Thema 6 Dermatologie Flashcards

1
Q

Epidermis bestaat uit meerlagig …

A

Verhoornend plaveiselepitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Papillen dermis reiken omhoog naar … epidermis

A

Retelijsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschillende celsoorten in de epidermis (4)

A

Keratinocyten
Melanocyten
Cellen van Langerhans
Cellen van Merkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe ontwikkelen keratinocyten zich? En waar zitten ze?

A

Differentieren zichtot hoorncellen (28 dagen)
Epidermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar zitten melanocyten? Hoe zien ze er uit?

A

Epidermis, stratum basale, dendritische cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doen melanocyten?

A

Productie melanine uit tyrosine
Melanosomen via dendrieten afgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontstaat een donkere huidskleur?

A

Dichte belading keratinocyten met melanosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doen de cellen van Langerhans?

A

Rol in de afweer, presenteren antigenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvoor zijn de cellen van Merkel?

A

Tast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De epidermis is meerlagig. Welke lagen heb je (van onder naar boven)?

A

Stratum basale
Stratum spinosum
Stratum granulosum
Stratum corneum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stratum basale wordt ook wel stratum … genoemd

A

Germinativum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurt er met de keratinocyten in stratum basale?

A

30% actieve celdeling, rest in rustfase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hechting van cellen in de huid gaat mbv … (2)

A

Desmosomen
Hemidesmosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verschil desmosomen en hemidesmosomen

A

Desmosomen: cel - cel
Hemidesmosomen: cel - basismembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Plaveisellaag =

A

Stratum spinosum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er met de keratinocyten in het stratum granulosum?

A

Plattere cellen, productie keratine + keratohyaliene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer cellen in het stratum granulosum dood gaan noemen we dit:

A

Statum lucidum (dikke huid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoornlaag =

A

Stratum corneum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Stratum corneum bestaat uit wat voor cellen?

A

Dode, platte cellen (geen kern, verhoornd) vol met keratine.
Cohesie neemt af -> afschilferen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Cutis of lederhuid, ook wel … genoemd

A

Dermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

1-3mm bindweefsel (collageen) + elastische vezels (elastine) =

A

Dermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de … bevat bloed- en lymfevaten, zenuwtakjes, zweet- en talgklieren

A

Dermis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat krijg je bij beschadiging van de dermis?

A

Litteken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Dermis bestaat uit stratum … en stratum … (onder naar boven)

A

Reticulare
Papillare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Welke cellen bevat de dermis? (4)

A

Fibroblasten
Macrofagen
Mestcellen (histamine)
Lymfocyten (afweer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Adnexen (4)

A

Haren
Nagels
Talgklieren
Zweetklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Haar-talgkliercomplex bestaat uit (6)

A

Bulbus
Papil
Haarschacht
Pigmentcellen
Talgklier
M. Arrator pili

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Haren worden ook wel .. genoemd

A

Pili

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Vellushaar

A

Dun, niet gepigmenteerd, donshaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Terminale haar

A

Dik, gepigmenteerd, hard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Nagels: keratineplaat bestaande uit …

A

Sterk verhoornde dode cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Talgklieren zorgt voor vettig laagje, … bij vroeg geboren baby

A

Vernix caseosa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Verschil apo- en eccriene zweetklieren

A

Apocrien: haarfollikel-talgkliercomplex
Eccrien-> warmteregulatie, handpalmen, voetzolen, voorhoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

De … zweetklier heeft een spiraal-achtige vorm

A

Eccriene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hypodermis, ook wel de … genoemd

A

Subcutis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Subcutis: vetopslag, vetcellen in kwabjes en bindweefselschotjes. Functies? (4)

A

Vetreserve
Mechanisch (bescherming stoten)
Warmte-isolerend
Bescherming tegen uitdroging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

PROVOKE

A

Plaats
Rangschikking
Omvang
Vorm
Omtrek
Kleur
Efflorescenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Plaats: solitair

A

1 leasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Plaats: circumscript

A

Beperkt tot klein gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Plaats: regionaal

A

Beperkt tot groter gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Plaats: segmentaal

A

Ganglion/dermatoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Plaats: gegeneraliseerd

A

Groot gedeelte van de huid, verspreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Plaats: universeel

A

Gehele huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Rangschikking: solitair

A

1 leasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Rangschikking: gegroepeerd: lineair

