Thema 3 Gynaecologie en reproductive health Flashcards

1
Q

Wat is de pearl-index?

A

Anticonceptie: de mate van betrouwbaarheid wordt uitgedrukt in een zogenaamde pearl-index. Dit getal geeft weer hoeveel zwangerschappen er ontstaan wanneer de methode 100 vrouwjaren gebruikt wordt. Hoe lager dit getal, hoe kleiner de kans dat bij goed gebruik van dit anticonceptiemiddel geen zwangerschap zal ontstaan.

Dus pearl index = zwangerschapscijfer uitgedrukt in het aantal zwangerschappen per 1300 expositiecycli.
Vrouw gemiddeld 13 cycli/jaar. Pearl kijkt naar hoeveel vrouwen van de honderd vrouwen zwanger worden na 1 jaar anticonceptie gebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Functies:
FSH (2)
LH (1)
Progesteron (3)
Oestrogeen (3)

A

FSH (Follikelstimulerend hormoon)
- Rijpt een follikel tot ovulatie
- Stimuleert na de ovulatie corpus luteum

LH (Luteiniserend hormoon)
- Zorgt voor ontwikkeling van corpus luteum

Progesteron
- Maakt baarmoederslijmvlies klaar voor (evt) zwangerschap
- Remt FSH en LH (voorkomen nieuwe eisprong)
- Slijmprop baarmoederhals (luteale fase)

Oestrogeen
- Zorgt voor ovulatie (piek)
- Zorgt voor opbouw baarmoederslijmvlies
- Remt FSH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bijwerkingen oestrogenen (7)

A

Hoofdpijn
Misselijkheid
Gespannen borsten
Prikkelbaarheid
Vochtretentie
Afscheiding
Groei hormoongevoelige tumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bijwerkingen progestagenen (2)
Met androgene activiteit (2)
Met anti-androgene activiteit (3)

A

Progestagenen
- Stemmingsklachten (PMS)
- Toename eetlust en gewicht

Met androgene activiteit (levonorgestrel)
- Acne, vet haar
- Toename libido

Met anti-androgene activiteit (cyproteron)
- Afname acne
- Afname libido
- Meer tromboseneiging

progesteron kan heel erg lijken op testosteron, androgene activiteit neigt meer naar testosteron hormoon -> als bijwerking mannelijke aspecten (bv toename groei haar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom krijg je kans op trombose bij gebruik van anticonceptie?

A

Met name de oestrogenen geven verhoogd risico, bij progestagenen hangt het er van af welke het is. Proteine C en S zorgen ervoor dat je minder trombogeen wordt, deze proteine C en S worden minder bij oestrogeen gebruik (stollingscascade wordt dus minder geremd).

Je wil dus met name liever geen systemische oestrogenen die in de bloedsomloop komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4 voorbeelden anticonceptie progestageen-alleen

A

Hormoonspiraal (1/3e krijgt geen ovulatie)
Implanon (staafje)
Minipil (let op, veel meer therapietrouw nodig in vergelijking met normale anticonceptiepil)
Prikpil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 voorbeelden anticonceptie combinatiepreparaten (oestrogeen + progestageen)

A

Anticonceptiepil
Vaginale ring
Anticoceptiepleister

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is belangrijk bij keuze voor anticonceptie?

A

VG (trombose risico)
Maligniteiten (hormoongevoelige tumoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Menopauze

A

Laatste ongesteldheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Overgang

A

Aantal jaren rondom je laatste ongesteldheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verandering/klachten bij overgang (3)

A

Menstruele cyclus: onregelmatige cylcus/bloedverlies en spotting
Vulvovaginale atrofie: irritatie, jeuk, droge vagina, dyspareunie
Vasomotoren klachten: opvliegers en zweetaanvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling klachten overgang niet medicamenteus

A

Voorlichting
- Voorlichting over het fysiologische proces (grote variaties in beloop/klachten)
- Hoge mate van psychologische en somatische ziektelast

Behandeling
- Geen tot weinig effect op vasomotoren klachten
- Stress reducerende psychologische interventies kunnen aantal opvliegers verminderen (30-40%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling klachten overgang medicamenteus (3)

A

Afhankelijk van klachten

-> Onregelmatig vaginaal bloedverlies? -> NHG vaginaal bloedverlies
-> Voornamelijk vaginale klachten? -> indifferente middelen of vaginale oestrogenen
-> Veel hinder van vasomotorische klachten? -> komt door oestrogeen deficientie, voor- en nadelen van hormoontherapie bespreken (cave risicofactoren hormoongevoelige tumoren / risico op trombose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Medicamenteuze behandeling vulvovaginale klachten overgang

A

Indifferente middelen (creme/zalf)

Lokaal vaginaal oestrogeen (estradiol / estriol)
Bijwerkingen: vulvovaginale schimmelinfectie
Contraindicatie: oestrogeen gevoelgie zwellingen (myomen, tumoren), vg of actieve trombose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Systemische non-hormonale therapie bij overgang

A

Clonidine (lage dosering)

Werking: centraal werkend antihypertensivum (stabilisator vaatvernauwende en verwijdende stimuli)

Bijwerkingen: slaapproblemen, orthostatische hypotensie, angstsymptomen en droge mond

Effectiviteit: dubieus (gemiddeld 1 opvileger per dag minder) tov de bijwerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hormonale systemische therapie bij overgang

A

Effectiviteit: 8 opvliegers minder per dag (placebo onderzoek 5 opvliegers minder per dag)

Iedereen = estradiol (oraal of transdermaal)
Perimenopauzaal en wens anticonceptie = + progestageen hormoonspiraal (levonorgestrel 52mg)
Perimenopauzaal zonder wens anticonceptie = + progestageen (dydrogesteron 10mg OF progesteron 200mg)
Postmenopauzaal = +progestageen (dydrogesteron 5/2,5mg OF progesteron 200mg)
Uterusextirpatie= geen toevoegingen (tenzij endometriose)

Belangrijkste: besef dat er lokale en systemische klachten zijn. Bij systemische klachten goed opletten of iemand wel veilig een hormonale aniconceptie mag krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Dysmenorroe

A

Hevige pijn bij de menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Behandeling dysmenorroe niet medicamenteus

A

Warme kruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Dysmenorroe behandeling medicamenteus

A
  1. Analgetica gedurende 3 hevigste dagen menstruatie
    - 1A: NSAID
    - 1B: paracetamol
    - NB: anders dan ‘normale’ pijnladder ivm rol prostagladines bij uteruscontracties (hol orgaan trekt samen oiv prostaglandines)
  2. Hormonale anticonceptie
    - Combinatiepil (sub 50)
    - Hormoon houdend spiraal
    - (Andere hormonale methoden)
    - NB: uiteraard niet bij zwangerschapswens

Geen opiaten in richtlijn want dan zou de baarmeodermond juist meer dicht gaan zitten (+ verslavingsrisico)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hypermenorroe

A

Abnormale hoeveelheden bloedverlies bij de menstruatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Behandeling hypermenorroe

A

NSAID gedurende 3 hevigste dagen menstruatie

Hormonale anticonceptie
- Combinatiepil (sub50)
- Hormono houdend spiraal
- (Andere hormonale methoden)

Tranexaminezuur gedurende 3 hevigste dagn menstruatie
- Antifibrinolyticum
- Niet bij: (familair bepaalde) verhoogde tromboseneiging
Oestrogeen bevattende hormonale anticonceptiva

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Vervroegde overgang = voor het … levensjaar

A

40e

Kan bv door:
Ziekte (chemotherapie, endometriose)
Chromosoomafwijking
Familiaire oorzaak
Auto-antistoffen gericht op eistokweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

GnRH pulses zijn … in de folliculaire fase dan in de luteale fase

A

GnRH pulses zijn korter (60-90 min) in de folliculaire fase dan in de luteale fase (100-200min)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Luteale fase is altijd … weken, folliculaire fase kan wisselen

A

2 weken

(Bron = Anouk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat gebeurt er met je hormonen?
Niet zwanger -> geen HCg -> … (4)

A

Niet zwanger -> geen HCG -> LH daalt > luteolyse -> progesteron daalt -> menstruatie door collaberen progesteron-afhankelijke spiraal arterien endometrium (ischemie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat gebeurt er a.g.v. de LH-piek? (4)

A
  1. COC expandeert en komt vrij te liggen in follikel
  2. Oocyt bevindt zich tot LH piek in meiotische profase 1 -> maakt deze divisie af en ondergaan 2e meiotische arrest (haploid) totdat fertilisatie plaatsvindt
  3. Cervixslijm wordt doordringbaarder voor spermatozoa
  4. Oocyt is ongveer 24u te bevruchten door spermacel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Welke weg legt de spermacel af? (4)

A
  1. Door LH piek wordt cervixlijm beter doordringbaar
  2. Spermatozoa verleven tot 5 dagen in lichaam van de vrouw
  3. Fertilisatie oocyt (ong 24u) door spermatozoa in tuba
  4. Na de ovulatie wordt cervixslijm visceus en minder doordringbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Zwanger?
… productie door de jonge zwangerschap
Blastocytes produceren in lab al na … dagen HCG
Daardoor geen …
Progesteron productie door corpus luteum blijft intact = geen …
Tussen … weken placento-luteaal shift
Trophoblast neemt … productie over

A

HCG productie door de jonge zwangerschap
blastocytes produceren in lab al na 7-8 dagen HCG
Daardoor geen luteolyse
Progesteron productie door corpus luteum blijft intact = geen menstruatie
Tussen 7-9 weken placento-luteaal shift
trophoblast neemt progesteron productie over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Vormen van anticonceptie
Verminderen spermacellen (4)
Verhinderen productie eicel (2)
Verhinderen innesteling (2)

A

Verminderen spermacellen
- barriere: condooms, pessarium
- Zaaddodende middelen, CU-IUD
- Hormonale beinvloeding cervixslijm: minipil
- Steriliatie man/vrouw

Verhinderen productie eicel
- hormonale anticoncenptie
—> Combinatie oestrogeen en progestagenen: pil, ring, pleister
—> Middelen met alleen progestageen: minipil, prikpil, hormoonstaafje, hormoon-IUD

Verhinderen innesteling
- Postcoitale anticonceptie
- IUD’s: koper/hormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Pearl index hangt af van (2)

A

Hangt af van methode zelf en de persoon die de methode gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Effecten combinatiepil / ring / pleister

A

Bevatten oestrogenen en progestagenen

Effecten
- Anticonceptieve werking door progestagenen
- Oestrogeen-toevoeging -> opbouw endometrium: na 3 weken gebruik, stopweek waarin onttrekkingsbloeding optreedt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Hormonen prikpil - hormoonstaafje - hormoon IUD

A

Effecten: bevat alleen progestageen

Prikpil: 1x/3 maanden, irregulair bloedverlies, soms na stoppen tot 12 maanden voor herstel reguliere cyclus
Hormonstaafje: werkt 3 jaar, irregulair bloedverlies
Hormoon-IUD: werkt 5 jaar,irregulair bloedverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat te doen bij vergeten anticonceptie?
Wat vraag je? (5)

A

Welk type anticonceptie is vergten
Hoe lang geleden vergeten
Bij OAC -> hoeveel pillen en in welke periode van de strip
Wanneer onbeschermde gemeenschap gehad
Redenen bepsreken WAAROM anticocneptie is vergeten en mogelijkheden om risico op herhalen te voorkomen

Zie stappenplan NHG

34
Q

Nood anticonceptie voorkeur

A

Tot 5 dagen na onveilig vrijen (oa geen anticonceptie, falen barriere methode, vergeten hormonale anticonceptie)

Koperspiraal meest effectief (waarschijnlijk mede door later aangrijpingspunt => verhindering innesteling)

35
Q

Abortus provocatus toegestaan tot?

A

Abortus provocatus toegestaan tot AD 24 (vaak wordt 22 weken aangehouden ivm nauwkeurigheid echo bij vaststellen AD). Sinds 1 januari 2023 geen wettelijke bedenktijd meer.

36
Q

Behandelopties abortus provocatus

A

Tot amenorroe duur (AD) 9 weken: abortuspil
Tot en met AD 12 weken: zuigcurettage
Vanaf AD 13 weken: 2e trimester behandeling

37
Q

Hoe werkt de abortuspil?

A

Mifeproston oraal: blokkeert werking progesteron
24-72u later misoprostol vaginaal: zorgt voor uteruscontracties

2-10% alsnog zuigcurretage nodig ivm incomplete abortus, nog bestaande G of ernstig bloedverlies.

38
Q

Subfertiliteit vs infertiliteit

A

Subfertiliteit = uitblijven zwangerschap na >12 maanden op conceptiegerichte coitus
Infertiliteit = het onvermogen tot voortplanting

39
Q

Oorzaken subfertiliteit (5)

A

Cyclusstoornis 24%
Tubapathologie 11%
Cervixfactor 15%
Sterk verminderde kwaliteit zaad 20%
Onverklaard 30%

NB: leeftijd van de vrouw!
NB: seksuele problematiek (bv laag libido, seksuele trauma’s, pijn, erectiestoornissen etc.)

40
Q

Oorzaken tubapathologie (6)

A

Salpingitis: chlamydia! (Fitz-Hugh curtis/‘snaren’ patroon)
Opstijgende endometritis
Endometriose
Geperforeerde appendicitis
Adhesies na gynaecologische operatie
Sterilisatie

41
Q

Afwijkende waarden VCM (totaal aantal bewegende zaadcellen per ejaculaat) <10 oorzaken (mannelijke factor) (7)

A

Idiopatisch
Genetisch (Klinefelter, CF)
Hypogoadotroop hypogonadisme (Kalman)
Hyperprolactinemie
Sperma-antistoffen
Seksuele en ejaculatiestoornissen
Medicatie/ziekte/roken

42
Q

Orienterend fertiliteitsonderzoek (OFO)
Anamnese vrouw (7)
Anamnese man (6)
Anamnese paar (4)

A

Anamnese vrouw
- Leeftijd
- Duur subfertiliteit
- Cyclus (duur, regelmaat, dysmenorroe, leeftijd menopauze moeder)
- Eerdere zwangerscappen (beloop, hoe snel zwanger)
- Seksuele anamnese (requentie, conceptiegericht)
- Intoxicaties
- Algemene VG en med: NB SOAs en mogelijk pathologie kleine bekken

Anamnese man
- Leeftijd
- Eerdere zwangerschappen verwekt
- VG en med
- Intoxicaties
- Testes ingedaald bij geboorte
- OK/trauma/infectie genitaal gebied

Anamnese paar
- Draagkracht / psychologische begeleiding
- Familie-anamnese
- Aangeboren afwijkingen in de familie
- Consanguiniteit (bloedverwantschap)

43
Q

Orienterend fertiliteitsonderzoek (OFO)
Onderzoek man (2)
Onderzoek vrouw (7)

A

Onderzoek man
- Geen standaard lihamelijk onderzoek
- Semenanalyse

Onderzoek vrouw
- Anatomie
— Speculum: cervixafwijkingen?
— VT: cystes? Endometriose?
— Echo: uterusanomalien, ovariele afwijkingen
— Op indicatie hysteroscopie: myomen, poliepen, uterusanomalien, adhesies
- Endocrinologisch onderzoek
- Postcoitum test (PCT)
- Chlamydia antistoftiter
- Op indicatie: ovariele reservetesten
- Op indicatie: hysterosalpinografie (HSG, doorgankelijkheidstest) / diagnostische laparoscopie (DLS)
- Zelfonderzoek:
— Urine ovulatietesten
— Basale temperatuur curve (BTC): cave betrouwbaarheid

44
Q

IVF behandeling 4 fases

A

Fase I: stimulatiefase
Stimulatie eierstokken (exogene FSH toediening (negatieve terugkoppeling vanuit dominante follikel ontbreekt) -> meer kans op ontstaan embryo’s)
Tegenhouden eisprong
Injectie voor rijping eicellen (HCG-injectie)

Fase II:
eicelpunctie

Fase III:
Zaadproductie
Laoratoriumfase

Fase IV:
Embryotransfer
Evt invriezen overtollige embryo’s

45
Q

Complicaties IVF (4)

A

Meerlingen (Tegenwoordig ong 15%)
Overstimulatiesyndroom (OHSS)
- Oedemen -> kortademig
- Haemoconcentratie -> trombose
Infectie -> abces
Bloeding -> shock

46
Q

Oorzaken fluorklachten (7)

A

Vulvovaginale candidiasis
Bacteriele vaginose
Trichomoas vaginalis
Chlamydia trachomatis
Neisseria gonorrhoeae
Niet-infectieuze oorzaken
Geen diagnose

47
Q

Gemiddelde cyclusduur … dagen waarbij spreiding van … dagen (spreiding van maand tot maand maximaal… dagen) als normaal wordt beschouwd en in de regel ovulatoir is.

A

Gemiddelde cyclusduur 28 dagen waarbij spreiding van 21-35 dagen (spreiding van maand tot maand maximaal 7 dagen) als normaal wordt beschouwd en in de regel ovulatoir is.

48
Q

Pessarium
Doel?
Hoe werkt het?

A

Icm zaaddodend middel

Doel: zaadcellen kunnen de baarmoeder niet (levend) bereiken

Hoe?: enkele uren voor coitus inbrengen en nadien minimaal 6u laten zitten

Max 24-48u laten zitten, anders verhoogde kans op infecties
Geen bescherming tegen SOA’s

49
Q

Koperspiraal

Hoe lang in situ?
Effecten?

A

5-10jaar in situ

Effecten:
- Langzame afgifte geringe hoeveelheid koperionen
- Verlamming spermatozoa
- Steriele ontsteking endometrium en verstoring enzymatische processen waardoor endometrium niet normaal uitrijpt -> verstoring innesteling embryo

Mogelijk nadeel: toename bloedverlies tijdens menstruatie
Geen bescherming tegen SOA’s

50
Q

Minipil

Effecten?

A

Bevat alleen progestageen

Effecten:
- Geen eisprong door beinvloeding HHO-as
- Cervixslijm wordt visceus en is minder goed doordringbaar voor spermacellen
- Atrofie van endometrium waardoor innestelen embryo wordt bemoeilijkt

Geen stopweek
Beschermt niet tegen SOA’s

51
Q

Hormonale anticonceptie: effect op HHO-as?

A

Doordat progestagenen GnRH pulsen remmen, wordt de afgifte van LH en FSH door hypofyse verminderd, waardoor er geen follikelontwikkeling plaatsvindt.

52
Q

Granulosa cellen produceren in folliculaire fase … (uit precursors afkomstig uit …). Deze cellen luteiniseren door LH-piek en gaan daarna … produceren.

A

Granulosa cellen produceren in folliculaire fase oestrogeen (uit precursors afkomstig uit heca-cel). Theca cellen luteiniseren door LH-piek en gaan daarna progesteron produceren.

Toevoeging uitleg via chat gpt:

Tijdens de folliculaire fase van de menstruatiecyclus rekruteren verhoogde FSH-niveaus meerdere antrale follikels. Granulosacellen van deze follikels prolifereren en produceren oestradiol, gebruikmakend van androgenen (androsteendion en testosteron) die door thecacellen worden geproduceerd en omgezet.

FSH-drempel- en vensterconcept:
1. FSH-drempel: Om follikelgroei te stimuleren, moet FSH boven een bepaalde drempelwaarde stijgen. Dit zorgt voor rekrutering van meerdere antrale follikels.
2. FSH-venster: De periode waarin FSH-niveaus boven de drempel blijven. Tijdens deze periode produceert FSH oestrogeen in granulosacellen, wat zorgt voor de groei van de follikels.

Dominante follikel selectie:
- De dominante follikel heeft een verhoogde gevoeligheid voor FSH en meer FSH-receptoren. Dit maakt dat het kan blijven groeien ondanks dalende FSH-niveaus.
- De andere, minder gevoelige follikels ondergaan atresie (degeneratie) door het gebrek aan voldoende FSH.

LH-piek en luteinisatie:
- Wanneer oestrogeenniveaus hoog genoeg zijn, induceert dit een LH-piek.
- De LH-piek veroorzaakt ovulatie van de dominante follikel en luteinisatie van thecacellen.
- Luteïniserende thecacellen en granulosacellen vormen het corpus luteum, dat progesteron produceert ter voorbereiding op een mogelijke zwangerschap.

Conclusie:
Door deze mechanismen (FSH-drempel, venster en selectiemechanisme) rijpt er meestal slechts één dominante follikel per cyclus, wat zorgt voor ovulatie van één eicel.

53
Q

Waarom rijpt er per cyclus normaal maar 1 (of 2) follikel(s)?

A

Per cyclus rijpt er meestal maar 1 follikel door het FSH-drempel-/vensterconcept. Tijdens de vroege folliculaire fase stijgt de FSH-concentratie boven een bepaalde drempel, wat meerdere follikels rekruteert. Gedurende de vensterperiode neemt FSH weer af. Slechts de follikel met de meeste FSH-receptoren kan blijven groeien en dominant worden, terwijl de andere follikels atresie ondergaan. Dit mechanisme zorgt ervoor dat er doorgaans slechts één dominante follikel ovuleert.

Chat gpt

54
Q

Behandeling infertiliteit (5)

A

Behandeling afhankelijk van diagnose (de kans per cyclus verhogen in de hoop dat een zwangerschap optreedt)

  1. Onverklaard t/m 38 jaar: prognose bepaling Hunault
  2. Ovulatie-inductie (bij cyclusstoornissen)
  3. Intra-uterine inseminatie (IUI)
  4. Opereren (tubachirurgie, bij eileiderproblemen)
  5. In Vitro Fertilisatie (IVF) (bij eileiderprobleen na mislukte ovulatie inductie, na mislukte IUI, onverklaard > 38jr)
55
Q

Berekenen via predictiemodel volgens Hunault bij infertiliteit aan de hand van (5)

A

Leeftijd vrouw
Duur subfertiliteit
Wel of niet eerder zwanger geweest
Beweeglijkheid zaadcellen (%)
Verwijzing secundair of tertiair

Indien prognose >30% 6-12 maanden expectatief.
Indien prognose <30% eerste stap IUI

56
Q

Intra-uteriene inseminatie (IUI)

A

In de natuurlijke cyclus
- Timing op LH piek in urine (ovulatietest) of in bloed
- Kans per cyclus = ong 8%

In de mild gestimuleerde
- Strikte monitoring (bloedprikken en echo)
- Kans per cyclus = ong 12%
- Kans op meerling = ong 15%

Toelichting via chat gpt:

Intra-uteriene inseminatie (IUI) is een vruchtbaarheidsbehandeling waarbij sperma direct in de baarmoeder wordt geplaatst om de kans op bevruchting te vergroten. Er zijn twee manieren om dit te doen: in een natuurlijke cyclus of in een mild gestimuleerde cyclus.

  1. Timing op LH-piek:
    • De timing van IUI is cruciaal. Dit wordt meestal gedaan door de LH-piek te detecteren, wat wijst op naderende ovulatie. Dit kan met een ovulatietest (urine) of door het meten van LH-niveaus in het bloed.
  2. Kans per cyclus:
    • De kans op zwangerschap per cyclus is ongeveer 8% in een natuurlijke cyclus.
  1. Stimulatie en monitoring:
    • Bij een mild gestimuleerde cyclus worden lage doses vruchtbaarheidsmedicatie gebruikt om de eierstokken te stimuleren, wat de kans op meerdere rijpe follikels verhoogt.
    • Strikte monitoring is noodzakelijk. Dit omvat regelmatig bloedprikken om hormoonniveaus te controleren en echografie om de ontwikkeling van follikels te volgen.
  2. Kans per cyclus:
    • De kans op zwangerschap per cyclus is ongeveer 12% in een mild gestimuleerde cyclus.
  3. Kans op meerling:
    • Omdat meer dan één follikel kan rijpen, is de kans op een meerlingzwangerschap (zoals tweelingen) ongeveer 15%.
  • Natuurlijke cyclus: Minder invasief, geen medicatie nodig, lagere kans op zwangerschap en geen verhoogd risico op meerlingen.
  • Mild gestimuleerde cyclus: Vereist medicatie en intensieve monitoring, hogere kans op zwangerschap per cyclus, maar ook een verhoogd risico op meerlingzwangerschappen.
57
Q

Candida

Anamnese (3)
LO (2)
Kweek?
Behandeling?

A

Anamnese: jeuk, irritatie en brokkelige, witte fluorklachten
LO: erytheem en zwelling van labia, vulva en vaginawanden met witte brokkelige fluor
Kweek: candida albicans
Medicamenteuze behandeling: antischimmel creme of ovule (over-the-counter)

58
Q

Bacteriele vaginose

Anamnese (2)
LO (2)
Kweek?
Behandeling?

A

Anamnese: fluorklachten, rotte-vis lucht
LO: homogene fluor, dun, waterig, positieve aminetest (rottevisgeur die verergert na toevoeging van een druppel KOH)
Kweek: Gardnerella vaginalis
Medicamenteuze behandeling: metroindazol oraal of vaginaal

59
Q

Trichmoniasis (SOA)

Anamnese (3)
LO (4)
Kweek?
Behandeling?

