thema 12 voeding en vertering X Flashcards
1 conserveermiddel
stof die een voedingsmiddel langer houdbaar maakt
1 conserveren
voedsel langer houdbaar houden
1 enzym
eiwit dat reacties versnelt zonder zelf te worden gebruikt
1 enzymactiviteit
snelheid waarmee een enzym een reactie versnelt
1 optimumkromme
diagram van enzym activiteit met een minimum, een optimum en een maximum
1 optimumtempratuur
temperatuur waarbij de enzymactiviteit optimaal (het snelst) is
1 pasteuriseren
een product gedurende korte tijd verhitten tot 72 ‘C
1 pH
zuurtegraad; een lage pH betekend een hoge zuurtegraad
1 steriliseren
een product verhitten tot 130-140 ‘C
1 voedselinfectie
besmetting door ziekmakende bacteriën of schimmels in het voedsel
1 voedselvergiftiging
vergiftiging door giftige stoffen in het voedsel, die vrijkomen bij de afbraak door bacteriën en schimmels
1 zuurgraad
geeft aan of een stop zuur (pH<7), neutraal (pH=7) of basisch (pH>7) is
2 beschermende stof
stof die helpt om ziektes te voorkomen (mineralen en vitaminen)
2 bouwstof
stof die word gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels (voor opbouw en herstel)
2 brandstof
stof die wordt gebruikt bij de verbranding (vooral glucose)
2 eiwitten
voedingsstoffen die vooral worden gebruikt als bouwstof, soms als brandstof
2 koolhydraten
voedingsstoffen die worden gebruikt als brandstof, bouwstof en reservestof (bijv. glucose, zetmeel en cellulose)
2 mineralen
voedingsstoffen die worden gebruikt als brandstof, bouwstof en beschermende stof (bijv. zouten en ijzer)
2 onverzadigd vet
zit vooral in plantaardige producten (noten, avocado) en vis; verkleint het risico op hart- en vaatziekten; dient vooral als bouwstof
2 reservestof
stof die wordt opgenomen voor later
2 verzadigd vet
zit vooral in dierlijke producten en snacks; verhoogt het risico op hart-en vaatziekten; dient vooral als brandstof
2 vetten
voedingsstoffen die vooral worden gebruikt als brandstof, die kan worden opgeslagen als reservestof
2 vitamines
voedingstoffen die dienen als beschermende stof; worden aangeduid met een letter (bijv. vitamine A) en soms een nummer (bijv. vitamine B1)
2 voedingsmiddelen
product dat je eet en/of drinkt