thema 4.2 Flashcards

hoofdstuk 9

1
Q

centratie

A

het onvermogen van jonge kinderen om zich op meer dan 1 aspect van een stimulus te concentreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

conservatie

A

het inzicht dat kwantiteit niet gerelateerd is aan fysieke verschijning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

egocentrisme

A

het onvermogen om zich te verplaatsen in anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

syntaxis

A

het combineren van woorden en frasen tot zinnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

fast mapping

A

het process waarbij nieuwe woorden al na een korte kennismaking aan hun betekenis worden gekoppeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pragmatiek

A

het aspect van taal dat betrekking heeft op effectief en toepasselijk communiceren met anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Preoperationeel stadium piaget

A

periode van 2de tot 7de levensjaar waarin het gebruik van symbolisch denken groeit, het vermogen om te redeneren ontstaat en het gebruik van concepten toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly