Thema 1 Motoriek en motorische stoornissen Flashcards
Verschil CZS en PZS
CZS: cerebrum cerbellum ruggenmerg
PZS: hersenzenuwen ruggenmergzenuwen ganglia
Afferente vs efferente zenuwstelsel
Afferente gedeelte geeft info uit deomgeving door aan het CZS
Efferente ZS geeft informatie vanuit CZS naar periferie
4 hoofdtaken neuronen
Receptie (overnemen elektrische en chemische prikkels uit periferie, mn in dendrieten)
Integratie (info uit alle dendrieten, geïntegreerd in perikaryon)
Conductie (voortgeleiden van impuls over langere afstand)
Transmissie (obv synaptische beïnvloeding een actie)
Gemyeliniseerde vezel: centraal/perifeer
insnoeringen/knoop van Ranvier (= sprongsgewijze voortgeleiding zenuwstelsel)
Perifeer: cellen van Schwann
Centraal: oligodendrocyten.
Definitie sensor
De functie van een sensor is het omzetten van een van buiten of binnen het lichaam komende prikkel in een trein van actiepotentialen die het CZS informatie vertrekken over e plaats, duur en sterkte van de prikkel, zodat dit tot een bewuste waarneming kan leiden.
3 algemene sensoren
exteroceptieve sensoren (huid)
Interoceptieve sensoren (in het lichaam)
Proprioceptieve sensoren (in voortbewegingsapparaat)
Voorbeelden specifieke sensoren (3)
Oog
Oor
Smaak
3 sensoren in het lichaam
Mechanoreceptoren
Chemoreceptoren
Fotosensoren (ogen)
Receptief veld
Aantal sensoren wat op 1 specifieke zenuw terugvalt
Segmentale innervatie (3)
Sclerotomen (bot)
Myotomen (spier)
Dermatomen (huid)
Discriminatievermogen
Vertelt hoeveel sensoren het ene stukje en hoeveel sensoren het andere stukje innerveren (bv op rug 1 cm onderscheidend vermogen, terwijl op vingers 1mm)
Wat doen schakelneuronen?
Schakelneuronen kunnen impuls moduleren (uitdoven/versterken). In CZS zijn interneuronen over het algemeen remmend.
Drie functionele niveau’s sensibele banen
- Perifeer ingangsniveau
- Centraal verwerkingsniveau (ruggenmerg/CZS)
- Bewustwordingsniveau (cortex)
Vitale sensibiliteit
Wat? (3)
Via welke receptoren?
Waar?
Welke vezels?
Pijn
Temperatuur
Grove tast
Nociceptoren
Anterolateraal
Dunne gemyeliniseerde en ongemyeliniseerde vezels
Gnostische sensibiliteit
Wat? (4)
Via welke receptoren?
Waar?
Welke vezels?
Aanrakingszin/fijne tast
Bewegingszin
Positiezin
Vibratiezin
Mechanoreceptoren
Dorsaal
Dikke gemyeliniseerde vezels
Hoe verloopt de zenuwbaan voor vitale sensibiliteit?
1e neuron komt binnen in ruggenmerg en synapteert over
2e neuron kruist de midline en gaat omhoog in de tractus spinothalamicus naar de thalamus en synapteert daar over
3e neuron ontstaat in de thalamus en gaat naar de primaire sensore cortex
Hoe verloopt de zenuwbaan voor gnostische sensibiliteit?
1e neuron komt binnen in ruggenmerg en gaat omhoog in de achterstrengen naar de medullo oblongata en synapteert daar over in de nucleus gracilis (been) en cuneatus (arm)
2e neuron kruist de midline en gaat omhoog in de lemniscus medialis naar de thalamus en synapteert daar over
3e neuron ontstaat in de thalamus en gaat naar de primaire sensore cortex
Primaire somatosensorische cortex ook wel … genoemd
Gyrus postcentralis (sensibele input)
Motoriek onderverdeeld in 3 groepen:
… (vb reflex)
… (vb lopen)
…
-> … motoriek (vb opstaan)
-> … motoriek (vb schrijven)
Automatisch (vb reflex)
Stereotypisch (vb lopen)
Willekeurig
-> Grove motoriek (vb opstaan)
-> Fijne motoriek (vb schrijven)
Motoriek aangestuurd via …. Liggen in de … -> final common path. Input via: (3)
Motoriek aangestuurd via alfa-motoneuronen. Liggen in de voorhoorn (motorische voorhoorncellen) -> final common path. Input via:
- Afferente input
- Hogere centra (cerebrum)
- Lokale netwerk (alle interneuronen)
Piramidale systeem = … + …
Tractus corticobulbaris + tractus corticospinalis
Alle corticospinale banen komen samen bij …
Capsula interna
Motorische baan, vanaf cortex -> …
Vanaf cortex -> capsula interna -> deel (85%) kruist in medulla oblongata over (corticospinalis lateralis) en deel loopt door (corticospinalis anterior).
Mediale groep alfa-motoneuronen verzorgen spiergroep …
Laterale groep alfa-motoneuronen verzorgen spiergroep …
Mediaal: spieren van schoudergordel en rompspieren
Lateraal: extremiteiten
Commandoniveau is voor …
Sturing willekeurige bewegingen
Corticale motorische velden zijn belangrijk bij …
Aanzetten van willekeurige bewegingen
3 motorische schorsen:
Premotorische schors
Brodmann veld nr 6
Primaire motorische schors (primaire motorneuron, gyrus precentralis) (M1)
Brodmann veld nr 4
Supplementaire motorische schors (M2)
Brodmann nr 6 (ligt net voor de gyrus precentralis)
Wat doet het cerebellum?
Sensorische input in …
Vergelijkt motorische informatie met sensibele input die we hebben gekregen. Sensorische input voornamelijk in vermis (centrale deel cerebellum).
Functie cerebellum (3)
Uitvoering beweging
Plannen programmeren beweging
Evenwicht en oogbewegingen
Wat voor afwijkingen in LO kan je krijgen bij beschadiging cerebellum? (5)
Intentietremor
-> Dysmetrie
-> Dysdiadochokinese
Dysartrie
Agrafie
Ataxie
Evenwichtstoornissen
Wat doet basale ganglia?
Basale ganglia ontvangt en verstuurt constant informatie naar cortex -> geheugen voor automatische programma’s in motoriek. Met name dus voor geautomatiseerde bewegingen.
Belangrijkste onderdelen basale ganglia (4)
Striatium (capsula interna loopt er doorheen)
-> Nucleus caudatus
-> Putamen
Pallidus
(Sub)thalamuskernen
Substantia nigra
Aandoening basale ganglia leidt met name tot …
Bewegingsstoornissen
Wat is een reflex?
Een reflex is een onwillekeurige activiteit van een effector die het gevolg is van een instroom van impulsen uit een of meer sensoren.
5 stappen reflexboog
- Sensor
- Afferent deel (sensor -> CZS) Meestal vitaal ongemyliniseerde vezels, gnostisch gemyeliniseerde vezels
- Interneuronen bepalen remming/versterking signaal
- Efferent deel (CZS -> alfa-motoneuron)
- Motorische eenheid (effector)
3 soorten reflexen
Exteroceptieve reflex (terugtrekreactie bij iets scherps)
Interoceptieve reflex (kokhalsreflex bij vinger in keel)
Proprioceptieve reflex (kniepeesreflex)
… kan tonus tot stand houden en doorbreken
Formatio reticularis kan tonus tot stand houden en doorbreken -> nodig om een beweging te initiëren.
Houdingsregeling dmv (5)
Drukgevoelige sensoren in huid
Proprioceptoren in spieren
Evenwichtsorgaan
Spierspoelen in de nek
Visus
Hoe werkt lopen zo ‘automatisch’?
Tijdens het lopen maak je gebruik van een buig- en strekreflex. Een sensor geeft invloed (vb pijn) via ganglion naar CZS -> terugtrekreflex (flexie). Door interneuronen overschakelen contra-latale been -> extensie.
Voor elke beweging (willekeurig/onwillekeurig) is de excitatie van … nodig.
alfa-motorische voorhoorncellen
De motorische voorhoorncellen kunnen worden verdeeld in twee groepen:
De motorische voorhoorncellen kunnen worden verdeeld in een mediale groep die de axiale en proximale extremiteitsspieren bestuurt, en een laterale groep die de distale delen van de extremiteiten innerveert.
Een willekeurige beweging komt tot stand door samenwerking van een aantal verschillende gebieden in het CZS (met ieder een eigen functie), namelijk; (3)
Het commandoniveau (waar het signaal voor de start van de beweging vandaan komt en het doel van de beweging wordt vastgesteld
Het coordinatieniveau (van waaruit de beweging uit een juiste excitatie en inhibitie van synergisten en antagonisten wordt opgebouwd
Het uitvoeringsniveau (dat ervoor zorgt dat de beweging correct wordt uitgevoerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van reflexkringen)
Het commandoniveau van waaruit elke willekeurige beweging wordt geiniteerd, bevindt zich in de … kwab van de hemisferen.
Het omvat de (3).
Het commandoniveau van waaruit elke willekeurige beweging wordt geiniteerd, bevindt zich in de frontale kwab van de hemisferen.
Het omvat de primaire motorische schors (MI), de supplementaire motorische schors (MII) en de premotorische schors.
Vanuit de primaire motorische schors lopen impulsen via een deel van de tractus … en de tractus … naar de motorische voorhoorncellen van vooral de laterale groep. Deze innerveren volledig gekruist de …
Vanuit de primaire motorische schors lopen impulsen via een deel van de tractus corticobulbaris en de tractus corticospinalis lateralis naar de motorische voorhoorncellen van vooral de laterale groep. Deze innerveren volledig gekruist de gezichtsmusculatuur en de distale extremiteiten. De impulsen dienen voor de precieze bewegingen.
De coordinatie wordt uitgevoerd door (3).
Het cerebellum, de basale ganglia en delen van de hersenstam
Een reflexkring bestaat uit: (5)
Een sensor
Centripetaal deel (= afferent neuron)
Centraal deel (ten minste 1 synapsovergang, meestal 1 of meer interneuronen)
Centrifugaal deel (= efferent neuno)
Effector (animale reflexen hebben altijd een skeletspier als effector)
Tijdens het lopen maakt men gebruik van een combinatie van …
Buig- en strekreflexen
Ritmische oscillerende beweging
Tremor
Onvoorspelbare, overdreven irregulaire, vaak gracieuze bewegingen
Chorea
Eenzijdige slaande of gooiende bewegingen
Ballisme
Bradykinesie
Vertraagde uitvoering van bewegingen
Bij de signaaloverdracht van sensor op … vindt een ‘vertaling’ van prikkelsterkte naar frequentie van actiepotentialen plaats.
Sensor op neuron
Het aantal geactiveerde sensoren in een receptief veld geeft ook informatie over de prikkelsterkte.
In het sensorische systeem kan men drie niveaus onderscheiden:
Perifeer ingangsniveau
Centraal verwerkingsniveau
Bewustwordingsniveau
De somatosensorische impulsen van de secundaire neuronen schakelen in de … over op tertiaire neuronen die eindigen in het somatosensorische gebied van de hersenschors.
nucleus ventralis posterolateralis van de thalamus
Noem de 12 hersenzenuwen
1 N. olfactorius
2 N. opticus
3 N. oculomotorius
4 N. trochlearis
5 N. trigeminus
6 N. abducens
7 N. facialis
8 N. vestibulo-cochlearis
9 N. glossopharyngeus
10 N. vagus
11 N. accessorius
12 N. hypoglossus
Op ons oude tuin terras at Frits verse groente van Albert Heijn
Voor motorisch, sensibel of beide:
Some say marry money but my brother says big brains matter more
Wat zijn hersenzenuwen?
Directe zenuwaftakkingen van de hersenen en hersenstam
Hersenzenuw I
Functie?
Test?
N. Olfactorius - sensibel
Functie: reuk
Test: op indicatie geurstaafjes
Hersenzenuw II
Functie?
Test?
N. Opticus - sensibel
Functie: visus
Test: snellenkaart, pupilreflex (afferent), gezichtsveldonderzoek (confrontatie volgens Donders), fundoscopie
Lichtbron in zieke oog -> geen vernauwing, lichtbron in gezonde oog -> wel indirecte vernauwing
Hersenzenuw III
Functie?
Test?
N. Oculomotorius - motorisch
Functie: 4 van de 6 uitwendige oogspieren (m rectus superior, m rectus inferior, m rectus medialis, m obliquus inferior) + heffen ooglid (m levator palpebrae) + pupil (m sfincter pupillae en m cilliaris (parasymp), m dilatator pupilae en m tarsalis superior (symp)
Test: oogstand (reflectielampje), oogvolgbewegingen, ptosis, pupilreflex (efferent -> vernauwen pupil). Abductie + depressie.
Lichtbron in zieke oog -> geen vernauwing zieke oog, wel indirect contralaterale oog. Lichtbron in gezonde oog -> wel vernauwing in gezonde oog, maar geen indirecte vernauwing zieke oog.
Hersenzenuw IV
Functie?
Test?
N. trochlearis - motorisch
Functie: M. Obliquus superior
Test: oogstand (reflectielampje), oogvolgbewegingen
Bij leasie: niet meer naar beneden kijken
Hersenzenuw V
Functie?
Test?
N. Trigeminus - sensibel EN motorisch
Functie: sensibiliteit gelaat (V1: ramus opthalmicus = voorhoofd, oog, neus, bijholten en hersenvliezen, V2: ramus maxillaris = bovenkaak, boventanden, lip, palatum neus en sinus maxillaris, V3: ramus mandibularis = onderkaak, ondertanden, lip, tweederde tong, externe gehoorgang en hersenvliezen), motorisch kauwspieren
Test: sensibiliteit drie takken, corneareflex, kauwmusculatuur (met spatel)
Hersenzenuw VI
Functie?
Test?
N. Abducens - motorisch
Functie: m. Rectus lateralis
Test: oogstand, OVB
Afwijkend: dubbelbeelden
Hersenzenuw VII
Functie?
Test?
N. Facialis - sensibel EN motorisch
Functie: sensibel smaak 2/3 tong, traan- slijm- en speekselsecretie. Motorisch: complete aangezichtsmusculatuur
Test: symmetrie musculatuur, smaak op indicatie, corneareflex
Hersenzenuw VIII
Functie?
Test?
N. vestibulo-cochlearis - sensibel
Functie: sensibel: gehoor en evenwicht
Test: gehoor (fluisterspraak, Rinne: geleiding, Weber: perceptie/geleiding), evenwicht, nystagmus
Hoe werkt de proef van Rinne / Weber?
Plaats de voet van de trillende stemvork op het mastoïd en vraag de patiënt of hij dit hoort. Houd de stemvork meteen daarna voor het oor en vraag of het geluid luider wordt. Deze proef van Rinne is gestoord als het volume van het geluid voor het oor niet harder is. Dit wijst op een geleidingsstoornis.
Bij de proef van Weber plaats je de trillende stemvork midden op het hoofd en vraag je de patiënt of hij het geluid in het midden, of links of rechts hoort. Als hij het aan één kant beter hoort, wijst dit op een geleidingsstoornis aan de kant van het geluid of een perceptiestoornis aan de andere kant.
Met de combinatie van deze twee proeven kun je uitmaken of een hardhorendheid aan een kant op een geleidings- of een perceptiestoornis berust.
Hersenzenuw IX
Functie?
Test?
N. glossopharyngeus - sensibel EN motorisch
Functie: sensibel > motorisch, smaak achterste 1/3 tong, innervatie farynx, larynx en oesophagus
Test: smaakonderzoek, slikonderzoek, overlap met HZ X. Vaak nasale spraak.
Hersenzenuw X
Functie?
Test?
N. Vagus - sensibel EN motorisch
Functie: motorisch > sensibel, smaak achterste 1/3 tong, innervatie farynx, larynx, oesophagus
Test: slikonderzoek, symmetrie pharynxbogen, uvula in midline, hees spreken (N recurrens = aftakking n vagus)
Hersenzenuw XI
Functie?
Test?
N. Accessorius (motorisch)
Functie: m sternocleidomastoideus, m trapezius
Test: hoofd indraaien tegen weerstand, schouders heffen tegen weerstand
Hersenzenuw XII
Functie?
Test?
N. Hypoglossus - motorisch
Functie: motorisch: tongmusculatuur
Test: fasciculaties, atrofie
Tongmotoriek: bij laesie rechts tongdeviatie naar rechts (dus naar zieke kant)
Linker gezichtsveld in …hemisfeer
Rechter gezichtsveld in …hemisfeer
Linker gezichtsveld in rechterhemisfeer
Rechter gezichtsveld in linkerhemisfeer
Laesie linkerhemisfeer: voorkeursstand hoofd en ogen naar …
Laesie linkerhemisfeer: voorkeursstand hoofd en ogen ook naar links (“verwijtend aankijken”)
Verschil centrale en perifere facialisparese
Centrale facialisparese: spieren voorhoofd en ogen bilaterale aansturing, onder niet meer -> parese contralaterale spieren enkel onderkant gelaat. Kan beide ogen nog goed sluiten.
Perifere facialisparese: buiten CZS, dus nog maar 1 aansturingsrichting -> dus naast parese onderste gelaat ook aan contralaterale zijde niet meer oog kunnen sluiten.
Noem 9 hogere corticale functies
- Oriëntatie
- Taal
- Geheugen
- Rekenen
- Abstract denken
- Gelijkenissen/verschillen
- Planning
- Handelen
- Ruimtelijk inzicht
Motoriek test gradering spierkracht 0 t/m 5
0 = geen beweging mogelijk (de spier wordt niet voelbaar aangespannen)
1 = spier wordt aangespannen (zichtbare contractie, echter beweging is niet waarneembaar)
2 = bij opgeheven of verminderde zwaartekracht beweging mogelijk
3 = zwaartekracht overwinnen
4 = weerstand iets minder dan onderzoeker verwacht
5 = de geboden weerstand is normaal
Noem 7 coördinatie testen
Vingertop-proef
Vingertop-neus-proef
Knie-hak-proef
Disdiadochokinese
Koorddansersgang
Proef van Romberg
Lopen/gangspoor
Noem 10 testen voor reflexen
Bicepspeesreflex
Tricepspeesreflex
Brachioradialisreflex
Kniepeesreflex
Achillespeesreflex
Voetzoolreflex
Buikhuidreflex
Anaalreflex
Corneareflex
Primaire reflexen
Meningeale prikkelingsproeven
Teken van Kernig (hevige pijn bij het strekken van de gebogen knie)
Teken van Brudzinski (reflectoir buigen van de benen bij flexie van het hoofd)
Kiemschijf bestaat uit (4)
Welke vormt de zenuwen/hersenen?
Endoderm
Mesoderm
Ectoderm
Somieten
Ectoderm vormt uiteindelijk Zenuwen, hersenen, huid
Na 14 dagen ontstaat er vanuit het ectoderm een groeve + verdikking. Dit is de …
Neurale plaat/lijst
Neurulatie =
Neurale plaat vormt zich in de neurale buis
De neurale buis sluit van …
Gaat het onder fout? Ziektebeeld …
Gaat het boven fout? Ziekte beeld …
Binnenuit
Spina bifida
Anencefalie
Een neuron bestaat uit: (3)
Cellichaam (perikaryon)
Dendrieten
Axon
Dendrieten
Onderdeel van neuron, geleiden prikkels naar cellichaam toe
Axon
Onderdeel van neuron, stuurt signaal van de cel af
De gliacellen in het perifeer zenuwstelsel noemen we de:
Cellen van Schwann (myelineschede)
De gliacellen in het centraal zenuwstelsel noemen we de:
Oligodendrocyten (myelineschedes)
Myeline zorgt voor …
Myeline heeft een … kleur
Cellichaam heeft een … kleur
Isolatie, bescherming, versnelling
Witte
Grijze
Hoe noem je de ruimtes tussen de myelinescheden/cellen van Schwann in?
Insnoeringen van Ranvier, signaal ‘springt’
Waar in de hersenen bevindt zich de primaire somatosensorische cortex?
Gyrus postcentralis
Laatste stukje ruggenmerg wordt ook wel .. genoemd en zit bij niveau ..
Conus medullaris/terminalis
L1-L2
De hersenen bestaan uit compartimenten, gescheiden door een bindweefselschot. Welke twee zijn er?
Falx cerebri -> bindweefselschot centraal gelegen tussen beide hemisferen
Tentorium cerebelli -> tussen cerebrum en cerebellum
Volgorde structuren van de schedel van buiten naar binnen (6)
Huid
Periosteum
Bot
Dura mater
Arachnoid
Pia mater
Waar zit de epidurale ruimte?
Tussen bot en dura mater
Waar zit de subdurale ruimte?
Tussen dura mater en arachnoid
Waar zit de subarachnoidale ruimte?
Tussen arachnoid en pia mater
Kenmerken/symptomen schedelbasisfractuur (4)
Liquorrhoe (oor/neus) -> halo sign (liquor loopt verder uit dan het bloed)
Brilhematoom
Hematotypanum
Battle’s sign
EMV staat voor
Eye opening, best Motor response, best Verbal response
EMV score:
E1 =
Openen van ogen: niet reageren
EMV score:
E2 =
Openen van ogen: op pijnprikkels reageren
EMV score:
E3 =
Oenen van ogen: op aanspreken reageren
EMV score:
E4 =
Openen van ogen: spontaan reageren
EMV score:
M1 =
Motorische reactie: geen reactie op pijnprikkel(s)
EMV score:
M2 =
Motorische reactie: strekken
Krampachtig strekken van de armen met naar buitendraaien van de hand(en). Volledige spierspanning over het hele lichaam is mogelijk
EMV score
M3 =
Motorische reactie: abnormaal buigen
Armen en handen worden op een typische krampachtige manier geplooid. De benen zijn meestal gestrekt.
EMV score
M4 =
Motorische reactie: terugtrekken / afweren
Het slachtoffer maakt afwerende beweging bij pijnprikkel, maar de handen bewegen niet tot aan de pijnlocatie. De hand kan ook teruggetrokken worden.
EMV score
M5 =
Motorische reactie: lokaliseren
Bij pijnprikkel aan een hand: Het slachtoffer brengt de andere hand bij de pijnprikkel over de middellijn van het lichaam.
Bij pijnprikkel orbitaal: Het slachtoffer brengt een hand boven de schouders
EMV score
M6 =
Motorische reactie: opdrachten uitvoeren
Het slachtoffer voert een eenvoudige opdracht uit.
EMV score
V1 =
Verbale respons: geen reactie
EMV score
V2 =
Verbale respons: geluiden maken (onverstaanbaar)
EMV score
V3 =
Verbale respons: woorden zeggen (inadequaat)
EMV score
V4 =
Verbale respons: zinnen zeggen, verward
EMV score
V5 =
Adequate antwoorden, georienteerd
Welke oogspieren worden aangestuurd door hersenzenuw III?
inferior oblique
medial rectus
superior rectus
inferior rectus
Welke oogspieren worden aangestuurd door hersenzenuw VI?
lateral rectus
Welke oogspieren worden aangestuurd door hersenzenuw IV?
superior oblique
Autonomisch zenuwstelsel = visceromotorische systeem
Bestaat uit:
(Ortho)sympatisch en parasympatisch
Primaire hersenblaasjes (28 dgn)
Prosencephalon
Mesencephalon
Rhombencephalon
Caudale deel neurale buis
Secundaire hersenblaasjes (48 dgn)
Telencephalon
Diencephalon
Mesencephalon
Metencephalon
Myelencephaon
Ruggenmerg
Ezelsbruggetje: Tel Die Messen Met Mij
Volwassen structuren hersenen
Cerebrum
Diencephalon
Mesencephalon
Cerebellum + pons
Medulla oblongata
Ruggenmerg
cerebrospinale vloeistof (CSF)
liquor (hersenvocht)
Liquorproductie door:
plexus chroideus: laterale, derde en vierde ventrikels
Liquorcirculatie gaat via (6)
1 Laterale ventrikels (li/re)
2 Derde ventrikel
3 Aqueductus cerebri
4 Vierde ventrikel
5 Subarachnoidale ruimte (rondom hersenen en ruggenmerg)
6 Veneuze sinus -> bloedsomloop
Hydrocephalus =
disbalans van liquor aanmaak en afvoer. Bijvoorbeeld bij obstructie aqueductus cerebri
Welk hersenblaasje vormt uiteindelijk het grootste deel van de hersenen?
Telencephalon
Gyrus
Winding
Sulcus
Groeve
Vier hersenkwabben (lobus)
Lobus frontalis
Lobus parietalis
Lobus temporalis
Lobus occipitalis
Sulcus centralis ligging
tussen lobus frontalis en lobus parietalis
Sulcus lateralis ligging
tussen lobus frontalis/parietalis en lobus temporalis
Primaire functionele gebieden:
… ligt vlak voor sulcus centralis
… ligt vlak achter de sulcus centralis
… ligt in lobus occipitalis
…
… (reuk)
Centrum van Broca (90% linkerhemisfeer, spraakcentrum, uitspreken van woorden -> aangedaan: …)
Centrum van Wernicke (90% linkerhemisfeer, aangedaan: …)
Primaire functionele gebieden:
Primaire motorische cortex ligt vlak voor sulcus centralis
Primaire sensibele cortex ligt vlak achter de sulcus centralis
Primaire visuele cortex ligt in lobus occipitalis
Primaire auditieve cortex
Olfactoire cortex (reuk)
Centrum van Broca (90% linkerhemisfeer, spraakcentrum, uitspreken van woorden -> aangedaan kan niet op de juiste woorden komen)
Centrum van Wernicke (90% linkerhemisfeer, aangedaan: kunnen wel praten, maar geen samenhang)
Wat zijn basale kernen?
Clusters grijze stof in de witte stof
Diencephalon bevat: (5)
Diencephalon bevat onder andere de thalamus (intergratiecentrum), hypothalamus (aansturing CZS), epithalamus (oa dag- en nachtritme). Bevat ook 3e ventrikel en N. Opticus (NII)
Hersenstam bevat: (3)
Hersenstam bevat mesencephalon (midbrain), pons en myelencephalon (medulla oblongata). Belangrijke vitale regelcentra.
Uit hersenstam ontspringen 10 van de 12 zenuwen.
Cerebellum ontstaat uit:
metencephalon (samen met pons)
Cerebellum kan worden onderverdeeld in:
Twee hemisferen, vermis en cerebellaire cortex
Ruggenmerg dorsale zijde: … informatie via …
sensibele afferente informatie via radix dorsalis
Ruggenmerg ventrale zijde: … informatie via …
Motorische efferente informatie via radix ventralis
radix dorsalis en radix ventralis komen samen tot …
nervus spinalis
nervus spinalis vertakt zich naar twee zijde, namlijk:
ramus dorsalis en ramus ventralis (= gemengde zenuwen met zowel sensorische als sensibele informatie)
Welk hersenvlies bevat ankervenen?
Dura mater
Welk hersenvlies bevat granulaties?
