thema 4 Flashcards

hoofdstuk 9

1
Q

interdependentie

A

wederzijdse afhankelijkheid tussen 2 of meerdere personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

groepscohesie

A

hechtheid van een groep ten gevolge van eigenschappen van de groep die de leden ervan met elkaar verbinden en die onderlinge sympathie bevorderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sociale facilitatie

A

de neiging van mensen om in aanwezigheid van anderen beter te presteren bij eenvoudige taken en slechter bij moeilijke taken als hun individuele prestaties beoordeeld kunnen worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

social loafing

A

de neiging van mensen om in aanwezigheid van anderen minder goed te presteren bij eenvoudige taken als hun individuele prestatie niet kan worden beoordeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de-individuatie

A

proces waarbij normale beperkingen op gedrag worden losgelaten wanneer mensen zich anoniem wanen, bijvoorbeeld wanneer ze deel uitmaken van een menigte, wat leidt tot een toename van impulsief en afwijkend gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

procesverlies

A

elk willekeurig aspect van groepsinteractie dat goede probleemoplossing in de weg staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

transactief geheugen

A

het gecombineerde geheugen van een groep, dat efficienter is dan het geheugen van de individuele leden van die groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

groepspolarisatie

A

de neiging van groepen om beslissingen te nemen die extremer zijn dan de aanvankelijke neigingen van hun individuele leden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

transactionele leider

A

een leider die duidelijke kortetermijndoelen opstelt en mensen beloont die de doelen bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

transformationele leider

A

een leider die volgelingen inspireert om zich te richten op het nastreven van gemeenschappelijke langetermijndoelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

contingentietheorie van leiderschap

A

het idee dat de effectiviteit van leiderschap zowel afhankelijk is van hoe taak- of persoonsgericht de leider is, als van de mate van controle en invloed die de leider op de groep heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

integratieve oplossing

A

een oplossing voor een conflict waarbij de partijen op bepaalde punten compromissen sluiten; elke partij geeft het meest toe op punten die voor haar onbelangrijk zijn maar die voor de andere partij juist belangrijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly