thema 1

Question 1

arousal

Answer 1

lichamelijke reactie op een stimulus. kort tijdig

Question 2

emotie

Answer 2

een complex reactiepatroon. reactie op een stimulus die vervolgens een gevoel teweegbrengt en een actie bewerkstelligt

Question 3

de common sense theory

Answer 3

stumulus->emotie->arousal.

lichamelijke reactie is afhankelijk van de emotie

Question 4

james-lange theory

Answer 4

stimulus->arousal->emotie die hoort bij de arousal voelt

elk emotie heeft dus volgens hem een eigen arousal

Kritiek;
1. een soort arousal kan ook bij andere emoties voorkomen
2. lichamelijke reacties zijn de langzaam voor emoties

Question 5

cannon-bard theory

Answer 5

stimulus-> subcortival brain activity-> arousal+ emotie

kritiek:
1. geen cognitieve evaluatie, je kan de situatie niet zelf inschatten. Als de arousals zo erg op elkaar lijken, waarom hebben we dan het gevoel dat we ons lichaam in
verschillende emotionele staten iets heel anders doet?

Question 6

schachter-singer theory of emotion

Answer 6

stimulus-> arousal->appraisal(cognitieve evaluatie/isnchatting van de situatie)-> experience/ emotie

ookwel de two factor theory: psychological arousal and cognitive label

Question 7

misattribution of arousal

Answer 7

Misattributie is het proces waarbij mensen een arousal verkeerd
interpreteren. We kennen onze arousal toe aan een verkeerde bron waardoor de arousal cognitief
anders wordt ervaren.

Question 8

Excitation transfer (Zillmann):

Answer 8

Een arousal veroorzaakt door een stimulus kan worden overgedragen aan een tweede prikkel
waardoor de emotie wordt geïntensiveerd

Question 9

excitaton transfer model

Answer 9

-aangeleerd agressief gedrag
-arousal van een andere bron
-iemands interpretatie van arousal waardoor een agressieve reactie passend lijkt

Question 10

verschil misattribution en excitation transfer

Answer 10

Het belangrijkste
verschil is de tijd. Bij misattributie veroorzaakt de ene stimulus arousal op hetzelfde moment als de
tweede stimulus, en wordt dit toegewezen aan de tweede stimulus. Bij excitation transfer wordt de overgebleven arousal van de eerste stimulus op een later moment
toegeschreven aan een tweede stimulus, of veroorzaakt op een later moment een reactie in een
nieuwe situatie

Question 11

de basis emoties:

Answer 11

woede, geluk, verassing, angst, verdriet en afschuw