Research Design Flashcards

1
Q

Characteristics of QM (9)

A
  1. natuurlijke setting
  2. onderzoeker is key instrument
  3. meerdere methoden
  4. complexe beredenering door inductive en deductieve aanpakken
  5. verschillende perspectieven en meningen van participanten
  6. afhankelijk van de context
  7. Proces van veranderen
  8. Reflexivity
  9. Holistische account
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

When to use QM (7)

A
  1. Complexe en gedetailleerde begrip is nodig
  2. een motivatie om de personen te empoweren
  3. een flexibele, letterlijke stijl van rapporteren is gepast
  4. begrip voor de context van de participant is belangrijk
  5. een follow-up uitleg van de mechanismen achter quantitieve bevindingen
  6. een theorie die de gaten in het begrip vult
  7. als er een gat is tussen de quantittaieve measures en er een probleem bestaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

What does QM study require from us? (5)

A
  1. committent en veel tijd in het veld
  2. tijd rovende klus van data analyse
  3. het schrijven van lange en beschrijvende passages
  4. omarmen van dynamische en veranderlijke procedures
  5. je kan inspelen op de ethische issues die opkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

What are the features of a good study? (9)

A
  1. de studie past bij een qualitatieve aanpak
  2. onderzoeker doet een ethisch onderzoek
  3. de aanpak die wordt gebruikt pas erbij
  4. het begint met 1 focus of concept
  5. een strenge data collectie
  6. de methoden zijn gedetailleerd en beschrijven data collectie, analyse en het schrijven van het raport
  7. Data is geanalyseers vanuit verschillende levels van abstractie
  8. Het schrijven is overtuigend
  9. De onderzoeker plaatst zichzelf in de studie, om geschiedenis, cultuur en persoonlijke ervaring te beschrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

What is the process of QM? 3 phases

A

voorafgaand, tijdens en na - maar het process wordt bepaald door de aanpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Research design - Pre-liminary (4)

A
  1. beslissingen over waar de focus op ligt
  2. het gebruik van theories die relevant zijn in qualitative reserach
  3. bepalen van de writing format
  4. persoonlijke geschiedenis beschrijven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

During (8 phases of the process)

A
  1. erken de brede assumpties en identifeer de interpretieve lense die je gaat gebruiken
  2. bepaal over een literatuur onderzoek nodig is
  3. stel een open explanatory onderzoeksvraag op
  4. verzamelen verschillende data
  5. analyseer door middel van inductieve en deductieve strategieën
  6. presenteer de bevindingen op de basis van de perspectieven van de participanten en de interpretaties van de onderzoeker
  7. bediscuseer de bevindingen en vergelijk met andere bevindingen
  8. gebruik validatie strategieën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

What are the basic sources (5)

A
  1. interview
  2. observaties
  3. documents
  4. artifacts
  5. new sources
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

What are elements of all phases?

A

Ethiek, wat geef je terug aan de deelnemers?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

What are the design considerations for engaging readers? (5)

A
  1. studeer een unieke sample
  2. neem een ongebruikelijk perspectief aan
  3. observeer een niet gebruikelijk site
  4. presenteer je bevindingen op een ongewone manier
  5. focus op een hedendaags onderwerp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

What is the general writing structure? (6)

A
  1. introductie
  2. de procedures guiding de studie
  3. pre-liminairy findings
  4. schets de studie implicaties
  5. references
  6. bijlagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Explain Focus groups (10)

A
  1. niet erg efficiënt
  2. georganiseerde groepsdiscussie
  3. 2 varianten: mensen die verschillend zijn, mensen met dezelfde mening
  4. bestuderen van groepsdynamiek
  5. verschillende perspectieven
  6. nieuwe verrassende vragen
  7. vinden van oplossingen door de participanten
  8. niet geschikt voor het interviewen van veel mensen in 1x
  9. geschikt voor vragen over groepsdynamiek
  10. kijkt naar hoe verschillende mensen dingen bediscuseren en samen brengen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Explain Participant observation (8)

A
  1. deelnemen in activiteiten en observeren
  2. waarin je deelneemt hangt af van het onderzoek
  3. opstellen van observatie guide, based op onderzoek
  4. belangrijk dat je de observatie rol duidelijk hebt
  5. ondertijd notities maken
  6. capture gap, de ervaring of de dingen die te gewoon zijn
  7. De hoofdvraag gaat over de ervaring van het dagelijkse leven
  8. non-verbale, moeilijk te capture elementen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Explain Discourse analysis (7)

A
  1. het bestuderen van tekst en afbeeldingen
  2. verschillende bronnen
  3. Verzamelen van data, codeer en identificeer verhalen, boodschappen en specifiek woordgebruik
  4. geintresseerd in de betekenis van taal en en de ideeen die een phenomeen bewwegen
  5. Wat is het idee achter iets
  6. onderzoeken van views en values van een groep
  7. begrijpen van verhalen die groepen over zichzelf en anderen vertellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

What is relevant for choosing the right method?

A

Bepaal je thema, wat wie en waar wil ik onderzoeken. Welke type data heb ik nodig. Nu weet je welke methoden je wil gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Explain semi-structured interviews (8)

A
  1. Interview door vooraf voorbereide vragen.
  2. Deze vragen zet je in een interview guide, de themas bepaal je dus al vooraf.
  3. Je bent flexibel, je kan doorvragen, waardoor je ook meer kan vragen.
  4. Er is een goede balans tussen structuur en flexibilitiet,
    je kan hierdoor vergelijken
  5. Handig om aan een al bestaande theorie toe te voegen
  6. Je kan in een team werken.
  7. gebruik dit als je wil de verschillen en gelijken wil weten
  8. testen en ontwikkelen van theorieën
17
Q

Explain narrative research (9)

A
  1. Het gaat over het verhaal, focus of lifestyle
  2. Ongestructureerd omdat het persoonlijk is
  3. Participant heeft de leiding - jij vraagt ze om hun verhaal te vertellen
  4. Je begint met een thema en een open begin
  5. ondersteun hun verhaal door eigen vragen te stellen
  6. Je wil weten hoe een persoon de wereld begrijpt
  7. geeft ons meer informatie over en relatie tussen persoon en context
  8. in depth gedetailleerde informatie
  9. geschikt om een theorie op te bouwen