Theoretical Background / Theoretisch Kader Flashcards

1
Q

What is the importance of philosophy? (3)

A
  1. richting van de onderzoeksdoelstelling en uitkomsten - hoe we ons probleem en vragen formuleren komt voort uit onze assumpties
  2. scope of training en onderzoeks- ervaring
  3. basis van de evaluatie criteria voor onderzoeks- gerelateerde beslissingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

What are the 4 philosophical assumptions

A
  1. ontologisch - what is the nature of reality
  2. epistemologisch - what counts as knowledge? How are knowlegde claims justified?
  3. axiological - what is the role of values?
  4. methodological - what is the process of the research?
    (kaarten maken om deze uit te werken? )
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

What are the 9 Interpretative frameworks?

A
  1. post-postivism
  2. social constructivism
  3. transformative frameworks
  4. post-modern perspectives
  5. pragmatism
  6. feminist theories
  7. critital (race) theory
  8. queer theory
  9. disability theories
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Explain postpositivism

A

het ontdekken van de dingen die bijdragen aan situaties van oorzaak en gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Social constructivism

A

het begrijpen van de wereld waarin we leven en werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Transformative networks

A

om te handelen naar sociale verbetering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Post-modern perspectives

A

het veranderen van de manier waarom we denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Pragmatism

A

het zoeken naar oplossingen voor wereld problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Feminist theories

A

onderzoek dat transformatie is voor vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Critical Theory and critical race theory

A

Adresseren van onderwerpen van ongelijkheid en het empoweren van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Queer theory

A

het overbrengen van de stemmen en verhalen van personen die zijn onderdrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Disability theories

A

adresseren van de betekenis van inclusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 theoretical approaches

A
  1. symbolic interactionism
  2. ethnomethodology
  3. poststructuralism
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symbolic Interactionism

A
  1. de wisselwerking tussen organismen en milieu/omgeving
  2. probeert de symbolen en de symbolische representaties die gecreeerd worden in interactie te laten zien
  3. door interactie vormen we betekenis/meningen
  4. Mensen kunnen reflecteren op hun acties = interpretatie. We kunnen kiezen tussen actie en reactie.
  5. zin en betekenis zijn constant in verandering en in de maak.
  6. is subjectief het is voor ieder persoon verschillend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ethnomethodology (4)

A
  1. hoe creëren mensen de sociale realiteit?
  2. De manieren waarop acties gestructureerd zijn en in welke context
  3. Er zijn verborgen structuren en normen
  4. het gaat over het ordenen van de wereld, de diepere zin van het alledaagse
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Post- structuralism

A

Realiteit is een sociaal construct, en wordt onbewust gevormd door onze collectieve acties. De belangrijke sociale discoursen en structuren. Het systeem van de regels, normen en betekenissen. Niet bewust. IS het resultaat van sociale en machtsstructuren. Deze structuren zijn constant in verandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

What is the common ground of the theories

A
  1. Interpretatieve aanpak

2. het begrijpen en het her construeren van de ‘sense’ interacties, situaties en context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

what are the 5 Qualititative approaches

A
  1. narrative
  2. phenomenological
  3. grounded theory
  4. ethnography
  5. case study
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Narrative reserach

A

Het ontdekken van het leven van een persoon. Vertellen van een verhaal over persoonlijke ervaringen.
Het gaat dan over sociale, culturele, familaire, taalkundige en institutionele narratives, waarin de persoonlijke ervaringen gevormd, ervaart en geleefd wordt.

20
Q

Phenomenolgical reserach

A

Het begrijpen van de essentie van een phenomeen. Het beschrijven van een phenomeen die is beleefd. Geleefde ervaringen van meerdere participanten. Deze hebben dezelfde ervaring op verschillende manieren beleefd

21
Q

Grounded Theory research

A

Verder gaan dan een beschrijving, je wil een theorie ontdekken en ontwikkelen voor een proces of actie.
Dit doe je door de ervaringen van veel participanten te onderzoeken.

22
Q

Ethnographic reserach

A

de onderzoeker beschrijft en interpreteerd de geleerde en gedeelde waarden, normen, gedragingen, geloven en taal van een groep die cultuur deelt.

