Thema 1 Wonden en (peri-)operatieve zorg Flashcards
Welke classificatie kan er gebruikt worden bij diabetische ulcera?
WIFI classificatie
Indeling van wonden naar oorzaak, bijvoorbeeld mechanisch. Noem 5 voorbeelden.
Schaaf
Snij
Steek
Schot
Bijt
Indeling van wonden naar oorzaak, bijvoorbeeld chemisch. Noem 2 voorbeelden.
Zuren
Chloor
Indeling van wonden naar oorzaak, bijvoorbeeld thermisch. Noem 2 voorbeelden.
Verbranding
Bevriezing
Indeling van wonden naar oorzaak, bijvoorbeeld straling. Noem 2 voorbeelden.
Zonverbranding
Radioactieve straling
Indeling van wonden naar oorzaak, bijvoorbeeld elektrisch. Noem 2 voorbeelden.
Stroom
Bliksem
Indeling van wonden naar oorzaak, bijvoorbeeld infectie. Noem 1 voorbeeld.
Onvoldoende afweer tegen micro-organismen
Indeling van wonden naar oorzaak, bijvoorbeeld oncologie. Noem 1 voorbeeld.
(Huid)carcinomen
Indeling van wonden naar oorzaak, bijvoorbeeld circulatie. Noem 3 voorbeelden.
Slechte weefseldoorbloeding
Ulcus cruris
Decubitus
De huid is het dunst op … en het dikst op …
Dunst op de oogleden
Dikst op de hielen
De huid bevat onder andere (5)
Bloedvaten
Zenuwen
Zweetklieren
Talgklieren
Sensorische receptoren
De huid bestaat uit 3 lagen
Epidermis (opperhuid)
Dermis (lederhuid)
Subcutis (onderhuids weefsel)
Functies van de huid (5)
Bescherming (alle invloeden van buitenaf, bacteriën/virussen, verlies van vocht)
Signalering (prikkels ontvangen, vertalen en begrijpen)
Warmteregulatie (isolatie en de werking van de thermostaat verloopt via de huid)
Stofwisseling (vit D uit zonlicht, absorptie van actieve bestanddelen (medicatie))
Communicatie (gemoedstoestand zoals blozen, fysieke belasting, verzorging, ziekten)
Wonden met acute etiologie waar continuiteitsverlies van de huid is ontstaan door trauma of chirurgische ingreep, onafhankelijk van de duur van het bestaan van deze wond (fracturen, oppervlakkig letsel, brandwonden)
Acute wond
Richtlijn acute wond:
… primair gesloten wonden niet
Spoelen vieze (…/…) wond met …
Geen … (Soda/biotex etc)
Lokaal geinfecteerde wonden -> …/…
Pijnbestrijding: lokaal en systemisch, via …, patientvriendelijke verbanden
Douchen primair gesloten wond (na … uur,kort <10min), bedekken wond
Kies niet verklevend verband bij … wonden
Duidelijke instructies geven aan patient/mantelzorgers
Bescherm litteken … maanden tegen UV (A) licht
Richtlijn acute wond:
Reinig primair gesloten wonden niet
Spoelen vieze (bijt/snij) wond met lauwwarm water
Geen badjes (Soda/biotex etc)
Lokaal geinfecteerde wonden -> honing/jodium
Pijnbestrijding: lokaal en systemisch, WHO pijnladder, patientvriendelijke verbanden
Douchen primair gesloten wond (na 12 uur,kort <10min), bedekken wond
Kies niet verklevend verband bij open wonden
Duidelijke instructies geven aan patient/mantelzorgers
Bescherm litteken 3 maanden tegen UV (A) licht
Abrasie
Schaafwond
Incisie
Snijwond met rechte randen
Avulsie
Onvolledige scheiding van de weke delen lagen (scheurwond) waarbij er door trauma een huidflap ontstaat
Laceratie
Een snede met rafelige randen door alle huidlagen heen
Crush
Pletten, beknellen door zwaar voorwerp of machine op lichaamsdeel
Puncture
Penetratie van diverse weefsellagen door scherp voorwerp dat ook in het lichaam kan zijn blijven steken (bijv steek- of bijtwonden)
Een wond waarin het normale helingsproces wordt verstoord op een of meer punten van de fase van hemostase, inflammatie, proliferatie en remodellering.
Complexe wond
Wond management, overdracht van ambulance naar SEH via …
MIST
M = mechanism injury = hoe is het letsel ontstaan
I = identified injury = welke letsels of ziekte vermoed je
S = signs = welke symptomen heb je gezien
T = therapy = wat heb je al gedaan
Fasen van wondgenezing (4)
Hemostase
Inflammatie
Proliferatie/regeneratie
Remodellering en rijping (maturatie)
Duur hemostase fase wond
<30 min
Duur inflammatie fase wond
<7 dagen
Duur proliferatie/regeneratie fase wond
<3 weken
Duur remodellering en rijping (maturatie) fase wond
<1-2 jaar
Wat gebeurt er in de hemostase fase bij een wond? (3)
Beschadiging bloedvaten, wond gevuld met bloed
Vasoconstrictie
Interactie trombocyten en fibrine in bloed: vorming van stolsel
Wat gebeurt er in de inflammatie fase bij een wond? (3)
Cellen in en rond de wond: cytokines en groeifactoren -> initiatie ontstekingsreactie
Vasodilatatie omliggende bloedvaten -> meer witte bloedcellen naar wondgebied
Witte bloedcellen ruimen bacterien en beschadigd weefsel op (fagocytose) -> vermindering inflammatie en voorbereiding herstelfase.
Wat gebeurt er in de proliferatie/regeneratie fase bij een wond? (4)
Fibroplasie: fibroblasten ontwikkelen zich en produceren Extra Cellulaire Matrix (ECM) bestaande uit oa collageen en elastine
Angiogenese: proliferatie van endotheelcellen -> ingroei van bloedvaten in de wond
Epithelialisatie: keratoinocyten in de wondranden spreiden uit over de wond
Wondcontractie: door myofibroblasten
Wat gebeurt er in de remodellering en rijping (maturatie) fase bij een wond? (2)
Regressie van capillairen: afname roodheid litteken
Reorganisatie en crosslinking collageen -> toename treksterkte litteken
Rijping litteken
Twee weken: litteken ongeveer …% van de oorspronkelijke sterkte
1 maand: …% van de oorspronkelijke sterkte
>1 jaar: nooit meer dan …% van de originele treksterkte van de huid
Rijping litteken
Twee weken: litteken ongeveer 5% van de oorspronkelijke sterkte
1 maand: 40% van de oorspronkelijke sterkte
>1 jaar: nooit meer dan 80% van de originele treksterkte van de huid
Epidermale wondgenezing =
Hierbij krijg je geen …
Bij bijvoorbeeld oppervlakkige schaafwonden, blaren, oppervlakkige tweede graads randwond. Regeneratie van het oorspronkelijke weefsel door epidermale migratie. Geen littekens.
Risicofactoren voor verstoring wondgenezingproces: lokale factoren, intrinsiek (5)
Arteriële insufficiëntie
Veneuze insufficiëntie
Oedeem
Necrose
Maligniteit
Risicofactoren voor verstoring wondgenezingproces: lokale factoren, extrinsiek (4)
Infectie
Bestraling
Vreemd lichaam
Druk
Risicofactoren voor verstoring wondgenezingproces: systemische factoren, intrinsiek (4)
Ouderdom
Anemie
Chronische ziekten (immuunstoornissen, kanker, obesitas, metabole afwijkingen)
Erfelijke ziekten
Risicofactoren voor verstoring wondgenezingproces: systemische factoren, extrinsiek (3)
Roken
Medicatie
Ondervoeding
Infectie: … roodheid, bij uitbreiden denken aan … (vleesetend) = <… uur op OK
Infectie: aftekenen roodheid, bij uitbreiden denken aan hemolytische streptokok (vleesetend) = <4 uur op OK
Risicofactoren op een infectie, systemisch (9)
Vaatziekten
Oedeem
Ondervoeding
DM
Alcohol
Eerdere OK/bestraling
Medicijnen (corticosteroïden)
Tekort schietend immuunsysteem
Roken
Risicofactoren op een infectie, lokaal (9)
Groot wondoppervlak
Toename wonddiepte
Duur open wond
Anatomische locatie
Vreemde lichamen
Dood weefsel
Mechanisme van verwonding
Mate van contaminatie
Verminderde doorbloeding
Volgorde van wondinfectie (gaat met 5 stappen)
- Contaminatie
- Kolonisatie
- Lokale infectie
- Uitbreidende infectie
- Systemische infectie
Complexe polymicrobiele populatie van micro-organismen, ingebed in een zelfgeproduceerde matrix van extracellulaire polymere substanties = …
Gebeurt bij een … en … infectie
Biofilm
Lokale en uitbreidende infectie
Kleur van het wondvocht: dun, waterig, helder =
Sereus
Kleur van het wondvocht: dun, bloederig =
Serosanguineus
Kleur van het wondvocht: bloederig
Sanguineus
Kleur van het wondvocht: vies, dik, troebel, geel/bruin/groen =
Purulent
Perifeer arterieel vaatlijden: hoe lager de EAI, hoe …
Slechter de prognose
Hoe meet je de EAI (enkel-arm index)?
Enkeldruk/armdruk
EAI normaalwaarde =
< … = arteriële insufficiëntie van de beencirculatie
< … = ernstig obstructief arterieel vaatlijden
Normaal = ongeveer 1
<0,9 = arteriele insufficientie van de beencirculatie
<0,5 = ernstig obstructief arterieel vaatlijden
Beoordelen en omschrijven van een wond middels de …
TIME-S
TIME-S
T =
Tissue (locatie, vitaliteit weefsel/kleur (WCS classificatie), afmetingen, diepte)
TIME-S
I =
Infection (infectie, geur, kleur, wondvocht)
TIME-S
M =
Moisture (nat, vochtig, droog, hoeveelheid wondvocht)
TIME-S
E =
Edge (wondranden, tunnels, ondermijning)
TIME-S
S =
Skin (conditie van de omringende huid)
WCS model: zwart =
Necrose (verwijderen)
WCS model: geel =
Gele necrose, fibrinebeslag, dermis, subcutis, exsudaat (verwijderen en reinigen)
WCS model, rood =
Granulatieweefsel (beschermen)
Basis voor wondgenezing, diagnose (TIME-S) -> actie (DIME-S)
D =
Debridement (basis = schone wondbodem)
Basis voor wondgenezing, diagnose (TIME-S) -> actie (DIME-S)
I =
Infectie voorkomen/bestrijden
Basis voor wondgenezing, diagnose (TIME-S) -> actie (DIME-S)
M =
Vochtig wondmilieu creëren
Basis voor wondgenezing, diagnose (TIME-S) -> actie (DIME-S)
E =
Wondrand bescherming, inzet van huidstimulerende middelen
Basis voor wondgenezing, diagnose (TIME-S) -> actie (DIME-S)
S =
Infecties, eczeem, oedeem etc behandelen
Debrideren =
Uitgangspunt is een schone wondbodem
Granuleren =
Beschermen en stimuleren van granulatieweefsel
Epithelialiseren =
Beschermen van de wondranden tegen verweking en behandelen van hypergranulatie
Wondzorgkaart werkt met kleuren, daaraan zit een actie gekoppeld.
Zwart, geel =
Necrose en fibrine verwijderen
Wondzorgkaart werkt met kleuren, daaraan zit een actie gekoppeld.
Groen =
Infectie voorkomen en bestrijden
Wondzorgkaart werkt met kleuren, daaraan zit een actie gekoppeld.
Rood, roze =
Stimuleren en beschermen
Debrideren kan op verschillende manieren (7)
Autolyse: vochtig wondmileu, hydrogel
Mechanisch: wet to dry, VAC, hydrojet
Osmotisch: alginaten, honing, suiker
Enzymtisch: collagenase (Novuxol)
Chemisch: eusol
Biologisch: maden
Chirurgisch/scherp
Wanneer gebruik je wat bij een wond?
Necrose oplossen =
Novuxol, hydrogel
Wanneer gebruik je wat bij een wond?
Nattende necrose =
Eusol, novuxol, alginaten
Wanneer gebruik je wat bij een wond?
Vervloeiende necrose =
Euosol, novuxol, alginaten
Wanneer gebruik je wat bij een wond?
Granulerende wondbodem =
Hydrofiber, schuimverband, siliconen
Wanneer gebruik je wat bij een wond?
Epitheel =
Hydrofiber, schuimverband, folie, siliconen
Infectie preventie, pre-operatief.
Noem 4 voorbeelden
Scheren (tondeuse)
Conditie
Goed ingestelde DM
AB profylaxe
Infectie preventie, per-operatief.
