Thema 3.2 Flashcards

hoofdstuk 6

1
Q

expliciet geheugen

A

Geheugen met bewuste herinneringen die doelbewust kunnen worden opgehaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Impliciet geheugen

A

Geheugen met herinneringen waarvan we ons niet bewust zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

crossmodale perceptie

A

Het vermogen om een stimulus die op een eerder tijdstip slechts via een zintuig is ervaren later door middel van een ander zintuig te identificeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fonologie

A

heeft betrekking op de basisklanken van een taal, fonemen heten die. als een letter in 1 woord anders wordt uitgesproken dan in een ander woord zijn dat 2 fonemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Morfemen

A

dit zijn de kleinste betekeniseenheden in een taal, kunnen kleine woorden zijn of een s voor meervoud bijvoorbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

semantiek

A

het geheel van regels die de betekenis van woorden en zinnen bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

telegramstijl

A

manier van praten waarbij woorden weggelaten worden die niet cruciaal zijn voor de boodschap. ‘ik hond tekenen’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

onderextensie

A

de gewoonte om woorden te beperkt te gebruiken. Bijvoorbeeld 1 specifieke deken deken noemen en andere dekens niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

overextensie

A

de gewoonte om woorden te algemeen te gebruiken, waardoor de betekenis ervan te veel gegeneraliseerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

referentiele stijl

A

spreekstijl waarbij taal vooral wordt gebruikt om objecten te benoemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

expressieve stijl

A

spreekstijl waarbij taal primair wordt gebruikt om gevoelens en behoeftes uit te drukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

nativistische benadering

A

de visie dat er een genetisch bepaald, aangeboren mechanisme bestaat dat de ontwikkeling van taal aanstuurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly