Thema 3 Flashcards
hoofdstuk 5 en 6
onafhankelijk zelfbeeld
Manier om zichzelf te definieren in termen van de eigen interne gedachten, gevoelens en handelingen
Onderling afhankelijk zelfbeeld
Manier om zichzelf te definieren in termen van de relaties met anderen mensen; erkennen dat het eigen gedrag dikwijls bepaald wordt door de gedachten, gevoelens en handelingen van anderen.
introspectie
proces waarbij mensen naar binnen kijken en hun eigen gedachten, gevoelens en motieven onderzoeken
Zelfbewustzijntheorie
Idee dat wanneer mensen hun aandacht op zichzelf richten, ze hun gedrag evalueren en het vergelijken met hun innerlijke normen en waarden
causale theorieen
theorieen over de oorzaken van eigen gevoelens en gedragingen
Zelfperceptie theorie
Theorie die stelt dat wanneer onze attitudes en gevoelens onzeker of ambigu zijn, we onze conclusies daarover baseren op observaties van ons gedrag en de situatie waarin dat gedrag voorkomt
overrechtvaardigingseffect
De neiging van mensen om de oorzaken van hun gedrag te zoeken in dwingende extrinsieke motivaties, waardoor ze de invloed van intrinsieke redenen onderschatten
tweefactorentheorie van emotie
Het idee dat een emotionele ervaring het resultaat is van een zelfperceptieproces dat uit twee stappen bestaat en waarin mensen eerst fysiologische opwinding ervaren en daar vervolgens een geschikte verklaring voor zoeken
Misattributie van opwinding
Proces waarbij mensen verkeerde conclusies trekken over de oorzaak van hun gevoelens
sociale afstemming
het proces waarin mensen attitudes van elkaar overnemen
ego-depletie
de staat waarbij de energiebron die nodig is voor zelfcontrole is uitgeput, waardoor het uitoefenen van zelfcontrole niet tot nauwelijks mogelijk is.
impressiemanagement
poging van mensen om anderen over te halen om hen te zien zoals ze gezien willen worden
narcisme
De combinatie van excessieve zelfgerichtheid en een gebrek aan empathie met anderen
cognitieve dissonantie
drijfveer of onaangenaam gevoel van spanning dat wordt veroorzaakt door twee of meer onverenigbare cognities. Volgens latere definities wordt cognitieve dissonantie veroorzaakt door het feit dat men een handeling verricht, die in tegenspraak is met de gebruikelijke positieve opvatting van zelf
impact bias
de neiging om de intensiteit en duur van onze reacties op toekomstige negatieve gebeurtenissen te overschatten