Thema 1 Motoriek en motorische stoornissen Flashcards
Verschil CZS en PZS
CZS: cerebrum cerbellum ruggenmerg
PZS: hersenzenuwen ruggenmergzenuwen ganglia
Afferente vs efferente zenuwstelsel
Afferente gedeelte geeft info uit deomgeving door aan het CZS
Efferente ZS geeft informatie vanuit CZS naar periferie
4 hoofdtaken neuronen
Receptie (overnemen elektrische en chemische prikkels uit periferie, mn in dendrieten)
Integratie (info uit alle dendrieten, geïntegreerd in perikaryon)
Conductie (voortgeleiden van impuls over langere afstand)
Transmissie (obv synaptische beïnvloeding een actie)
Gemyeliniseerde vezel: centraal/perifeer
insnoeringen/knoop van Ranvier (= sprongsgewijze voortgeleiding zenuwstelsel)
Perifeer: cellen van Schwann
Centraal: oligodendrocyten.
Definitie sensor
De functie van een sensor is het omzetten van een van buiten of binnen het lichaam komende prikkel in een trein van actiepotentialen die het CZS informatie vertrekken over e plaats, duur en sterkte van de prikkel, zodat dit tot een bewuste waarneming kan leiden.
3 algemene sensoren
exteroceptieve sensoren (huid)
Interoceptieve sensoren (in het lichaam)
Proprioceptieve sensoren (in voortbewegingsapparaat)
Voorbeelden specifieke sensoren (3)
Oog
Oor
Smaak
3 sensoren in het lichaam
Mechanoreceptoren
Chemoreceptoren
Fotosensoren (ogen)
Receptief veld
Aantal sensoren wat op 1 specifieke zenuw terugvalt
Segmentale innervatie (3)
Sclerotomen (bot)
Myotomen (spier)
Dermatomen (huid)
Discriminatievermogen
Vertelt hoeveel sensoren het ene stukje en hoeveel sensoren het andere stukje innerveren (bv op rug 1 cm onderscheidend vermogen, terwijl op vingers 1mm)
Wat doen schakelneuronen?
Schakelneuronen kunnen impuls moduleren (uitdoven/versterken). In CZS zijn interneuronen over het algemeen remmend.
Drie functionele niveau’s sensibele banen
- Perifeer ingangsniveau
- Centraal verwerkingsniveau (ruggenmerg/CZS)
- Bewustwordingsniveau (cortex)
Vitale sensibiliteit
Wat? (3)
Via welke receptoren?
Waar?
Welke vezels?
Pijn
Temperatuur
Grove tast
Nociceptoren
Anterolateraal
Dunne gemyeliniseerde en ongemyeliniseerde vezels
Gnostische sensibiliteit
Wat? (4)
Via welke receptoren?
Waar?
Welke vezels?
Aanrakingszin/fijne tast
Bewegingszin
Positiezin
Vibratiezin
Mechanoreceptoren
Dorsaal
Dikke gemyeliniseerde vezels
Hoe verloopt de zenuwbaan voor vitale sensibiliteit?
1e neuron komt binnen in ruggenmerg en synapteert over
2e neuron kruist de midline en gaat omhoog in de tractus spinothalamicus naar de thalamus en synapteert daar over
3e neuron ontstaat in de thalamus en gaat naar de primaire sensore cortex
Hoe verloopt de zenuwbaan voor gnostische sensibiliteit?
1e neuron komt binnen in ruggenmerg en gaat omhoog in de achterstrengen naar de medullo oblongata en synapteert daar over in de nucleus gracilis (been) en cuneatus (arm)
2e neuron kruist de midline en gaat omhoog in de lemniscus medialis naar de thalamus en synapteert daar over
3e neuron ontstaat in de thalamus en gaat naar de primaire sensore cortex
Primaire somatosensorische cortex ook wel … genoemd
Gyrus postcentralis (sensibele input)
Motoriek onderverdeeld in 3 groepen:
… (vb reflex)
… (vb lopen)
…
-> … motoriek (vb opstaan)
-> … motoriek (vb schrijven)
Automatisch (vb reflex)
Stereotypisch (vb lopen)
Willekeurig
-> Grove motoriek (vb opstaan)
-> Fijne motoriek (vb schrijven)
Motoriek aangestuurd via …. Liggen in de … -> final common path. Input via: (3)
Motoriek aangestuurd via alfa-motoneuronen. Liggen in de voorhoorn (motorische voorhoorncellen) -> final common path. Input via:
- Afferente input
- Hogere centra (cerebrum)
- Lokale netwerk (alle interneuronen)
Piramidale systeem = … + …
Tractus corticobulbaris + tractus corticospinalis
Alle corticospinale banen komen samen bij …
Capsula interna
Motorische baan, vanaf cortex -> …
Vanaf cortex -> capsula interna -> deel (85%) kruist in medulla oblongata over (corticospinalis lateralis) en deel loopt door (corticospinalis anterior).
Mediale groep alfa-motoneuronen verzorgen spiergroep …
Laterale groep alfa-motoneuronen verzorgen spiergroep …
Mediaal: spieren van schoudergordel en rompspieren
Lateraal: extremiteiten
Commandoniveau is voor …
Sturing willekeurige bewegingen
Corticale motorische velden zijn belangrijk bij …
Aanzetten van willekeurige bewegingen
3 motorische schorsen:
Premotorische schors
Brodmann veld nr 6
Primaire motorische schors (primaire motorneuron, gyrus precentralis) (M1)
Brodmann veld nr 4
Supplementaire motorische schors (M2)
Brodmann nr 6 (ligt net voor de gyrus precentralis)
Wat doet het cerebellum?
Sensorische input in …
Vergelijkt motorische informatie met sensibele input die we hebben gekregen. Sensorische input voornamelijk in vermis (centrale deel cerebellum).
Functie cerebellum (3)
Uitvoering beweging
Plannen programmeren beweging
Evenwicht en oogbewegingen
Wat voor afwijkingen in LO kan je krijgen bij beschadiging cerebellum? (5)
Intentietremor
-> Dysmetrie
-> Dysdiadochokinese
Dysartrie
Agrafie
Ataxie
Evenwichtstoornissen
Wat doet basale ganglia?
Basale ganglia ontvangt en verstuurt constant informatie naar cortex -> geheugen voor automatische programma’s in motoriek. Met name dus voor geautomatiseerde bewegingen.
Belangrijkste onderdelen basale ganglia (4)
Striatium (capsula interna loopt er doorheen)
-> Nucleus caudatus
-> Putamen
Pallidus
(Sub)thalamuskernen
Substantia nigra
Aandoening basale ganglia leidt met name tot …
Bewegingsstoornissen
Wat is een reflex?
Een reflex is een onwillekeurige activiteit van een effector die het gevolg is van een instroom van impulsen uit een of meer sensoren.
5 stappen reflexboog
- Sensor
- Afferent deel (sensor -> CZS) Meestal vitaal ongemyliniseerde vezels, gnostisch gemyeliniseerde vezels
- Interneuronen bepalen remming/versterking signaal
- Efferent deel (CZS -> alfa-motoneuron)
- Motorische eenheid (effector)
3 soorten reflexen
Exteroceptieve reflex (terugtrekreactie bij iets scherps)
Interoceptieve reflex (kokhalsreflex bij vinger in keel)
Proprioceptieve reflex (kniepeesreflex)
… kan tonus tot stand houden en doorbreken
Formatio reticularis kan tonus tot stand houden en doorbreken -> nodig om een beweging te initiëren.
Houdingsregeling dmv (5)
Drukgevoelige sensoren in huid
Proprioceptoren in spieren
Evenwichtsorgaan
Spierspoelen in de nek
Visus
Hoe werkt lopen zo ‘automatisch’?
Tijdens het lopen maak je gebruik van een buig- en strekreflex. Een sensor geeft invloed (vb pijn) via ganglion naar CZS -> terugtrekreflex (flexie). Door interneuronen overschakelen contra-latale been -> extensie.
Voor elke beweging (willekeurig/onwillekeurig) is de excitatie van … nodig.
alfa-motorische voorhoorncellen
De motorische voorhoorncellen kunnen worden verdeeld in twee groepen:
De motorische voorhoorncellen kunnen worden verdeeld in een mediale groep die de axiale en proximale extremiteitsspieren bestuurt, en een laterale groep die de distale delen van de extremiteiten innerveert.
Een willekeurige beweging komt tot stand door samenwerking van een aantal verschillende gebieden in het CZS (met ieder een eigen functie), namelijk; (3)
Het commandoniveau (waar het signaal voor de start van de beweging vandaan komt en het doel van de beweging wordt vastgesteld
Het coordinatieniveau (van waaruit de beweging uit een juiste excitatie en inhibitie van synergisten en antagonisten wordt opgebouwd
Het uitvoeringsniveau (dat ervoor zorgt dat de beweging correct wordt uitgevoerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van reflexkringen)
Het commandoniveau van waaruit elke willekeurige beweging wordt geiniteerd, bevindt zich in de … kwab van de hemisferen.
Het omvat de (3).
Het commandoniveau van waaruit elke willekeurige beweging wordt geiniteerd, bevindt zich in de frontale kwab van de hemisferen.
Het omvat de primaire motorische schors (MI), de supplementaire motorische schors (MII) en de premotorische schors.
Vanuit de primaire motorische schors lopen impulsen via een deel van de tractus … en de tractus … naar de motorische voorhoorncellen van vooral de laterale groep. Deze innerveren volledig gekruist de …
Vanuit de primaire motorische schors lopen impulsen via een deel van de tractus corticobulbaris en de tractus corticospinalis lateralis naar de motorische voorhoorncellen van vooral de laterale groep. Deze innerveren volledig gekruist de gezichtsmusculatuur en de distale extremiteiten. De impulsen dienen voor de precieze bewegingen.
De coordinatie wordt uitgevoerd door (3).
Het cerebellum, de basale ganglia en delen van de hersenstam
Een reflexkring bestaat uit: (5)
Een sensor
Centripetaal deel (= afferent neuron)
Centraal deel (ten minste 1 synapsovergang, meestal 1 of meer interneuronen)
Centrifugaal deel (= efferent neuno)
Effector (animale reflexen hebben altijd een skeletspier als effector)
Tijdens het lopen maakt men gebruik van een combinatie van …
Buig- en strekreflexen
Ritmische oscillerende beweging
Tremor
Onvoorspelbare, overdreven irregulaire, vaak gracieuze bewegingen
Chorea
Eenzijdige slaande of gooiende bewegingen
Ballisme
Bradykinesie
Vertraagde uitvoering van bewegingen
Bij de signaaloverdracht van sensor op … vindt een ‘vertaling’ van prikkelsterkte naar frequentie van actiepotentialen plaats.
Sensor op neuron
Het aantal geactiveerde sensoren in een receptief veld geeft ook informatie over de prikkelsterkte.
In het sensorische systeem kan men drie niveaus onderscheiden:
Perifeer ingangsniveau
Centraal verwerkingsniveau
Bewustwordingsniveau
De somatosensorische impulsen van de secundaire neuronen schakelen in de … over op tertiaire neuronen die eindigen in het somatosensorische gebied van de hersenschors.
nucleus ventralis posterolateralis van de thalamus
Noem de 12 hersenzenuwen
1 N. olfactorius
2 N. opticus
3 N. oculomotorius
4 N. trochlearis
5 N. trigeminus
6 N. abducens
7 N. facialis
8 N. vestibulo-cochlearis
9 N. glossopharyngeus
10 N. vagus
11 N. accessorius
12 N. hypoglossus
Op ons oude tuin terras at Frits verse groente van Albert Heijn
Voor motorisch, sensibel of beide:
Some say marry money but my brother says big brains matter more
Wat zijn hersenzenuwen?
Directe zenuwaftakkingen van de hersenen en hersenstam
Hersenzenuw I
Functie?
Test?
N. Olfactorius - sensibel
Functie: reuk
Test: op indicatie geurstaafjes
Hersenzenuw II
Functie?
Test?
N. Opticus - sensibel
Functie: visus
Test: snellenkaart, pupilreflex (afferent), gezichtsveldonderzoek (confrontatie volgens Donders), fundoscopie
Lichtbron in zieke oog -> geen vernauwing, lichtbron in gezonde oog -> wel indirecte vernauwing
Hersenzenuw III
Functie?
Test?
N. Oculomotorius - motorisch
Functie: 4 van de 6 uitwendige oogspieren (m rectus superior, m rectus inferior, m rectus medialis, m obliquus inferior) + heffen ooglid (m levator palpebrae) + pupil (m sfincter pupillae en m cilliaris (parasymp), m dilatator pupilae en m tarsalis superior (symp)
Test: oogstand (reflectielampje), oogvolgbewegingen, ptosis, pupilreflex (efferent -> vernauwen pupil). Abductie + depressie.
Lichtbron in zieke oog -> geen vernauwing zieke oog, wel indirect contralaterale oog. Lichtbron in gezonde oog -> wel vernauwing in gezonde oog, maar geen indirecte vernauwing zieke oog.
Hersenzenuw IV
Functie?
Test?
N. trochlearis - motorisch
Functie: M. Obliquus superior
Test: oogstand (reflectielampje), oogvolgbewegingen
Bij leasie: niet meer naar beneden kijken
Hersenzenuw V
Functie?
Test?
N. Trigeminus - sensibel EN motorisch
Functie: sensibiliteit gelaat (V1: ramus opthalmicus = voorhoofd, oog, neus, bijholten en hersenvliezen, V2: ramus maxillaris = bovenkaak, boventanden, lip, palatum neus en sinus maxillaris, V3: ramus mandibularis = onderkaak, ondertanden, lip, tweederde tong, externe gehoorgang en hersenvliezen), motorisch kauwspieren
Test: sensibiliteit drie takken, corneareflex, kauwmusculatuur (met spatel)
Hersenzenuw VI
Functie?
Test?
N. Abducens - motorisch
Functie: m. Rectus lateralis
Test: oogstand, OVB
Afwijkend: dubbelbeelden
Hersenzenuw VII
Functie?
Test?
N. Facialis - sensibel EN motorisch
Functie: sensibel smaak 2/3 tong, traan- slijm- en speekselsecretie. Motorisch: complete aangezichtsmusculatuur
Test: symmetrie musculatuur, smaak op indicatie, corneareflex
Hersenzenuw VIII
Functie?
Test?
N. vestibulo-cochlearis - sensibel
Functie: sensibel: gehoor en evenwicht
Test: gehoor (fluisterspraak, Rinne: geleiding, Weber: perceptie/geleiding), evenwicht, nystagmus
Hoe werkt de proef van Rinne / Weber?
Plaats de voet van de trillende stemvork op het mastoïd en vraag de patiënt of hij dit hoort. Houd de stemvork meteen daarna voor het oor en vraag of het geluid luider wordt. Deze proef van Rinne is gestoord als het volume van het geluid voor het oor niet harder is. Dit wijst op een geleidingsstoornis.
Bij de proef van Weber plaats je de trillende stemvork midden op het hoofd en vraag je de patiënt of hij het geluid in het midden, of links of rechts hoort. Als hij het aan één kant beter hoort, wijst dit op een geleidingsstoornis aan de kant van het geluid of een perceptiestoornis aan de andere kant.
Met de combinatie van deze twee proeven kun je uitmaken of een hardhorendheid aan een kant op een geleidings- of een perceptiestoornis berust.
Hersenzenuw IX
Functie?
Test?
N. glossopharyngeus - sensibel EN motorisch
Functie: sensibel > motorisch, smaak achterste 1/3 tong, innervatie farynx, larynx en oesophagus
Test: smaakonderzoek, slikonderzoek, overlap met HZ X. Vaak nasale spraak.
Hersenzenuw X
Functie?
Test?
N. Vagus - sensibel EN motorisch
Functie: motorisch > sensibel, smaak achterste 1/3 tong, innervatie farynx, larynx, oesophagus
Test: slikonderzoek, symmetrie pharynxbogen, uvula in midline, hees spreken (N recurrens = aftakking n vagus)
Hersenzenuw XI
Functie?
Test?
N. Accessorius (motorisch)
Functie: m sternocleidomastoideus, m trapezius
Test: hoofd indraaien tegen weerstand, schouders heffen tegen weerstand
Hersenzenuw XII
Functie?
Test?
N. Hypoglossus - motorisch
Functie: motorisch: tongmusculatuur
Test: fasciculaties, atrofie
Tongmotoriek: bij laesie rechts tongdeviatie naar rechts (dus naar zieke kant)