Thema 3.1 Flashcards

hoofdstuk 5

1
Q

Cefalocaudaal principe

A

het principe dat groei een patroon volgt dat begint met het hoofd en zich vervolgens uitstrekt naar de rest van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Proximodistaal principe

A

het principe dat de ontwikkeling zich vanuit het centrum van ons lichaam naar buiten toe voltrekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Principe van hierarchische integratie

A

het principe dat eenvoudige vaardigheden zich doorgaan afzonderlijk en onafhankelijk van elkaar ontwikkelen, en later geintegreerd worden in complexere vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Principe van onafhankelijkheid van systemen

A

het principe dat verschillende lichaamssystemen een verschillend groeitempo kennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dynamische systeemtheorie

A

Theorie die de ontwikkeling van een kind ziet als een dynamisch systeem, alles ontwikkelt zich tegelijk en hangt nauw samen met de ervaringen die het kind opdoet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bayley scales of infant development (BSID-III-NL)

A

Instrument om de ontwikkeling van kinderen vanaf 16 dagen tot en met 42 maanden en 15 dagen in kaart te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Marasme

A

een door ondervoeding veroorzaakte ziekte waarbij kinderen stoppen met groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kwashiorkor

A

een door ondervoeding veroorzaakte ziekte waarbij de maag, ledematen en het gezicht van een kind water vasthouden en opzwellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Failure-to-thrive syndroom

A

een stoornis waarbij kinderen stoppen met groeien door een gebrek aan stimulatie en aandacht van hun ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Affordances

A

de actiemogelijkheden die een bepaalde situatie of stimulus verschaft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly