thema 5 Flashcards
The individual within the group
de drie belangrijke effecten van anderen op een individu
-Social facilitation
-Social loafing
-Deindividuation
social facilitaton(volgens triplett)
De aanwezigheid van anderen kan ervoor zorgen dat mensen beter gaan presteren bij het uitvoeren
van een makkelijke taak (of een taak die voor hen heel bekend is, goed getraind).
De aanwezigheid van anderen
triggert een gevoel van competitie en leidt tot betere prestaties.
KRITIEK
Michael Strube gebruikte moderne statistische technieken en kwam
erachter dat de resultaten van triplett’s onderzoek niet zo duidelijk waren als in het onderzoeksverslag van
Triplett.
the zajonc’s resolution (drive theory/mere presency theory)
aanwezigheid van anderen zorgt voor arousal->arousal versterkt dominante respons->In makkelijke situaties, of situaties waarin we getraind zijn, leidt dit tot betere prestaties.
In moeilijke, ongetrainde situaties leidt dit tot minder goede prestaties(dus social facilitation)
de gemaakte onderscheid tussen social facilitation en social inhibition
-social facilitation (aanwezigheid van anderen bij makkelijke taak → beter presteren) en
-social inhibition (ook wel social interference) (aanwezigheid van anderen bij moeilijke taak →slechter presteren).
social facilitation volgens blascovich
aparte arousals voor makkelijke en moeilijke taken.
bij makkelijke taken een challengen response ze zijn klaar voor een uitdaging
bij moeilijke taken een threat response ze zijn gestresst
self-presentation theory (goffman)
mensen willen niet met negatieve kwaliteiten gezien worden. ze doen extra hun best voor een imago
evaluation apprehenshion theory
Volgens deze theorie is het niet enkel
de aanwezigheid van anderen die mij aroused maken; het gaat om het oordeel dat deze mensen mij
kunnen geven. Zorgen over het oordeel van anderen versterken de dominante respons.
distraction conflict theory
Volgens deze theorie kan de aanwezigheid van
anderen ons afleiden en een aandachtsconflict veroorzaken. Omdat we niet weten waar we op
moeten focussen, ontstaat er een arousal,
social orientation theory
Individuele verschillen tussen mensen bepalen wie er in de aanwezigheid
van anderen beter gaat presteren (social facilitation), en wie er slechter gaat presteren (social
inhibition).
- Mensen met een positieve oriëntatie zijn zo zelfverzekerd dat ze positief reageren op een uitdaging.
-Mensen met een negatieve oriëntatie voelen zich bedreigd door anderen mensen en zullen dus
negatiever reageren op uitdagingen.
social loafing(latane)
houdt in dat mensen minder moeite doen wanneer ze
samenwerken dan wanneer ze alleen werken (mits hun eigen prestatie niet wordt gemeten).
ringelmann-effect
groepen worden minder productief naarmate ze groter worden. De 2 oorzaken hiervoor zijn:
- Slechte coördinatie (bij touwtrekken zorgt een grote groep er bv. voor dat mensen elkaar in
de weg gaan lopen. - Minder motivatie (de aanwezigheid van anderen die ook werken, zorgt ervoor dat mensen
minder gemotiveerd zijn om zelf hard te werken)
collective effort model
Als het resultaat van de groep belangrijk is voor de individuen, en de individuen geloven dat ze kunnen bijdragen in het bereiken van deze resultaten, zal er minder snel social loafing plaatsvinden.
social compensation
mensen compenseren voor de mindere inzet van anderen door zelf meer te gaan doen.
redenen voor social loafing
-Free riding: men doet minder zijn best met het idee dat anderen dit wel zullen compenseren. Ze maken gebruiken van de moeite die anderen doen zonder dat zij zelf bijdragen.
-Sucker effect: Mensen willen niet voor gek staan (een sucker zijn) door het meeste werk te doen. Wanneer anderen minder hard hun best doen, doen zij daarom ook minder hun best
(tegenovergestelde = social compensation).