Thema 4 Week 1 Flashcards
Zich ergens voor opgeven
Aangeven dat je ergens aan mee wilt doen, of dat je ergens lid van wilt worden.
Zich ergens voor afmelden
Aangeven dat je ergens niet aan mee wilt of kunt doen, of dat je geen lid meer wilt zijn.
De maillot
Dikke kousen met een broekje eraan vast.
De choreografie
De van tevoren bedachte passen en bewegingen die een danser maakt.
Het voetenwerk
De manier waarop je je voeten gebruikt bij allerlei sporten en bij dansen.
De bevestiging
Als iemand je laat weten dat iets klopt, of dat iets doorgaat.
Het type
Een persoon met bepaalde eigenschappen.
De commissie
Een groep mensen die samen iets moet regelen.
Omschrijven
Met woorden aangeven wat iets is, of wat iets betekent.
Constateren
Vaststellen.
Allerminst
Helemaal niet.
Ergens je hand niet voor omdraaien
Iets heel gemakkelijk doen.
De aantrekkingskracht
Datgene waardoor mensen je aardig of interessant vinden.
Er geen gras over laten groeien
Niet wachten maar meteen iets doen.
Er is geen houden aan
Het is niet tegen te houden; je kunt er niets aan doen.
Geen flauw benul hebben
Geen idee hebben, er helemaal niets van af weten.
Het op iemand voorzien
Van plan zijn iets vervelends met iemand te doen.
Wat is de legende?
Lemand die beroemd is en over wie veel verhalen verteld worden.
Wat betekent ‘met horten en stoten’?
Met schokken; haperend.
Wat betekent ‘op een voetstuk plaatsen’?
Erg tegen iemand opkijken, iemand erg bewonderen.
Wat is de reputatie?
Lemand’s goede of slechte naam.
Wat is de uitstraling?
De indruk die iemand geeft.
Wat betekent ‘berucht’?
Bekendstaan om iets wat niet zo prettig is.
Wat is een beuker?
Lemand die hard kan slaan.
Wat betekent bluffen?
Doen alsof je iets kunt of weet, terwijl dat niet zo is.
Wat is de gestalte?
De vorm van een lichaam.
Wat betekent ‘instemmen met’?
Het met iemand eens zijn; iets goed vinden.
Wat betekent kennelijk?
Blijkbaar.
Wat betekent nadien?
Na die tijd, nadat iets gebeurd is.
Wat betekent prompt?
Snel, meteen.
Wat betekent voordien?
Voor die tijd; voordat iets gebeurd is.
Wat is het imago?
Het beeld dat mensen van iets of iemand hebben.