Thema 5 Schizofrenie en agressie Flashcards
Hallucinaties vs wanen
Hallucinaties: het ervaren van gewaarwordingen als zintuigelijke waarnemingen, terwijl er in feite geen externe prikkeling van het betrokken zintuig plaatsvindt. Ze zijn niet onderhevig aan de wil.
Wanen: stoornissen in de inhoud van het denken, bestaande uit persoonlijke, fundamentele overtuigingen die in strijd met de werkelijkheid en niet corrigeerbaar zijn, ondanks afdoende bewijs van het tegendeel.
Noem 7 type wanen
Grootheidswanen (vb onsterfelijkheids- en paranormale wanen)
Betrekkingswanen (alles in je omgeving heeft betrekking op jou)
Paranoide wanen (benadelings-, vergiftigings-, achtervolgings- en ontrouwwanen)
Depresieve wanen (vbschuld, zonde, armoede)
Somatische wanen (vb hypochndrische en zwangerschapswanen)
Misidentificatiewanen (vb echtgenote vervangen door identieke bedrieger)
Beinvloedingswanen (vb wanen over gedachtebelemmering, iemand van buitenaf is jouw gedachte aan het sturen)
5 vormen hallucinaties
Akoestisch: al dan niet imperatief, vooral bij schizofrenie
Visueel
Olfactorisch (vb brand- of chemische lucht ruiken)
Gustatorisch (proeven/smaak)
Somatisch: onderscheiden in tactiel, kinesthetisch en seksueel
Noem 3 positieve symptomen schizofrenie
Wanen, hallucinaties en formele denkstoornissen
Noem 3 negatieve symptomen schizofrenie
Sociaal terugtrekken, weinig emotie meer tonen en tot weinig activiteit komen
Welke gebieden zijn (over)actief bij mensen die stemmen horen? (Op het moment dat ze stemmen horen)
Gebied van Broca en gebied van Wernicke
Psychotische stoornissen: 9 voorbeelden
Schizofrenie
Schizoaffectieve stoornis
Gedeelde psychose
Waanstoornis
Schizofreniforme stoornis
Kortdurende psychotische stoornis
Psychotische stoornis door somatische aandoening
Psychotische stoornis door een middel
Andere/ongespecificeerde gespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis
Pathogenese psychose
Nog niet in detail bekend, ontregeling van neurotransmitters (oa tijdelijke verhoging van dopamine)
Schizofrenie DSM-V:
… (of meer) van de volgende 5 kenmerken, waarvan elk in een periode van … een significant deel van de tijd aanwezig is. Minstens 1 van deze moet 1, 2 of 3 zijn: (5 kenmerken)
Sociaal of beroepsmatig disfunctioneren (3)
Twee (of meer) van de volgende kenmerken, waarvan elk in een periode van 1 maand een significant deel van de tijd aanwezig is (of korter indien succesvol behandeld). Minstens 1 van deze moet 1, 2 of 3 zijn:
1 Wanen
2 Hallucinaties
3 Onsamenhangende spraak (bijvoorbeeld frequent de draad kwijtraken of incoherentie)
4 Ernstig gedesorganiseerd of katatoon gedrag
5 Negatieve symptomen, dat wil zeggen vervlakking van het affect, gedachten- of spraakarmoede of apathie
Sociaal of beroepsmatig disfunctioneren
▪De symptomen zijn tenminste 6 maanden ononderbroken aanwezig (waarvan minimaal 1 maand cluster A)
▪Uitsluiting van schizoaffectieve of stemmingsstoornissen
▪Uitsluiting van gebruik van middelen of een somatische aandoening
Risicofactoren schizofrenie (7)
positieve familie-anamnese
Cannabis/drugsgebruik
Mannelijk geslacht
Stedelijke omgeving
Pre- en perinatale problemen
Migratie
Psychotrauma
Bio-psychosociale-model
biologische factoren + psychologische factoren + sociale factoren
Behandeling psychotische stoornissen: niet medicamenteus (3)
psycho-educatie
3 R’en: rust, reinheid en regelmaat
Psychotherapie (CGT, systeemtherapie, ACT)
Behandeling psychotische stoornissen medicamenteus
Antipsychotica
Duur van de voortgezette behandeling met antipsychotica na een psychotische episode
1 - 2 jaar
Antipsychotica: indeling in twee groepen, namelijk:
Typisch (blokkeren van dopamine)
Oa haloperidol, zuclopentixol, penfluridol, sulperide, broomperidol
Atypisch (grijpt ook aan op andere transmitters)
Oa clozapine, quetiapine, aripiprazol, olanzapine, risperidon, amisulpride