de meeste mensen op het platteland wonen en in de landbouw werken, maar waar er ook steden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geldeconomie

A

economie waarin mensen elkaar met geld betaklen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

handelskapitaal

A

financiele middelen van een handelaar om goedere te kunnen inkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wissel

A

brief waarin staat hoeveel geld een persoon heeft gestort op een bank, de wissel kan bij een andere bank worden uitbetaald in geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

handelsstad

A

stad waarin langeafstandshandel een belangrijk middel van bestaan is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hanze

A

handelsverbond van steden langs de noordzee en de oostzee, dat rond 1350 het machtigst was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

romaanse stijl

A

bouwstijl uit de 11e en 12e eeuw, die wordt gekenmerkt door betrekkelijke eenvoud, dikke muren, kleine vensters en ronde bogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gotiek

A

bouwstijl uit de 13e tot de 15e eeuw die wordt gekenmerkt door het streven om in de hoogte te bouwen, met grote vensters, spitse bogen en een rijke versiering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly