Thema 2 Traumatologie (houdings- en bewegingsapparaat) Flashcards
Bewegingsmogelijkheden van de heup (6)
Flexie
Extensie
Abductie
Adductie
Exorotatie
Endorotatie
Bewegingsmogelijkheden van de heup: flexie. Hoeveel graden is mogelijk? Welke spier(en) zijn betrokken?
0-120 graden
M. iliopsoas, M. rectus femoris
Bewegingsmogelijkheden van de heup: abductie. Hoeveel graden is mogelijk? Welke spier(en) zijn betrokken?
0-60 graden, M Tensor fasciae latae en M. gluteus medius
Bewegingsmogelijkheden van de heup: adductie. Hoeveel graden is mogelijk? Welke spier(en) zijn betrokken?
0-30 graden, MM Adductor longus, brevis en magnus
Bewegingsmogelijkheden van de heup: extensie. Hoeveel graden is mogelijk? Welke spier(en) zijn betrokken?
0-15 graden, M gluteus maximus en hamstrings
Bewegingsmogelijkheden van de heup: exorotatie. Hoeveel graden is mogelijk? Welke spier(en) zijn betrokken?
0-45 graden, M Piriformis en M Sartorius
Bewegingsmogelijkheden van de heup: endorotatie. Hoeveel graden is mogelijk? Welke spier(en) zijn betrokken?
0-30 graden, gecombineerde beweging
Volgorde gewrichtsonderzoek heup (6)
Inspectie
Actief bewegingsonderzoek
Passief bewegingsonderzoek
Weerstandstesten
Palpatie
Specifieke testen
Inspectie heup: actief =
Looppatroon
Inspectie heup: passief =
Staand: (2)
Liggend: (2)
Staand: stand bekken, beenlengte
Liggend: stand, huid
Een … been en …rotatiestand van de voet na een trauma zijn een sterke aanwijzing voor een fractuur van de …
Een verkort been en exorotatiestand van de voet na een trauma zijn een sterke aanwijzing voor een fractuur van de collum femoris
Weerstandstesten heup (6)
Flexie
Abductie
Adductie
Extensie
Exorotatie
Endorotatie
Waar wijst een capsulair patroon op?
Een capsulair patroon betekent dat er mogelijk een intra-articulaire afwijking aanwezig is, vooral coxartrose of artritis of irritatie van het kapsel door overbelasting.
In het heupgewricht is bij een capsulair patroon vooral de … beperkt. … en … zijn per definitie niet of nauwelijks beperkt. Elke bewegingsbeperking in de heup waarbij de beperkte … niet voorop staat, valt onder de noemer niet-capsulair patroon.
In het heupgewricht is bij een capsulair patroon vooral de endorotatie beperkt. Exorotatie en adductie zijn per definitie niet of nauwelijks beperkt. Elke bewegingsbeperking in de heup waarbij de beperkte endorotatie niet voorop staat, valt onder de noemer niet-capsulair patroon.
Wat is de proef van Trendelenburg (abductorentest)?
Vraag patiënt om rechtop op één been te gaan staan gedurende circa 30 seconden. Als de contralaterale heup begint uit te zakken, spreken we van een positieve proef van Trendelenburg. Dit duidt op verzwakking van de m. gluteus medius (heupabductor), waardoor de patiënt de aangedane heup niet kan stabiliseren en het bekken aan de contralaterale kant naar beneden zakt.
Bewegingsmogelijkheden van de knie (4)
Flexie
Extensie
Exorotatie
Endorotatie
Bewegingsmogelijkheden van de knie: flexie. Hoeveel graden is mogelijk? Welke spier(en) zijn betrokken?
0-135 graden, M. gastrocnemicus en m. plantaris
Bewegingsmogelijkheden van de knie: extensie. Hoeveel graden is mogelijk? Welke spier(en) zijn betrokken?
0-5 graden, M quadriceps femoris
Bewegingsmogelijkheden van de knie: exorotatie. Hoeveel graden is mogelijk? Welke spier(en) zijn betrokken?
0-30 graden (bij 90graden flexie), m biceps femoris
Bewegingsmogelijkheden van de knie: endorotatie. Hoeveel graden is mogelijk? Welke spier(en) zijn betrokken?
0-30 graden (bij 90graden flexie), m sartorius, m gracilis, m semimenbranosus en m semitenditnosus
Wat is de stand van Bonnet? (knie)
De stand waarin het volume van het kniegewricht het grootst is: 20-30 graden flexie.
Volgorde gewrichtsonderzoek knie (6)
Inspectie
Actief bewegingsonderzoek
Passief bewegingsonderzoek
Weerstandstesten
Palpatie
Specifieke testen
Inspectie knie, je kijkt naar: (4)
Looppatroon
Nulstand
Zwelling
Littekens
Bewegingsonderzoek knie actief (2)
Flexie
Extensie
Weerstandstesten knie (2)
Flexie
Extensie
Bevinding: slotklachten bij knie. Waarschijnlijke diagnose?
Los bot- of kraakbeenfragment (osteochondritis dissecans) of meniscusscheur
Bevinding: alleen actieve flexie- en extensiebeperking bij knie. Waarschijnlijke diagnose?
Extra-articulair probleem: pees of spier
Bevinding: actieve en passieve flexie- en extensiebeperking bij knie. Waarschijnlijke diagnose?
intra-articulair probleem zoals artrose of artritis
Bevinding: flexie meer beperkt dan extensie bij knie. Waarschijnlijke diagnose?
capsulair bewegingspatroon: artrose of artritis
Bevinding: extensie meer beperkt dan flexie bij knie. Waarschijnlijke diagnose?
corpus liberum, degeneratieve meniscusafwijking of hydrops
Bevinding: pijn en crepitaties bij passief bewegen bij knie. Waarschijnlijke diagnose?
aanwijzing voor meniscusletsel of artrose
Bewegingsmogelijkheden van de enkel/voet (4)
Dorsaalflexie
Plantairflexie
Varus
Valgus
Bewegingsmogelijkheden van de enkel/voet: dorsaalflexie. Hoeveel graden is mogelijk?
0-20 graden
Bewegingsmogelijkheden van de enkel/voet: plantairflexie. Hoeveel graden is mogelijk?
0-50 graden
Bewegingsmogelijkheden van de enkel/voet: varus. Hoeveel graden is mogelijk?
0-5 graden
Bewegingsmogelijkheden van de enkel/voet: valgus. Hoeveel graden is mogelijk?
0-5 graden
Volgorde gewrichtsonderzoek enkel en voet (6)
Inspectie
Actief bewegingsonderzoek
Passief bewegingsonderzoek
Weerstandstesten
Palpatie
Specifieke testen
Inspectie enkel en voet: actief (2)
Looppatroon/afwikkeling
Belasting voet
Inspectie enkel en voet: passief (5)
Huid/nagels
Standsafwijking/voetgewelf
Achillespees
Callusvorming
Contouren
Bewegingsonderzoek enkel en voet actief (2)
Dorsaalflexie
Plantairflexie
Specifieke testen enkel en voet (4)
Dorsaalflexie
Plantairflexie
Inversie
Eversie
(Stabiliteits)tests van de enkel (3)
Voorschuiflade test
Achillespeestest (Thompson-test)
Test voor platvoet (Hubscher-test)
Voorschuiflade test enkel: uitvoering bij verdenking op ruptuur van de … (lig talofibulare anterius). Hoe werkt deze test?
Uitvoering bij verdenking op ruptuur van de laterale enkelbanden (lig talofibulare anterius)
Vraag patiënt om met gestrekt been te gaan zitten, met enkel en voet over de rand van de bank. Fixeer met de contralaterale hand met boven het bovenste spronggewricht. Omvat met de onderzoekershand plantair de calcaneus en beweeg met een lichte plantairflexiestand van het bovenste spronggewricht de cancaneus naar ventraal. Als er meer beweging is aan de laterale kant, is een ruptuur van het ligament waarschijnlijk.
Hoe werkt de achillespeestest (Thompson-test)?
Patiënt in buikligging, bij knijpen in kuit zal de voet in plantairflexie bewegen
Test voor platvoet wordt ook wel de … genoemd
Hubscher-test
Ottawa Ankle Rules: röntgendiagnostiek is enkel geïndiceerd wanneer er sprake is van pijn in de … of in de … en daarenboven een van volgende symptomen: (5)
Ottawa Ankle Rules: röntgendiagnostiek is enkel geïndiceerd wanneer er sprake is van pijn in de malleoli of in de middenvoet en daarenboven een van volgende symptomen:
* Onvermogen de enkel te belasten (vier stappen te doen); en
* Pijn bij palpatie van de distale 6 cm van de posterieure zijde van het scheenbeen of de knobbel van de binnen enkel (mediale malleolus);
* Pijn bij palpatie van de distale 6 cm van de posterieure zijde van het kuitbeen of het uiteinde van de buitenste enkelknobbel (laterale malleolus);
* Pijn bij palpatie van de basis van het voetwortelbeentje v.d. kleine teen (basis MT-5);
* Pijn bij palpatie van het os naviculare.
Weefseltypen (4)
Epitheelweefsel
Bind- en steunweefsel
Spierweefsel
Zenuwweefsel
Primaire functies steun- en bindweefsel (5)
Steun
Opslag
Afweer
Herstel
Transport
Vanuit waar wordt bindweefsel embryologisch opgebouwd?
Mesoderm
Bindweefseltypen (3)
Losmazig bindweefsel
Straf (ongeordend) bindweefsel
Straf (geordend) bindweefsel
Functies kraakbeen (4)
Steun
Verbinding
Lagering
Groei
Soorten kraakbeen (3)
Hyalien kraakbeen
Elastisch kraakbeen
Vezelig kraakbeen
Spierweefsel: spiertypen (3)
Skeletspier
Hartspier
Gladde spier
Groei en regeneratie spierweefsel: spiercellen groeien met name door … (vergroting, bijv trainen).
Hypertrofie
Stabilisatie gewricht door: (6)
Gewrichtskapsel
Ligamenten
Accessoire structuren
Botten
Pezen
Spieren
ROM
Range of motion
Bewegingsmogelijkheid
Soorten synoviale gewrichten (5)
Glijgewricht
Scharniergewricht
Zadelgewricht
Rolgewricht
Kogelgewricht
Cellen vormen samen met de … en … weefsels
Cellen vormen samen met de ECM en interstitiele vloeistof weefsels
Bindweefsel is …weefsel, … en …weefsel
Bindweefsel is beenweefsel, bloed en vetweefsel
Bindweefselcellen: algemeen, kraakbeen en botten. Dit zijn:
Algemeen: fibroblast
Kraakbeen: chondroblast
Botten: osteoblast
Bindweefselcellen: vaste cellen =
-blasten, bouwen extracellulaire matrix op door productie grondsubstantie
Bindweefselcellen: vrije cellen =
naar mate van stimuli binnentreden weefsel, bv plasmacellen, lymfocyten, andere afweercellen
Extracellulaire matrix (ECM) bevat: (3)
Grondsubstantie
Vezels
Weefselvloeistof
Grondsubstantie bestaat uit … en …
proteoglycanen en glycoproteinen
… zijn schadelijk voor de grondsubstantie omdat ze dit afbreken
streptokokken
Soorten vezels in ECM (2)
collageen
ellastine
Collageen is trekvast/veerkracht?
… is essentieel om collageen aan te kunnen maken
Trekvast
Vitamine C
Ellastine is trekvast/veerkracht?
Veerkracht
Bindweefseltypen (3)
Losmazig bindweefsel
Staf (ongeordend) bindweefsel
Straf (geordend) bindweefsel
Losmazig bindweefsel
- zit bijv in … ruimte
- bevat weinig … waardoor weinig weerstand tegen …
- kan goed … (reactief weefsel)
- zit bijv in subcutane ruimte
- bevat weinig vezels waardoor weinig weerstand tegen trekkrachten
- kan goed herstellen (reactief weefsel)
Straf (ongeordend) bindweefsel
- Bevat meer … -> beter bestand tegen …
- Zit bijv in … en …
- Bevat meer collageenvezels -> beter bestand tegen trekkrachten en is trekvaster
- Zit bijv in pezen en rondom kapsels van organen
Straf (geordend) bindweefsel
- Zeer trekvast, maar alleen in …
- Zit bijv in …
- Minder ruimte voor … en … dan in losmazig weefsel (want minder ruimte vanwege meer vezelcellen)
- Zeer trekvast, maar alleen in 1 of 2 richtingen (richting waarin de vezels lopen)
- Zit bijv in pezen
- Minder ruimte voor bloedvaten en lymfe dan in losmazig weefsel (want minder ruimte vanwege meer vezelcellen)