Thema 4 Knobbeltje in de borst Flashcards
Conflicthanteringsstijlen (5)
Forceren
Toegeven
Vermijden
Exploreren
Onderhandelen
Radiotherapie = dmv … straling (gamma straling)
ioniserende
Deeltjes gebruikt bij radiotherapie (3)
Fotonen
Elektronen
Protonen
Radiotherapie dmv:
- Fotonen (meest gebruikt, dringt diep door in het lichaam, … effect)
- Elektronen (minder doordringend vermogen, bestraling van de … en … liggende gebieden)
- Protonen (betere sparing van … weefsel, geschikt voor specifieke patientgroepen)
Fotonen (meest gebruikt, dringt diep door in het lichaam, huidsparend effect)
Elektronen (minder doordringend vermogen, bestraling van de huid en oppervlakkig liggende gebieden)
Protonen (betere sparing van gezond weefsel, geschikt voor specifieke patientgroepen)
Biologisch effect van straling =
DNA beschadiging (heeft effect op functie van de cel)
Lage dosis -> celbeschadiging
Hoge dosis -> celdood
Het effect van ioniserende straling komt vooral tot uiting in … weefsels, gezonde cellen herstellen in het algemeen … dan kankercellen.
Het effect van ioniserende straling komt vooral tot uiting in delende weefsels, gezonde cellen herstellen in het algemeen beter dan kankercellen.
Doel radiotherapie
tumorcellen vernietigen (zo hoog mogelijke dosis) en gezonde weefsels sparen (zo laag mogelijke dosis).
Behandeldoelen radiotherapie mammacarcinoom:
- Curatief: bereiken van genezing
— Adjuvant / electief: voorkomen van tumorgroei, daar waar na chirurgie of chemotherapie geen tumor meer aanwezig lijkt te zijn
— Na … operatie altijd radiotherapie
— Neoadjuvant: …, bijvoorbeeld om de tumor daarna radicaal te kunnen verwijderen
- Palliatief: bestrijden van …
Na mammasparende operatie altijd radiotherapie
Neoadjuvant: voorafgaande aan chirurgie, bijvoorbeeld om de tumor daarna radicaal te kunnen verwijderen
Palliatief: bestrijden van klachten
Radiotherapeutische technieken (3)
- Uitwendige radiotherapie (teletherapie): CT geleide lineaire versneller of MRI versneller
- Inwendige radiotherapie: brachytherapie, radioatieve isotopen
- Combinatie
Toxiciteit radiotherapie acuut (<90 dagen): (5)
Vermoeidheid
Huidreactie: erytheem, droogheid, pukkeltjes, jeuk, desquamatie, pigmentatie
Oedeem
Steken, pijn
Pijnlijke ribben
Toxiciteit radiotherapie op de long = kans op (2)
Radiatie pneumonitis
Long fibrose
Wanneer systeemtherapie bij mammaca? (3)
N+
Ongunstige N0 (jonge leeftijd, tumorkenmerken)
M+
Soorten systeemtherapie bij mammaca (3)
Endocriene therapie
Chemotherapie
Immunotherapie
Hormoontherapie (endocriene therapie) bij mammaca: hoe werkt dit?
Noem 2 soorten + bijwerkingen
Borstkankercellen behouden vaak de gevoeligheid voor oestrogeen. Route voor voeding oestrogeen blokkeren. Patholoog weet of het oestrogeengevoelige tumorcellen zijn.
Tamoxifen (blokkeert oestrogeenreceptor in borstklierweefsel). Bijwerkingen: oa opvliegers
Aromatase inhibitors (zorgt voor minder aanmaak oestrogeen). Bijwerkingen: vergelijkbaar met Tamoxifen, daarbij ook gewrichtsklachten
Immunotherapie: HER2 positief, wat is dat?
HER2 = receptor betrokken bij groei kankercellen, slechtere prognose bij positief
Immunotherapie met monoclonaal antilichaam, hoe werkt dit?
Blokkeert HER2 receptor
Belangrijke bijwerking immunotherapie
Cardiomyopathie -> eerst bepaling ejectiefractie
Toxiciteit radiotherapie: lange termijn (6)
Vermoeidheid
Huid: hyperpigmentatie, teleangiectastieen, atrofie, fibrose
Subcutaan: fibrose, oedeem
Thoraxwand: ribfractuur
Long: radiatie pneumonitis, longfibrose, icm roken hoger risico op primair longcarcinoom
Cardiale toxiciteit
Bijwerkingen chemotherapie (onderverdeling in 7 grotere thema’s)
Beenmerg: neutropenie, anemie, thrombocytopenie
Zenuwstelsel: perifere neuropathie
Gastro-intestinaal: anorexia, misselijkheid/braken, stomatitis, diarree, obstipatie, smaakstoornis
Huid en haar: alopecia, huidreacties, nagelaandoening
Musculoskeletaal: spierpijn, gewrichtspijn
Gynaecologisch: opvliegers, amenorroe
Cardiovasculair: aritmie, hypo- of hypertensie
Wat zijn antracyclinen, cyclofosfamide, 5-fluorouracil en taxanen?
Er wordt altijd een combinatie van chemotherapeutica gebruikt. De meest toegepaste zijn antracyclinen met cyclofosfamide, al of niet gecombineerd met 5-fluorouracil en de zogenoemde taxanen.
De belangrijkste hormonale behandelingen zijn het blokkeren van …, het uitschakelen van de … en het blokkeren van de aanmaak van … in de bijnier door zogenoemde aromataseremmers. De ovaria kunnen ook operatief worden uitgeschakeld via ….
De belangrijkste hormonale behandelingen zijn het blokkeren van oestrogeenreceptoren, het uitschakelen van de ovaria en het blokkeren van de aanmaak van oestradial in de bijnier door zogenoemde aromataseremmers. De ovaria kunnen ook operatief worden uitgeschakeld via ovariëctomie. Andere mogelijkheden zijn bestraling van de ovaria en het toedienen van medicijnen. Alleen toepasbaar als de tumor gevoelig is voor oestrogeen wat de patholoog bepaald doormiddel van kleuringen.
… remmen de omzetting van androsteendion in oestradiol in de bijnieren door blokkering van het enzym aromatase, met lage oestradiolspiegels tot gevolg. Deze lage spiegels zorgen ervoor dat in de oestrogeengevoelige cellen de deling wordt stilgezet. Dit geldt ook voor oestrogeengevoelige borstkankercellen.
Aromataseremmers