begrippen blz 116 en 117

Question 1

oostzeevaart

Answer 1

handel tussen nederland en het oostzeegebied

Question 2

commerciële landbouw

Answer 2

landbouw waarin boeren produceren voor de markt

Question 3

moedernegotie

Answer 3

de handel in hout en graan uit het oostzeegebied, die het begin was van alle andere nederlandse handelsactiviteiten en -successen

Question 4

handelskapitalisme

Answer 4

een vorm van economie waarin het meeste geld wordt verdiend in de handel

Question 5

stapelmarkt

Answer 5

plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om vandaaruit weer te worden verhandeld

Question 6

wereldeconomie

Answer 6

een economie die zich over de hele wereld uitstrekt, doordat producten uit landen van de hele wereld worden verhandeld

Question 7

voorcompagnie

Answer 7

handelsbedrijf dat zich voor het ontstaan van de VOC in 1602 schepen naar azie stuurde om specerijen te halen

Question 8

verenigde oost indische compagnie

Answer 8

handelsmaatschappij die in de republiek als enige met azie mocht handelen

Question 9

handelsmonopolie

Answer 9

het recht om als enige handel te mogen drijven met een bepaald gebied

Question 10

west indische compagnie

Answer 10

handelsmaatschappij die in de republiek als enige met amerika en west afrika mocht handelen

Question 11

driehoekshandel

Answer 11

de handel tussen europa, west afrika en amerika

Question 12

plantageslavernij

Answer 12

gedwongen arbeid door slaven op tropische landbouwbedrijven waar 1 product werd verbouwd