Noem 3 voorbeelden
Steriel werken, luchtbehandeling, warmte-regulatie (dekens)
Infectie preventie, post-operatief.
Noem 2 voorbeelden.
Verbandmateriaal
Wondverzorging
POS
Pre Operatieve Screening
Pre Operatieve Screening
Kan deze patient op korte termijn, zonder nader onderzoek of maatregelen een operatieve of diagnostische ingreep ondergaan?
Ernstige complicaties (anesthesiologisch) peroperatief in de A(irway) (1)
Cannot intubate
Ernstige complicaties (anesthesiologisch) peroperatief in de B(reathing) (1)
(Aspiratie)pneumonie
Ernstige complicaties (anesthesiologisch) peroperatief in de C(irculation) (3)
Cardiac arrest
Ischemie
Decompensatio
Ernstige complicaties (anesthesiologisch) peroperatief in de D(isability) (1)
CVA
Voorbeelden ernstige complicaties postoperatief in de A(irway) (1)
Luchtwegobstructie door zwelling/bloeding
Voorbeelden ernstige complicaties postoperatief in de B(reathing) (5)
Pneumonie
ARDS
Atelectase
Astma
Hypoventilatie
Voorbeelden ernstige complicaties postoperatief in de C(irculation) (5)
Bloeding
SIRS
Hypovolemie
Hartinfarct
Decompensatio cordis
Voorbeelden ernstige complicaties postoperatief in de D(isability) (4)
Verwardheid
Delier
Pijn
Cognitieve stoornissen
Voorbeelden ernstige complicaties postoperatief in de E(xposure) (3)
Lab stoornissen
Medicatie
Intoxicatie
Chirurgische risico clasisficatie
niet-vasculaire chirurgie aan extremiteit van matige duur (<3 uur); cataract; huidoperatie; korte, oppervlakkige procedure
Laag risico
Chirurgische risico classificatie
meeste orthopedische ingrepen; urologische ingrepen; carotischirurgie’ niertransplantatie’ buikoperaties bv ongecompliceerde darmresectie
Gemiddeld risico
Chirurgische risico classificatie:
lange en/of gecompliceerde ingrepen van buik, thorax, hoofd en hals; vaatchirurgie van aorta en onderste extremiteit; transplantatie anders dan van nier
Hoog risico
POS (screening) bepaalt risico op grond van … (3)
Ingreep
Conditie
Anesthesietechniek en pijnbehandeling
Wanneer doe je een routine ECG bij de POS?
Leeftijd > … jaar
Standaard bij … (5)
Leeftijd >60 jaar
Standaard bij hartfalen, st na ischemie, ritmestoornissen, nierfalen, DM met insuline
ASA classificatie 1 =
Gezond
ASA classificatie 2 =
Lichte aandoening waarvoor al dan niet medicatie, normale activiteiten (milde, goed ingestelde DM)
ASA classificatie 3 =
Ernstige aandoening waarvoor medicatie, beperking normale activiteit (ernstige DM met vaatcomplicaties)
ASA classificatie 4 =
Zeer ernstige systeemaandoening, bedreigend voor het leven (ernstig COPD, terminaal hartfalen)
ASA classificatie 5 =
Moribund, waarschijnlijk overlijden <24 uur met of zonder ingreep (gebarsten aorta aneurysma)
Wat houdt een “E” in achter een ASA classificatie?
Spoedingreep
MET geeft weer hoeveel … je kan leveren voordat je … krijgt
MET 4 = … lopen
MET geeft weer hoeveel inspanning je kan leveren voordat je klachten krijgt
MET 4 = 2 trappen lopen
Syndroom met een zodanige interactie tussen ziekten, psychosociale stressoren en subklinische ziektelast dat iemand vatbaar wordt voor ongewenste gezondheidsuitkomsten =
Frailty (kwetsbaar)
Voordelen locoregionale anesthesie (6)
Pijnstilling
Onderdrukking stress respons
Verlaagde incidentie van postoperatieve hypoxemie
Minder pulmonale complicaties
Vroeger verlaagde incidentie thrombo-embolieen
Sneller herstel peristaltiek
Nadelen locoregionale anesthesie (8)
Urineretentie bij continue epiduraal
Jeuk (opiaten)
Faalkans
Paresthesieen / motorisch blok
Hemodynamische events
Ademhalingsdepressie
Infectie (epiduraal abces)
Hematoom (potentiële dwarsleasie)
Lokaal anesthetica remmen …, werking via blokkade van …
Middelen: lidocaine, (levo-)bupivacaine, mepivacaine, ropivacaine
Lokaal anesthetica remmen prikkeloverdracht in zenuwweefsel, werking via blokkade van Na-kanalen (= geen influx van na ionen waardoor geen actiepotentiaal meer)
Hoe worden perifere zenuwblokkades gezet?
Echogeleid
Wat zijn een spinaal en epiduraal? (Pijnstilling)
Centrale (neuraxiale) blokkades
Regionale anesthesie voorbeelden (3)
Centrale (neuraxiale) blokkades
Perifere blokkades
Lokaal anesthetica
Sedativa werken op twee processen, namelijk:
Receptoren
Verbindingen
Sedativa moeten door de bloed-hersen barriere heen en dus … zijn en veel … (niet …)
Vetoplosbaar
Veel vrije fractie (niet eiwitgebonden)
Twee soorten receptoren mbt anesthesie
Ionotrope receptoren (GABA gaat hier op zitten)
Metabotrofe receptoren (morfine receptoren, vormverandering)
Excitatie = … actiepotentiaal
Voorbeelden (2)
Vergemakkelijken
Glutamaat (NMDA), acetylcholine
Inhibitie = … actiepotentiaal
Voorbeelden (2)
Remmen
GABA, glycine
Thiopental (barbituraat), propofol, etomidaat, ketamine, midazolam (benzodiazepine) zijn allemaal …
Sedativa
Thiopental (barbituraat) =
- Goed …, snel in je brein, maar ook snel uit brein en in vet (werkt snel in, maar ook snel uit -> snelle …)
- Wordt slecht afgebroken, in lever via … orde kinetiek (hoe meer je geeft, hoe meer opstapeling in vet en lange uitwerking)
- … stof zodat beter oplosbaar in bloed (pH = 11), spierverslappers zijn zuur -> gaat bij elkaar …, eerst NaCl tussendoor. Tevens bij subcutaan: ….
- Werkt via … receptoren, dempt metabolisme brein, zuurstofbehoefte brein …. Is ook cardio… en zorgt voor …. (hypotensie).
- Cytochroom p450 …
- Goed vetoplosbaar, snel in je brein, maar ook snel uit brein en in vet (werkt snel in, maar ook snel uit -> snelle herverdeling)
- Wordt slecht afgebroken, in lever via nulde orde kinetiek (hoe meer je geeft, hoe meer opstapeling in vet en lange uitwerking)
- Basische stof zodat beter oplosbaar in bloed (pH = 11), spierverslappers zijn zuur -> gaat bij elkaar klonteren, eerst NaCl tussendoor. Tevens bij subcutaan: open wonden/weefselschade.
- Werkt via GABA receptoren, dempt metabolisme brein, zuurstofbehoefte brein daalt. Is ook cardiodepressief (negatief hartspier) en zorgt voor vasodilatatie (hypotensie).
- Cytochroom p450 inductie
Propofol =
- Werkt snel in en snel uit, uitwerking niet afhankelijk van …
- … door toevoeging soja/eiwit (probleem: …, dus niet lang van te voren klaar maken)
- Cardio…
- … stapeling bij langdurig geven
- … bij inspuiten
- Werkt snel in en snel uit, uitwerking niet afhankelijk van tijd dat je het gegeven hebt
- Vetoplosbaar door toevoeging soja/eiwit (probleem: groeien snel bacteriën in, dus niet lang van te voren klaar maken)
- Cariodepressief
- Triglyceride stapeling bij langdurig geven
- Pijn bij inspuiten
Etomidaat =
- Werkt snel in/uit
- Heeft nauwelijks invloed op …
- Zorgt voor bijwerking …
- Remt … minder dan andere slaapmiddelen (vandaar gebruik bij ECT’s)
- … depressie bij lange termijn toediening (= remming cortisol)
Anestheticum
- Werkt snel in/uit
- Heeft nauwelijks invloed op hartfunctie
- Zorgt voor misselijkheid en braken
- Remt epilepsie minder dan andere slaapmiddelen (vandaar gebruik bij ECT’s)
- Bijnier depressie bij lange termijn toediening (= remming cortisol)
Ketamine =
- … anesthesie (hallucinaties)
- Intacte …, geen remming op …
- Geeft broncho…
- Pijnstillend in … doseringen
- Dissociatieve anesthesie (hallucinaties)
- Intacte luchtweg reflex, geen remming op ademhaling
- Geeft bronchodilatatie
- Pijnstillend in lage doseringen
Midazolam (benzodiazepine) =
- Ademdepressie (niet bij …, niet bij … ivm noodzaak goede koolzuurbalans)
- Antegrade en retrograde …
- Ontspant …
- Ademdepressie (niet bij OSAS, niet bij hersenaandoeningen ivm noodzaak goede koolzuurbalans)
- Antegrade en retrograde amnesie
- Ontspant spieren
Opioiden kunnen chemisch worden ingedeeld of op effect.
Chemische groepen: (3)
Natuurlijk
Semisynthetisch
Synthetisch
Opioiden kunnen chemisch worden ingedeeld of op effect.
Effect groepen: (3)
Agonist
Agonist-antagonist
Antagonist
Agonist =
stof op morfine receptor: activeert
Agonist-antagonist =
stof op morfine receptor, beetje effect, lager dan agonisten maar sterkere binding, kan effect agonist verlagen
Antagonist =
stof op morfine receptor: blokkeert
Morfine receptoren (4)
Mu
Kappa
Delta
Sigma
Morfine receptoren zijn … receptoren en zorgen voor … instroom en verlaging … instroom -> verlaging actiepotentiaal
Metobotrofe receptoren
Kalium instroom en verlaging calcium instroom
Morfine =
- Werkt in brein, … (trage inwerking, trage uitwerking)
- Stapeling morfine bij … (morfine-6-glucoronide blijft in lichaam)
- Bijwerkingen: (7)
- Werkt in brein, wateroplosbaar (trage inwerking, trage uitwerking)
- Stapeling morfine bij nierfunctiestoornissen (morfine-6-glucoronide blijft in lichaam)
- Bijwerkingen: ademdepressie, misselijkheid/braken, obstipatie, sedatie, histamine release, jeuk, bloeddrukdaling door vasodilatatie
Sufentanil =
- … keer zo sterk als morfine
- Hoge …, snelle in-/uitwerking
- Bijwerkingen: (4)
- 600x zo sterk als morfine
- Hoge vetoplosbaarheid, snelle in-/uitwerking
- Bijwerkingen: ademdepressie, spierrigiditeit (vrn thorax), misselijkheid/braken, jeuk (neus)
Remifentanil =
- … werkingsduur
- Onafhankelijk van … voor werkzaamheid en eliminatie
- Bijwerkingen: (5)
Pijnstiller (opiaat)
- Zeer korte werkingsduur
- Onafhankelijk van lever en nieren voor werkzaamheid en eliminatie
- Bijwerkingen: hyperalgesie, spierrigiditeit, bradycardieen, hypotensie, ademdepressie
Tetanus =
een acute, zeer ernstige infectieziekte die wereldwijd voorkomt
Veroorzaker tetanus
bacterie Clostridium tetani
Incubatietijd tetanus
3 dagen tot 3 weken
TIG
Tetanusimmunoglobuline
Succinylcholine is depolariserend/niet-depolariserend?
Depolariserend
Rocuronium is depolariserend/niet-depolariserend?
Niet-depolariserend
Atracurium is depolariserend/niet-depolariserend?
Niet-depolariserend
Mivacurium is depolariserend/niet-depolariserend?
Niet-depolariserend
Overdosering/toxiciteit lokaal anesthetica symptomen (6)
slaperigheid, koude gevoel, druk rond het voorhoofd, gevoelloosheid lippen en tong, duizeligheid, oorsuizen.
Nuchterbeleid
Tot 6u voor OK voedsel
Tot 2u voor OK helder vloeibaar
Spierverslappers
Blokkeren prikkeloverdracht van … naar …, geen spiercontractie meer mogelijk, dus ook geen ademhaling. Geven geen …, geen …, geen ….
Spierverslappers
Blokkeren prikkeloverdracht van zenuw naar spier, geen spiercontractie meer mogelijk, dus ook geen ademhaling. Geven geen amnesie, geen analgesie, geen bewustzijnsverlies.
Hoe remmen lokaal anesthetica de prikkeloverdracht in zenuwweefsel?
Blokkade van de natrium kanalen
Waarom moet je nuchter zijn voor OK?
Wat zijn de nadelen? (4)
Voorkomen aspiratie t.g.v. volle maag
Nadelen: ketabool, insulineresistentie, ‘gemoedstoestand’, ondervulling
Voorspellen mogelijke intubatie problemen via de … classificatie
Mallampati
Voorspellen mogelijke intubatie problemen obv (5)
Obesitas met korte dikke nek
Verminderde bewegelijkheid van de nek
Verminderde bewegelijkheid kaakgewricht/beperkte mondopening
Teruggetrokken mandibula (ondertanden kunnen niet voor boventanden komen)
Thyromentale afstand <3 vingers (=<6,5cm)
Syndroom met een zodanige interactie tussen ziekten, psychosociale stressoren en subklinische ziektelast dat iemand vatbaar wordt voor ongewenste gezondheidsuitkomsten
frailty (kwetsbaar)
Eenmalig desinfecteren van schoon naar vuil:
* Beginnen bij …
* Daarna in cirkels van … naar …
* Liezen, navel, peri-anale gebied en ernstig gecontamineerde wonden als …
Eenmalig desinfecteren van schoon naar vuil:
* Beginnen bij incisieplaats
* Daarna in cirkels van binnen naar buiten
* Liezen, navel, peri-anale gebied en ernstig gecontamineerde wonden als laatste
Time-out procedure
Bespreek ten minste: (12)
Time-out procedure
Bespreek ten minste:
* Identificatie patiënt en verificatie juiste patiëntendossier.
* Type operatie.
* Juiste zijde of locatie, inclusief markering.
* Allergieën.
* Aanwezigheid van materialen, instrumentarium en apparatuur.
* Aanwezigheid van protheses.
* Type anesthesie
* Positionering van de patiënt.
* Antibioticabeleid (noteer tijdstip van toediening in patiëntendossier).
* Stollingsstatus.
* Te verwachten anesthesiologische problemen.
* Relevante co-morbiditeiten en relevante medische voorgeschiedenis.
Pas als alles positief is mag patiënt onder narcose
Sign out
Bespreek ten minste: (7)
- Welke procedure is er verricht en is deze naar verwachting verlopen?
- Toegediende medicatie en bloedproducten
- Klopt de telling van het aantal gazen, instrumenten en disposables?
- Zijn de preparaten juist gemerkt en gelabeld en zijn de relevante aanvragen ingevuld?*
- Waren er materiële problemen?
- Zijn er specifieke aandachtspunten voor de nazorg van de patiënt (bijvoorbeeld antibiotica, antistolling, pijnbeleid)?
- Naar welke afdeling wordt de patiënt overgeplaatst?
Verschil depolariserende en niet-depolariserende spierverslappers
Depolariserend -> tijdelijke activatie receptor
Niet-depolariserend -> competatieve binding
Welk middel heeft de snelste inwerktijd? (succinylcholine, rocuronium, atracurium, mivacurium?)
succinylcholine
Vermindering metabolisme van succinylcholine door (3)
Genetisch
Zwangerschap
Leverfunctiestoornissen
Verlengde werking van rocuronium bij … en …
lever- en nierfunctiestoornissen
Nadeel atracurium (inclusief bijwerkingen (3)
Nadeel: activatie histamine (CAVE mensen met astma)
Bijwerkingen: histamine release: bronchospasme, uitslag, jeuk
Bijwerkingen mivacurium (3)
Histamine release: bronchospasme, uitslag, jeuk
3 soorten pijn: acuut, subacuut en chronisch. Wat is het verschil?
Acuut (<2 mnd)
Subacuut (>2 mnd maar <6 mnd)
Chronisch (>6 mnd)
Pijn komt door prikkeling van … door stofjes die vrij komen (bijvoorbeeld …)
Pijn komt door prikkeling van zenuwuiteinden door stofjes die vrij komen (bijvoorbeeld prostaglandine)
VAS
Visueel analoge schaal pijn
NRS
Numeric rating scale pijn
Overdosering paracetamol bij
> 15gr, 30 tabletten
Zonder behandeling (N-acetylcysteine) dodelijk
Paracetamol: 5-15% …, bindt aan levercellen = schadelijke metaboliet, wordt normaliter ook weer omgezet naar niet-schadelijk door …
NAPQI
Gluthation
Paracetamol: risico bij (2)
Ondervoeding
Alcoholisten (vangt glutathion weg en inductie van CYP2E1, waardoor meer omzetting naar NAPQI).
Bij >2 EH alcohol per dag geen maximale dosering paracetamol.
Bijwerkingen NSAID (3)
Maagulcera
Cardiaal (trombocytenfunctie/hartfalen)
Renaal (ATN/nierfunctieverlies door constrictie aanvoerende vat glomerulus)
Zwakwerkende opiaten voorbeelden (2)
Tramadol
Codeïne
Sterkwerkende opiaten voorbeelden (3)
Morfine, oxycodon, fentanyl
Hoe komt het dat er obstipatie ontstaat bij gebruik van sterkwerkende opiaten?
Directe binding op de zenuwplexus van de darmwand
Welke receptoren worden geblokkeerd door ketamine?
Blokkade NMDA receptoren
Voordelen ketamine (2)
Opioïde sparend
Geen cardiovasculaire depressie
Heeft paracetamol een anti-inflammatoir effect?
Nee
Behandeling overdosering paracetamol met …
N-acetylcysteine
Opiaten: analgesie dmv activering µ-receptor zorgt naast supraspinale analgesie voor: (3)
Ademhalingsdepressie, euforie en (fysische) afhankelijkheid
Opiaten: analgesie dmv activering κ-receptor zorgt naast analgesie voor: (3)
Pupilvernauwing, sedatie, dysforie (prikkelbare stemming)
Analgetisch effect opiaten op 2 manieren, namelijk:
- Stimulatie limbische systeem -> emotionele beleving pijn minder
- Stimulatie opioïd receptor (hogere dosering) -> efflux kalium -> verhoging drempelwaarde pijn
Vaccinatieschema tetanus:
Pre-expositieprofylaxe van tetanus gebeurt uitsluitend door middel van … immunisatie.
Het schema van de basisimmunisatie bestaat – bij personen ouder dan een jaar - uit twee vaccinaties met een interval van bij voorkeur …, gevolgd door een derde injectie minimaal een … na de tweede inenting.
Revaccinatie (één dosis) wordt aanbevolen… jaar na de primaire serie of de laatste boosterinjectie.
Zit ook in het rijksvaccinatieprogramma, laatste prik op … levensjaar.
Vaccinatieschema
Pre-expositieprofylaxe van tetanus gebeurt uitsluitend door middel van actieve immunisatie.
Het schema van de basisimmunisatie bestaat – bij personen ouder dan een jaar - uit twee vaccinaties met een interval van bij voorkeur een maand (minimaal vier weken), gevolgd door een derde injectie minimaal een half jaar na de tweede inenting (schema: 0-1-7). Het maken van een verre reis is (naast een verwonding) vaak het moment om de immunisatie tegen tetanus te beoordelen.
Revaccinatie (één dosis) wordt aanbevolen10 jaar na de primaire serie of de laatste boosterinjectie.
Zit ook in het rijksvaccinatieprogramma, laatste prik op 9e levensjaar.
WHO pijnladder, stap 1 1/m 5
1: paracetamol
2: NSAID
3: zwak werkend opiaat (tramadol)
4: sterk werkend opiaat
5: subcutane of intraveneuze toediening van sterk werkende opiaten
Traumatische wonden =
Wonden (onder andere schaaf-, scheur- en snijwonden) veroorzaakt door een trauma, exclusief beten
Bijtwonden =
Wonden veroorzaakt door de beet van een mens of dier.
Prikbijtwonden =
Diepe, puntvormige bijtwonden veroorzaakt door puntige tanden.
Kneusbijtwonden =
Bijtwonden veroorzaakt door een plat gebit.
Bijtwonden: AB profylaxe is geindiceerd bij: (4)
Een mensen- of kattenbeet
Bijtwonden aan hand/pols, been/voet, genitaliën of gelaat
Diepe prikbeten en kneusbijtwonden
Patiënten uit risicogroepen
- Verminderde afweer
- Verhoogd risico op endocarditis (in VG, hartklepprothese, aangeboren hartklepafwijkingen)
- Verhoogd risico op infectie gewrichtsprothese (prothese <2jr oud of >2jr icm VG geinfecteerde prothese, reumatische gewrichtsaandoening of hemofilie)