Critical Discourse Analysis Flashcards
Archaeology
Form of analysis, focuses on the ways that discourse operates as a system for creating authorities statements.
De snot try to identify truths or what people actually meant or said but more concerned with the mechanisms and structures that allowed certain people to have their ideas expressed. Concerned with discursive practices and rules (=Foucault)
Audience
Sprekers passen hun stijl aan hun publiek. Er zijn verschillende soorten publiek: publiek dat weet dat je onderdeel zijn van de speech context, een publiek die de spreker erkend en een publiek waarin ze direct geadresseerd zijn.
Speakers change styles in response to theier audiences. Bell identified criteria for different types of audiences: - audiences is known to be part of the speech context, the speaker ratified or acknowledges the listener’s presence, and whether the listener is directly addressed.
Categorization
Iets indelen bij/ tot een bepaalde categorie
Collocation
Refereert naar de manier waarop bepaalde worden vaak naast elkaar of dichtbij elkaar worden gebruikt.
Connotation
een idee of gevoel wat een woord teweegbrengt voor een persoon samen met de echte letterlijke mening.
Onderdeel van de sign theory. Woorden zijn signifiers (the representatie van iets) en kunnen literal/ letterlijk (denotive) en non-literal (connative) zijn.
Content Analysis
Methoden voor het analyseren van de content van communicatie. Gaat over het ontwikkelen en gebruiken van coding frames, om verschillende teksten te vergelijkken.
Gaat over de manifest betekenis van de tekst, en niet over de betekenis die de auteur eraan geeft.
6 relevant vragen:
- welke data wordt er geanalyseerd
- hoe worden deze gedefineerd?
- Wat is de populatie en waar komt deze vandaan
- hoe is de content relatief
- wat zijn de kaders van de analyse
- Wie is de doelgroep
CDA - Context
Helpt het interpreteer proces van de taal phenomenen en helpt met het geven van verklaringen. Locale contexten en globable contexten.
4 levels of context (Wodak)
- Immediate, language or text internal co-text
- The intertextual and interdiscursive relationship between utterances, texts, generated and discourses
- Extralinguistic social/sociological variables and institutional frames of a specific context situation.
- Broader social-political and historical contexts
3 levels of context (Fairclough)
- Linguistic
- Discursive
- Social
Corpus linguistics
Het bestuderen van taal gebaseerd op voorbeelden van echt taalgebruik. Vaak gedaan met software om frequentie van relaties tussen woorden te onderzoeken.
CDA - Discourse
Het geheel van meningen, metaforen, respresentaties, afbeeldingen, verhalen, statement etc. dat samen een bepaalde versie van een event maken
A set of meanings, metaphors, representations, images, stories, statements and so on that in some way together produce a particular version of events.
Frames
Een manier om the conceptualiseren waarop achtergrond informatie / kennis wordt gebruikt voor het snappen en produceren van een discourse
Genre
De categorie van een type text of een social practice. Normaal is dit subjectief, kan onderverdeeld worden in sub-genres.
Hegemony
Everybody in a society acquiesces in one way or another to a dominant person or social group. It could be the case that dominated people are not fully aware of their status or have been convinced that it is the natural state of affairs, or they accept their position because they receive some form of benefit from it
Ideology
Idealen. het geheel van ideen, overtuigingen en doelen van een persoon of een groep
Identification
A way of defining social actors according to what they are as opposed to what they do.
3 ways:
1. Classification – using existing social categories
2. Relational identification - referring to someone via their relation to someone else
3. Physical identification – referring to people by their physical characteristics
Identity
Identiteit is wie we echt zijn, dit kan sociaal gevormd en beinvloed worden. Het geeft ons een idee wie we zijn en hoe we verbonden zijn met anderen en de wereld waarin we leven.
Identitiet geeft ook aan in hoeverre we hetzelfde zijn als andere mensen, en van wie we verschillen.
Identitiet kan zichtbaar zijn extern, maar ook internalized.