A

In een lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Rangschikking: gegroepeerd: annulair

A

In een ring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Rangschikking: gegroepeerd: herpetiform / en bouquet

A

Groepjes dicht op elkaar, bijvoorbeeld herpes simplex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Rangschikking: gegroepeerd: corymbiform

A

Moederleasie + satellietleasies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Rangschikking: gedissemineerd

A

Gelijkmatig verspreid over grote delen van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Rangschikking: diffuus

A

Aaneengesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Rangschikking: reticulair

A

Netvormig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Rangschikking: confluerend

A

Samenvloeiend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Rangschikking: folliculair

A

Gebonden aan follikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Rangschikking: discreet

A

Van elkaar gescheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Bij de omvang in de PROVOKE kijk je naar (2)

A

Aantal
Grootte

56
Q

Vorm: arciform

A

Boog

57
Q

Vorm: annulair

A

Ring

58
Q

Vorm: polycyclisch

A

Veelbochtig

59
Q

Vorm: polygonaal

A

Veelhoekig

60
Q

Vorm: gegyreerd

A

Geslingerd

61
Q

Vorm: dendritisch

A

Vertakt

62
Q

Concentrisch

A

Middel wit, dan donker, dan weer wit, dan weer donker (zoals een steen in het water)

63
Q

Vorm: kokardevormig

A

Midden zwart, dan wit, dan zwart (schietschijf)

64
Q

Waar let je op bij omtrek van PROVOKE? (2)

A

Begrenzing
Oppervlak

65
Q

Atrofie

A

Sigarettenpapier, doorschemeren vaten

66
Q

Blaar / bulla

A

> 1cm, helder vocht

67
Q

Litteken (bindweefsel)

A

Citatrix

68
Q

Citatrix: uitbreiding (ook wel genoemd..)

A

Keloid

69
Q

Citatrix: sterk boven de huid verheven (ook wel … genoemd)

A

Hypertrofisch

70
Q

Comedo

A

Mee-eter (talgklier)

71
Q

Korst

A

Crusta

72
Q

Dyschromie

A

Kleurverandering, niet-wegdrukbaar

73
Q

Bloeduitstorting oppervlakkig

A

Ecchymose

74
Q

Erosie

A

Ontvelling

75
Q

Roodheid (wegdrukbaar)

A

Erytheem

76
Q

Excoriatie

A

Schaafwond/krabeffect

77
Q

Kloof

A

Fissuur / ragade

78
Q

Hematoom

A

Bloeduitstorting diep

79
Q

Cyste / kyste

A

Afgesloten holte met vocht en cellen
EIGEN EPITHEELWAND (atheroomcyste)

80
Q

Lichenificatie

A

Olifantenhuid

81
Q

vlek

A

Macula

82
Q

Nodus

A

Knobbel >1cm, dieper in huid gelegen

83
Q

Nodulus

A

Knobbeltjes >0,5cm <1cm

84
Q

Vochtophoping

A

Oedeem

85
Q

Papel of papula

A

Pukkel <0,5cm (geeft geen litteken)

86
Q

Puntvormig, paars, niet-wegdrukbare vlekjes <2mm

A

Petechia / purpura

87
Q

Pustula

A

Puist <1 cm

88
Q

Plaque

A

Grotere, verheven plek

89
Q

Verharding huid door toename collageen

A

Sclerose

90
Q

Squama / squamae

A

Schilfers

91
Q

Hyperkeratose

A

Verhoorning

92
Q

Felle wegdrukbare roodheid (vaattekening)

A

Teleangiectasie

93
Q

Gezwel

A

Tumor

94
Q

Zweer, wond met vertraagde genezing

A

Ulcus
(Bij genezing -> litteken)

95
Q

Urtica of kwaddel

A

Vluchtige verheven huid (oedeem)

96
Q

Netelroos

A

Urticaria (galbulten, polycyclisch begrensd)

97
Q

Blaasje <1cm, helder vocht

A

Vesikel/vesicula

98
Q

Collerette

A

Kraagvormig, ringvormig kransje van schilfers resterend van opengebarsten vesicula of bulla

99
Q

Wond, beschadiging huid zonder onderliggend pathologisch proces

A

Vulnus

100
Q

Huidinfecties: bacterieel: krentebaard, ook wel … genoemd.
Is een oppervlakkige/diepe infectie.
Ziekteverwekker: …

A

Impetigo
Oppervlakkige infectie
S. Aureus

101
Q

Huidinfecties: bacterieel: impetigo, behandeling?

A

Indrogen, eventueel fusidinezuurcreme

102
Q

Goudgele korsten zijn kenmerkend voor

A

Impetigo

103
Q

Huidinfectie, bacterieel: Folliculitis is een ontsteking van …
Oppervlakkig of diep?
Verwekker is vaak …, soms …

A

Haarzakje
Oppervlakkig
S. Aureus, soms pseudomonas

104
Q

Huidinfectie, bacterieel: steenpuist, ook wel … genoemd.
Is een diepe …

A

Furunkel
Is een diepe folliculitis

105
Q

Wanneer behandel je met antibiotica bij een furunkel? Waarom?

A

Neus-bovenlip gebied
Kans op sinus cavernosus trombose -> infectie

106
Q

Huidinfectie: bacterieel: erysipelas
Verwekker: …
Wanneer insturen?

A

Streptokokken
Insturen bij orbitale cellulitis

107
Q

Erysipelas behandeling

A

Snel antibiotica behandeling

108
Q

Huidinfecties: bacterieel: paronchyia, wat is dat?
Acuut verwekker: … evt …
Chronisch verwekker: … (nagels worden …)

A

Diepe ontsteking nagelriem
Acuut: s. Aureus, evt pseudomonas aeruginosa
Chronisch: candida albicans (nagels brokkelig)

109
Q

Hudinfecties bacterieel (5)

A

Impetigo
Folliculitis
Furunkel
Erysipelas
Paronchia

110
Q

Huidinfecties, viraal (4)

A

Herpes simplex
Herpes zoster: varicella
Verruca vulgaris / plantaris
Mollusca contagiosa

111
Q

Gegroepeerde blaasjes op erythemateuze ondergrond = teken van …
Wanneer in sensibele ganglia, unilateraal: …

A

Herpes simplex
Herpes zoster

112
Q

Behandeling herpes simplex

A

Indrogen, eventueel aciclovir zalf

113
Q

Herpes simplex gingivostomatitis =

A

Herpes simplex in de mond, kan uitbreiden naar slokdarm

114
Q

Lokatie varicella + klachten

A

Diffuus op het lichaam
Jeuk

115
Q

complicatie herpes zoster N. Trigeminus

A

Infectie oog

116
Q

Waterpokken

A

Varicella

117
Q

Gordelroos

A

Herpes zoster

118
Q

Verruca vularis

A

Wrat

119
Q

Verruca plantaris
Hoe herken je deze?

A

Voetwrat, ingetrapt

120
Q

Verwekker verruca vulgaris / plantaris?

A

HPV

121
Q

Waterwratten

A

Mollusca contagiosa

122
Q

Kratertje, glanzende rand, bij opruimen ontstekingsreactie past bij ziektebeeld

A

Mollusca contagiosa

123
Q

Verwekker mollusca contagiosa

A

MCV: poxvirus, ectodermotroop (alleen huid)

124
Q

Huidinfecties: mycotisch (3)

A

Schimmels (meercellig)
Gisten (eencellig)
Parasitair

125
Q

Ringworm huid, ook wel …. Genoemd

A

Tinea infecties

126
Q

Onychomycose =

A

Schimmel nagel, begint aan ‘knipkant’

127
Q

Candida albicans op huid en slijmvliezen

A

Spruw

128
Q

Wanneer kan candida albicans (huid/slijmvliezen = spruw) ontstaan?

A

Na AB gebruik (wegjagen bacterien)
Na inhalatie corticosteroiden

129
Q

Wanneer verwacht je een positieve stretch test?

A

Pityriasis versicolor

130
Q

Kleur die omdraait, wit in zomer, donker in winter

A

Pityriasis versicolor

131
Q

Behandeling pityriasis versicolor

A

Anti-roos shampoo

132
Q

Huidinfectie: mycotisch: parasitair (3)

A

Hoofdluis
Scabies
Teek

133
Q

Schurft

A

Scabies

134
Q

Borrelia via …

A

Teek

135
Q

Erythema migrans (groter wordende rode vlek/kring) bij

A

Borrelia, lyme disease

136
Q

Profylactische behandeling bij volgezogen teek (>24 uur) die zich < … uur presenteert

A

72 uur