Thema 5 Huidaandoeningen Flashcards
Eczeem =
Een steriele ontstekingsreactie van de huid door inwerking van een of meerdere externe en interne factoren
Polymorfe eruptie/efflorescentie naast en/of na elkaar (erytheem, squamae, papulae, vesiculae, natten, crustae, lichenificatie)
Drie stadia van eczeem
Acuut eczeem: polymorf met erytheem, oedeem, papels en vesikels, evt natten
Subacuut eczeem: minder polymorf, vesikels drogen in, droog en schilferig
Chronisch eczeem: erytheem neemt af, lichenificatie, ontstaan an fissuren
Behandeling eczeem medicamenteus systemisch
Prednison
Behandeling eczeem lokaal, indifferent, niet droog en niet nat =
Creme (cetomacrogolcreme, lanettecreme)
Behandeling eczeem lokaal, indifferent, droog =
Vette creme (vaselinecetomacrogolcreme, vaselinelanettecreme)
Behandeling eczeem lokaal, indifferent, zeer droog =
Zalf, vette zalf (koelzalf, cetomacrogolzalf, lanettezalf)
Constitutioneel eczeem
op kenmerkende, leeftijdsafhankelijke plaatsen bij droge huid en atopische constitutie (jeuk!!)
Irritatief contacteczeem
veroorzaakt door huidcontact met irriterende stoffen
Allergisch contacteczeem
veroorzaakt door huidcontact met allergeen na eerdere sensibilisatie.
Acrovesiculeus eczeem
aan handpalmen, voetzolen en zijkanten van vingers en tenen, waarbij jeuk en blaasjes domineren.
Nummulair eczeem
gekenmerkt door ronde, matig scherp begrensde plekken.
Hypostatisch eczeem
(nattende) roodheid, korstjes en schilfering aan de onderbenen bij chronische veneuze insufficiëntie
Asteatotisch eczeem
droge huid met bleekrode barstjes, vooral op onderbenen van oudere patiënten.
Three-Item-Severity (TIS)-score =
ter bepaling ernst vanconstitutioneel eczeemdoor score van 3 items (roodheid, oedeem/papels, krabeffecten):
afwezig = 0
mild = 1
matig = 2
ernstig = 3 (maximale score = 9)
TIS-score < 3: mild eczeem
TIS-score 3-5: matig eczeem
TIS-score ≥ 6: ernstig eczeem
Vroeg atopisch eczeem (dauwworm) =
3e - 6e maand, acuut nattend eczeem
Jeuk + nachtrust!
Lokalisatie romp, enkeltjes
Epidemiologie huidkanker (BCC, PCC, melanoom)
70% BCC
20% PCC
10% melanoom
Basaalcelcarcinoom (BCC)
Kenmerken?
Risicogroep?
Glazig glanzend bolletje, vaak kleine vaatjes die er in lopen
Risicogroep
>45jr
Licht huidtype
Zonlichtblootstelling
Metastaseren zelden, kunnen wel lokaal ingroeien -> kan weefselbeschadiging en morbiditeit geven
Plaveiselcelcarcinoom (PCC), ook wel … genoemd
Spinocellulair carcinoom
Plaveiselcelcarcinoom (PCC)
Kenmerken?
Risicogroep?
Met sprietjes de omgeving ingroeien, droog/schilferig
Risicogroep
- Licht huidtype
- Zonblootstelling
- Immuunstoornis (HIV, immunosuppressiva)
Wel (niet zo groot) risico op metastasering (vaak laat); vooral lymfogeen
Melanoom
Risicogroepen
Risicogroepen
- Piekleeftijd 30-50jr
- Licht huidtype
- Soms familiair bv FAMMM
Hoog risico op metastasering
Amelanotisch melanoom = verraderlijk
ABCDE bij melanoom
Asymmetrie: de ene helft van de vlek of moedervlek heeft een andere kleur of vorm dan de andere helft.