23
Q

Case study research

A

het geven van een uitgebreide beschrijving van case(s). De onderzoeker onderzoekt en analyseert een alledaags onderwerp in de natuurlijke setting. Data collectie gebeurd vaak door verschillende bronnen.

24
Q

Defining features narrative research (7)

A
  1. verzamelen van persoonlijke verhalen over het leven en ervaringen van dit persoon
  2. Persoonlijke ervaringen die zorgen dat je inzicht krijgt over hun leven, en de ervaring
  3. gaat over specifieke plaatsen of situaties
  4. verschillende methoden van data verzameling
  5. Verschillende methoden van analyse
  6. Chronologisch
  7. Er zijn turning point/ specifieke transities binnen het verhaal
25
Q

4 different types of narrative

A
  1. biographical studie
  2. autoethnography
  3. life history
  4. oral history
26
Q

3 types of methods narrative research

A
  1. thematisch: onderzoeker identificeert de thema’s
  2. structural: de mening verschuift naar het vertellen van een verhaal
  3. dialoog performance analyse: hoe wordt het verhaal vertelt
27
Q

Procedure for conducting narrative research (7)

A
  1. bepaal of narrative reserach geschikt is voor je onderzoek
  2. selecteer 1 of meerdere personen die verhalen te vertellen hebben en spendeer tijd met hun
  3. data collectie en het opnemen kan verschillende vormen aannemen
  4. embed infomatie over de context van het verhaal
  5. analyseer de verhalen door het verhaal te reaorganiseren in een algemeen framework: restorying
  6. embed een gezamelijke aanpas tussen collectie en het vertellen van een verhaal
  7. Rapporteer in geschreven vorm
28
Q

Challenges narrative research (3)

A
  1. extensieve data collectie en diep begrip van participants leven
  2. actieve samenwerking met participant is nodig
  3. probleem van machts relaties, wiens verhaal is het, wie mag het aanpassen, wanneer is het verhaal compleet
29
Q

4 philosophical perspectives phenomenological research

A
  1. terugkeren naar de tradiitionele taken van filosofie
  2. filosofie zonder aannames - geen oordeel over wat echt is
  3. intentionality van het bewustzijn: bewustzijn is altijd naar een object
  4. refusal of subject -object dichotomy: de waarheid van een object wordt gevormd door de betekenis van de ervaring die een persoon heeft of eraan geeft
30
Q

Defininf features phenomenolgical (7)

A

7

31
Q

Types of aproaches phenomenological (2)

A
  1. hermeneutic approach - houdt zich echt bezig met de interpretatie van geleefde ervaringen
  2. transcedental approach - meer een focus op de beleving en ervaringen van de participanten
32
Q

Procedure for conducting phenomenolgical reserach (8)

A
  1. bepalen of phenomenolgisch onderzoek geschikt is voor dit onderwerp
  2. identificeer het phenomeen
  3. onderscheid en specificeer de brede filosofische assumpties van phenomenologie
  4. verzamel data van participanten die het phenomeneen hebben beleefd - in depth interviews
  5. Genereer thema’s
  6. ontwikkel textural en structurele beschrijvingen
  7. rapporteer de essentie van het phenomeen
  8. presenteer de essentie in geschreven vorm
33
Q

Challenges phenomenological (4)

A
  1. onderzoeker heeft kennis van filosofie nodig
  2. particpanten moeten zorgvuldig gekozen worden
  3. bracketing van ervaringen is moeilijk
  4. het is een nieuwe aanpak
34
Q

Defining featured Grounded Theory (5)

A
  1. is gefocust op een proces dat duidelijke stappen of fases heeft over tijd
  2. onderzoeker wil een theorie ontwikkelen over dit proces
  3. proces van memos schrijven is onderdeel van het ontwikkelen van een theory
  4. data verzamelen en analyseren gebeurt gelijkertijd
  5. De inductieve procedures die betrekking hebben tot de analyse zijn beschreven in relatie tot de aanpak
35
Q

Types of approaches grounded theory 2

A
  1. systematische procedures: categorieën, codes

2. constructivist: het ontwikkelen van een theorie in co-creatie tussen onderzoeker en participant, meer flexibel

36
Q

Procedure of conducting grounded theory 8

A
  1. bepaal of grounded theory geschikt is voor onderzoek
  2. focus interview vragen zodat jij begrijpt hoe personen een proces ervaren en identificeer verschillende stappen in een proces
  3. theory bouwen komt door tegelijkertijd data collectie, analyse en memo’s schrijven
  4. structuren van analyse zijn open, axial en selective coding
  5. Axial coding de data wordt na de open coding opnieuw geassembleerd
  6. selectieve coding: onderzoeken kan verhaal lijn schrijven die de verschillende categorieen weer samenbrengt
  7. formuleer een theorie voor communicatie
  8. rapporteer als discussie of als model
37
Q

Challenges grounded theory

A

de onderzoeker moet zijn eigen theoretische ideeën en inzichten aan de kant zetten

38
Q

Defining features Ethnographic research (5)

A
  1. ontwikkelen van complexe en complete beschrijving van een cultuur delende groep
  2. zoekt naar patronen in de groeps mentale activiteiten
  3. Theorie heeft een belangrijke rol voor het bepalen van de focus
  4. Veel veldwerk
  5. het resultaat is het begrijpen van een culture delende groep
39
Q

2 types ethnographic reserach

A
  1. realist ethnografie: traditionele aanpak gebruikt in antropologie. Reflecteert standpunt van onderzoeker, objectieve beschrijving van de situatie
  2. critical ethnografie
    onderzoekers doen mee in het onderzoek en hebben ene advocacy perspectief.
40
Q

Procedures for conducting ethnographic (7)

A
  1. bepaal of ethnografie het meest geschikt is
  2. identificeer en localiseer welke cultuurdelende groep je wil bestuderen
  3. selecteer de thema’s, problemen en theorien die je wil bestuderen
  4. bepaal welke type ethnografie je wil gebruiken
  5. verzamel informatie over de context en setting van de groep
  6. maak een algemene cultuur interpretatie van de groep en de patronen door middel van veel verschillende soorten data
  7. presenteer de patronen
41
Q

Theorethical Background - Challenges ethnographic (2)

A
  1. onderzoeker moest verstand hebben van antropologie

2. data verzameling moet veel zijn

42
Q

Defining feautures case study reserach 7

A
  1. idenfitifcatie van case
  2. indentififatie heeft kaders
  3. wat is de reden voor het uitvoeren van het onderzoek
  4. diep begrip over de case
  5. data analyse hangt af van de case
  6. identificeer de thema’s van de case
  7. conclusies door de onderzoeker over de algemene mening van de case
43
Q

Theoretical Background - 3 types of case study

A
  1. single instrumental case study - focus op een probleem en wordt met 1 case beschreven
  2. collective or multiple case study - 1 probleem wordt gekozen en wordt vergelijken met meerdere cases
  3. intrinsic case study - de focus is echt op de case itself, omdat het om een unieke en andere situatie gaat
44
Q

Procedures for conducting case study 5

A
  1. identificeer of case study geschikt is voor het onderzoek
  2. bepaal de intentie van je onderzoek en kies een casus
  3. ontwikkelen procedures voor data verzameling van verschillende bronnen
  4. selecteer een analyse aanpak waarbij de beschrijven de themas en contextuele informatie samenvoegd
  5. rapporteer
45
Q

Challenges case study 1

A

onderzoeker met de casus en de kaders van de cases bepalen

46
Q

De 5 fases van philosophical assumptions and interpretive frameworks

A
  1. onderzoeker als multicultureel onderwerp - welke ervaringen en perspectieven breng jij naar het onderzoek
  2. filosofische aannames en overtuigingen - hoe sturen deze jou in het onderzoek?
  3. de strategieën en aanpak - hoe bepalen deze je aanpak
  4. methoden van data collectie en analyses - hoe beïnvloed je aanpak de data collectie en analyse
  5. interpretatie - hoe beïnvloeden al deze beslissingen de uitkomst van je onderzoek