Arachnoidea mater
Er zijn 2 belangrijke durale schotten, namelijk:
Falx cerebri (tussen hemisferen)
Tentorium cerebelli (tussen cerebrum en cerebelli)
Vascularisatie dura door onder andere:
a. meningea media
Voorste en achterste arterieel systeem
Voorste: a carotis interna
Achterste: a vertebralis
Cirkel van Willis: communicatie tussen voorste en achterste systeem
Uit cirkel van Willis zes hoofdstammen
a cerebri anterior (sin + dex)
A cerebri media (sin + dex)
A cerebri posterior (sin + dex)
Elke tak heeft een eigen verzorgingsgebied.
Extra-cerebrale bloedingen (3)
Epiduralaal (ruptuur a meningeale media) -> citroenvorm
Subduraal (ruptuur ankervenen) -> banaanvorm
Subaracnoideaal (aneurysma)
De topografische indeling onderscheidt het centrale zenuwstelsel (CZS – bestaat uit
ruggenmerg en hersenen) en het perifere zenuwstelsel.
De functionele indeling onderscheidt …
het somatische en autonome zenuwstelsel
De hersenen zijn ontstaan uit een vijftal verwijdingen van het craniale deel van de neurale
buis: (5)
telencephalon, diencephalon, mesencephalon, metencephalon en myelencephalon
Het ruggenmerg heeft
een epidurale ruimte gevuld met … en een … en is er een
verbinding tussen de dura mater en pia mater middels het …
Het ruggenmerg heeft
een epidurale ruimte gevuld met losmazig weefsel en een veneuze plexus en is er een
verbinding tussen de dura mater en pia mater middels het lig. denticulatum.
Een viertal plexus choroidei, gelegen in een viertal ventrikels in de hersenen produceren
dagelijks … ml vocht, de liquor cerebrospinalis.
500 ml
Motorische cel cortex =
Centraal motorisch neuron
motorische cel ruggenmerg =
Perifeer motorisch neuron
Symptomen bij probleem centraal zenuwstelsel wat betreft kracht, tonus, reflexen, voetzoolreflex
minder kracht, verhoogde tonus, verhoogde reflexen, voetzool babinski
Symptomen bij probleem perifeer zenuwstelsel wat betreft kracht, tonus, reflexen, voetzoolreflex
minder kracht, minder tonus, minder reflexen, voetzool plantair
Doel cerebellum (3)
Zorgen dat bewegingen armen/benen/romp glad en proportioneel verlopen
Zorgen dat spraak soepel verloopt
Zorgen dat oogbewegingen soepel verlopen
… banen zijn ongekruisd
Bij probleem -> symptomen?
Cerebellaire banen zijn ongekruisd.
Hemisfeer -> ataxie zelfde zijde
Vermis cerebelli -> ataxie bij lopen of staan (rompbalans)
Piramidaal systeem =
Motorische systeem
Wat doet het extrapiramidale systeem? Symptomen bij aangedaan?
zorgt voor soepelheid spieren
Als niet goed werkt dan worden spieren:
- Trager
- Stijver
- Er kan trillen ontstaan
Indeling extrapiramidale aandoeningen:
Hypokinetisch (5)
Hyperkinetisch (3)
Hypokinetisch (het werkt te weinig)
- Parkinson
- MSA-P (parkinsonisme, multipele systeem atrofie)
- PSP
- Lewy body dementie
- Iatrogeen (bij toediening haldol, dus bij cognitieve problemen/visuele hallucinaties geen haldol geven)
Hyperkinetisch (het werkt te veel)
- Dystonie
- Chorea
- Cerebral palsy
Noem 3 verschillende typen neuronen
Sensorische neuronen (zintuigen -> CZS)
Motorneuronen (CZS -> spieren/klieren)
Interneuronen (verbinden neuronen binnen CZS)
(Bron: chat GPT)
Hoe ziet de bouw van een neuron eruit?
Dendrieten (ontvangst van signalen)
Cellichaam (met de kern en organelen)
Axon (geleiding van signalen)
Axonuiteinden (communicatie met andere neuronen)
(Bron: chat GPT)
Waar bestaat de synaps uit?
Presynaptische terminal (afgiftepunt neurotransmitters)
Synaptische spleet (ruimte tussen presynaptische en postsynaptische membraan)
Postsynaptische membraan (ontvangt neurotransmitters)
(Bron: chat GPT)
Wat is het extrapiramidaal systeem (volgens chat GPT)?
Het extrapiramidale systeem omvat verschillende structuren in de hersenen die betrokken zijn bij motorische controle, zoals e basale ganglia en delen van d hersenstam. Het speelt een rol bij het initieren en moduleren van bewegingen, maar niet rechtstreeks via de piramidebanen.
Geef aan wat de gevolgen zijn voor het looppatroon bij schade aan:
- het CMN
- het PMN
- het cerebellum
- de basale ganglia
- de achterstreng
CMN: spasticiteit en stijfheid
PMN: spierzwakte en atrofie
Cerebellum: ongecoordineerd looppatroon en evenwichtsproblemen
Basale ganglia: hypokinesie, tremoren, loopstoornissen
Achterstreng: verlies van proprioceptie en onstabiel looppatroon
(Bron: chat GPT)
Verschil cerebellire ataxie vs sensibele ataxie (volgens chat GPT)
-
Cerebellaire ataxie:
- Cerebellaire ataxie wordt veroorzaakt door schade aan het cerebellum, wat resulteert in ongecoördineerde bewegingen, evenwichtsproblemen en dysmetrie (moeite met het uitvoeren van nauwkeurige bewegingen).
- Patiënten kunnen problemen hebben met het uitvoeren van snelbewegingen, zoals snelle alternerende bewegingen, vinger-tot-neus testen en hiel-tot-scheen testen.
- Dysartrie (spraakstoornissen) en nystagmus (onwillekeurige oogbewegingen) zijn vaak aanwezig bij cerebellaire laesies.
-
Sensibele ataxie:
- Sensibele ataxie wordt veroorzaakt door problemen in de sensorische banen van het ruggenmerg of perifere zenuwen, wat resulteert in een verstoord gevoel van positie en beweging (proprioceptie).
- Patiënten kunnen een breedbasisch gangpatroon vertonen, maar dit wordt veroorzaakt door onzekerheid over de positie van de ledematen in plaats van ongecoördineerde bewegingen.
- Verlies van vibratiegevoel en proprioceptie zijn typische kenmerken van sensibele ataxie.
- Reflexen kunnen verminderd zijn of afwezig zijn bij sensibele ataxie, terwijl ze meestal intact zijn bij cerebellaire ataxie.
- Spasticiteit (verhoogde spierspanning)
- Hyperreflexie (verhoogde reflexen)
- Babinski-teken (extensie van de grote teen bij het stimuleren van de zool van de voet)
- Krachtverlies en verlies van fijne motorische controle in de spieren onder controle van het aangetaste gebied in de hersenen of het ruggenmerg.
Waar zit meest waarschijnlijk de schade?
Centraal Motorneuron (CMN)
- Spieratrofie (verlies van spiermassa)
- Fasciculaties (onwillekeurige spiercontracties)
- Verminderde spierspanning (hypotonie)
- Verminderde reflexen (hyporeflexie of areflexie)
Waar zit meest waarschijnlijk de schade?
Perifeer Motorneuron (PMN)
- Verlies van motorische functie in de spieren die door de aangetaste zenuwwortel worden geïnnerveerd
- Mogelijk radiculaire pijn (pijn die langs het verloop van de aangedane zenuwstraal uitstraalt)
Waar zit meest waarschijnlijk de schade?
Radix Centralis (voorste wortel van het ruggenmerg)
- Sensibele stoornissen zoals gevoelsverlies, tintelingen, of pijn in het dermatoom dat door de aangetaste zenuwwortel wordt geïnnerveerd
- Mogelijk verlies van reflexen in het dermatoom
Waar zit meest waarschijnlijk de schade?
Radix Dorsalis (achterste wortel van het ruggenmerg)
Er kunnen motorische, sensorische en reflexveranderingen optreden in het corresponderende dermatoom en myotoom.
Waar zit dan meest waarschijnlijk de schade?
Spinale zenuw
- Ongecoördineerde bewegingen (ataxie)
- Verlies van balans en coördinatie
- Nystagmus (onwillekeurige oogbewegingen)
- Dysartrie (spraakstoornissen)
Waar zit meest waarschijnlijk de schade?
Cerebellum
- Hypokinesie (verminderde bewegingsbereik)
- Tremor in rust
- Chorea (onwillekeurige, niet-ritmische bewegingen)
- Dystonie (onwillekeurige spiersamentrekkingen)
Waar zit meest waarschijnlijk de schade?
Basale ganglia
- Verlies van proprioceptie (gevoel van lichaamspositie)
- Verminderde vibratiegevoel
- Verlies van discriminatief aanrakingsgevoel
Waar zit meest waarschijnlijk de schade?
Achterstreng
Wat is athetose?
Athetose is een neurologische aandoening die wordt gekenmerkt door langzame, onvrijwillige, kronkelende bewegingen van de ledematen, gezichtsspieren en soms de romp. Deze bewegingen worden vaak beschreven als wringend of kronkelend en kunnen variëren in intensiteit van mild tot ernstig. Athetose is meestal het gevolg van schade aan bepaalde delen van de hersenen, met name de basale ganglia, die betrokken zijn bij het reguleren van de controle over de spierbewegingen.
(Bron chat GPT)