Border/rand: de vlek of moedervlek heeft een onregelmatige grillige rand.
Color/kleur: de vlek of moedervlek verandert van kleur of heeft verschillende kleuren.
Diameter: de vlek of moedervlek is groter dan 5 millimeter.
Evolving/evolutie: de vlek of moedervlek jeukt, bloedt of verandert.
Creme bevat meer … en minder …
Zalf bevat meer … en minder …
Creme bevat meer water minder vet
Zalf bevat meer vet minder water
Bij mild nattend eczeem gebruik je een … als basis
Creme
Werking corticosteroiden lokaal (3)
Vasoconstrictie (minder roodheid)
Anti-inflammatoire werking
Remt jeuk
Verdeling dermatocorticosteroiden
Klasse 1 (1)
Klasse 2 (4)
Klasse 3 (4)
Klasse 4 (2)
- Triamcinolonacetonide
- Betamethason
- Betamethason in propyleenglycol
- Desoximetason
- Hydrocortison
- Clobetason
- Flumetason
- Hydrocortisonbutyraat
- Fluticason
- Mometason
- Clobetasol
Klasse 1
- Hydrocortison
Klasse 2
- Clobetason
- Flumetason
- Hydrocortisonbutyraat
- Triamcinolonacetonide
Klasse 3
- Betamethason
- Desoximetason
- Fluticason
- Mometason
Klasse 4
- Betamethason in propyleenglycol
- Clobetasol
Dermatocorticosteroiden: gebruik klasse-2 en klasse-3 preparaten niet langer dan … dagelijks
2-3 weken
Behandeling mild eczeem (lichte roodheid, weinig tot geen oedeem of krabeffecten) TIS-score <3
Start indifferent middel 1 tot 2 maal daags na douchen of baden
Behandeling matig eczeem (matige roodheid, licht oedeem en krabeffecten) TIS-score 3-5
Start klasse-1 corticosteroid 2 maal daags en indifferent middel 1 tot 2 maal daags
Bij onvoldoende effect: klasse-2-corticosteroid 1 tot 2 maal daags en indifferent middel 1-2 maal daags
Behandeling ernstig eczeem (forse roodheid, oedeem/papels en duidelijke krabeffecten) TIS-score > of gelijk aan 6
Start klasse-3 corticosteroid (niet in gelaat of lichaamsplooien) 1 tot 2 maal daags en indifferent middel 1 tot 2 maal daags
Behandeling frequente recidieven van eczeem
Overweeg preventieve pulse-therapie met klasse-2-corticosteroïd (1 maal daags gedurende 2 tot 4 opeenvolgende dagen per week), naast dagelijks gebruik van indifferent middel.
Lokale bijwerkingen dermale corticosteroiden (3)
Atrofie van dermis en epidermis, teleangiectasieen
Striae
Papulopustuleuze periorale en/of perioculaire dermatitis
Bij chronisch gebruik van dermato corticosteroïden wordt regelmatig gebruik gemaakt van pulsschema (wisselschema’s).
Wat is de reden dat deze pulsschema’s worden gebruikt?
Bij het chronische gebruik van dermato coritosteroiden kan een verzadingsfenomeen (tachyfylaxie) optreden. Hoe sterker het corticosteroïd, hoe eerder het fenomeen van tachyfylaxie optreedt.
Bij chronisch gebruik kan het risico op tachyfylaxie worden verkleind door corticosteroïden intermitterend toe te dienen (pulsschema). Hierbij behandelt men de dermatose vier (max. 5) opeenvolgende dagen met een corticosteroïd en vervolgens twee, drie of vier dagen met een indifferent middel. Hierdoor is tachyfylaxie te voorkomen en tevens de neiging een steeds sterker corticosteroïd voor te schrijven.
PROVOKE
Plaats
Rangschikking
Omvang
Vorm
Omtrek
Kleur
Efflorescenties