thema 5 stevigheid en beweging Flashcards
1 bekken (bekkengordel)
heupbeenderen
1 borstkas
borstwervels, ribben en borstbeen
1 bot (been)
stevig deel, orgaan van het bottenstelsel
1 geel beenmerg
komt voor in de mergholte van pijpbeenderen en er is vet in opgeslagen
1 ledematen
armen en benen
1 mergholte
holte in een pijpbeen tussen de koppen
1 pijpbeen
langwerpig bot met een mergholte; bevat rood en geel beenmerg
1 plat been
bot dat alleen rood beenmerg bevat en vooral voorkomt in hoofd en romp
1 rood beenmerg
komt voor in platte beenderen en in de koppen van pijpbeenderen en maakt bloedcellen aan
1 schouders (schoudergordel)
schouderbladen en sleutelbeenderen
1 skelet (geraamte)
harde delen die een organisme stevigheid geven; bottenstelsel
2 beenweefsel
is heel stevig en een beetje buigzaam
2 kalkzouten
geven stevigheid aan beenweefsel en lossen op in zoutzuur
2 kraakbeenweefsel
is stevig en buigzaam; komt bijvoorbeeld voor in de oorschelp
2 lijmstof
geeft buigzaamheid aan kraakbeenweefsel en beenweefsel; verbrandt in een vlam
3 gewricht
beweeglijke beenverbinding
3 gewrichtskapsel
houdt de botten van een gewricht op hun plaats en geeft gewrichtssmeer af
3 gewrichtskogel
kogelvormige uiteinde van een bot in een gewricht
3 gewrichtssmeer
soort smeervet tussen de kraakbeenlaagjes; zorgt voor soepele bewegingen
3 kapselbanden
stevige banden die helpen om de botten van een gewricht op hun plaats te houden
3 kogelgewricht
beenverbinding waarbij beweging in verschillende richtingen mogelijk is
3 (verbinding met) kraakbeen
beetje beweeglijke beenverbinding door kraakbeen
3 naad
niet beweeglijke beenverbinding door een naad
3 rolgewricht
beenverbinding waarbij een draaiende beweging mogelijk is; de botten draaien in de lengterichting om elkaar