A

Anamnese: fluorklachten, rotte-vis lucht, vaak asymptomatisch
LO: geelgroene fluor vaak met belletjes, rode vaginawand, cervix met aardbei-aspect, vaak positieve aminetest
Kweek: trichomonas vaginalis
Behandeling: metronidazol eenmalig 2g oraal

60
Q

Chlamydia (SOA)

Anamnese (4)
LO (2)
Hoe test je deze?
Behandeling?
Complicatie?

A

Anamnese: fluorklachten, contactbloedingen, soms buikpijn/koorts (PID), echter tot 90% asymptomatisch
LO: rode gemakelijk bloedende portio, soms druppel pus
PCR: pos voor chlamydia trachomatis
Behandeling: azitromycine eenmalig 1gr of doxycycline 7dgn 2dd100mg
Complicatie: kans op infertiliteit (12% bij behandelde infectie)

61
Q

Gonorroe (SOA)

Anamnese (4)
LO (2)
Hoe test je deze?
Behandeling?
Onbehandeld kans op …

A

Anamnese: fluorklachten, soms purulent. Soms buikpijn/koorts, echter soms asymptomatisch
LO: urethritis, cervicitis
PCR: pos voor Neisseria gonorrhoea
Behandeling: ceftriaxon 500mg i.m.
Onbehandeld kans op hersenoedeem/neurologische uitval

62
Q

Overgangsverschijnselen typisch (3)
+ andere overgangsklachten (4)

A

Overgangsverschijnselen
Onregelmatigheid cyclus door anovulatie
Vasomotore verschijnselen
Verschijnselen door urogenitale atrofie

Andere overgangsklachten
Gejaagd
Vermoeid
Prikkelbaar
Slapeloosheid

63
Q

Vasomotore verschijnselen

A

Opvliegers/nachtelijk transpireren (thermoregulatie door hypothalamus, ontregeld door hormonale schommelingen)

Adequate behandeling van opvliegers zorgt vaak ook voor verdwijnen van de samenhangende/andere overgangsklachten

64
Q

Urogenitale atrofie symptomen (4)

A

Urogenitale atrofie -> kwetsbaarder voor infecties, verzakking steunweefsel

Bloedverlies
Afscheiding
Droogheid
Seksuele problemen: dyspareunie, libido laag

65
Q

Lange termijn gevolgen menopauze (2)

A

Osteoporose (vaak ruggenwervels)
Hart- en vaatziekten (verlies beschermende werking oestrogeen)

66
Q

Hormoontherapie bij menopauze?

A

Hormoontherapie bij menopauze: oestrogeen
Indien uterus aanwezig altijd combinatie met progestageen!

Let op bij hormoontherapie: risico mammacarcinoom, volgens dia gebruik gedurende 2-3 jaar veilig

67
Q

Bijwerkingen oestrogenen (3)

A

Endometriumhyperplasie
Dens mammaweefsel
Toename stollingsfactoren

68
Q

Werking progestagenen (2)

A

Atrofie endometrium
Dydrogesteron remt ovulatie niet

69
Q

Bijwerkingen progestagenen (3)

A

Slaperigheid, duizeligheid
Effecten op huid en haar
Ongunstige beinvloedinglipidenspectrum

70
Q

Prematuur ovariele insufficientie (POI) =
Oorzaken (4)

A

‘Vroege menopauze’
Amenorroe > of gelijk aan 4 maanden, FSH > 40 U/L, voor het 40e jaar

Afwisselend perioden met en zonder ovariele activiteit

Oorzaken:
Genetisch
Auto-immuun
Iatrogeen
Idiopathisch

71
Q

POI lange termijn gevolgen (4)

A

In vergelijking met vrouwen die rond 51e jaar de menopauze doormaken

Groter risico op hart- en vaatziekten
Kortere periode van vruchtbaarheid
Groter risico op osteoporose
Lager risico op mammacarcinoom

72
Q

Zet de fysiologie van de voortplanting uiteen aan de hand van de menstruele cyclus. (Chat gpt)

A

De fysiologie van de voortplanting kan goed worden uitgelegd aan de hand van de menstruele cyclus, die bestaat uit verschillende fasen: de folliculaire fase, ovulatie, de luteale fase, en menstruatie. Deze fasen worden gereguleerd door een complexe interactie van hormonen.

  1. Folliculaire fase
    - Duur: Begint op de eerste dag van menstruatie en eindigt bij ovulatie.
    - Hormonen:
    - FSH (Follikelstimulerend hormoon): Gestimuleerd door de hypofyse, verhoogt aan het begin van deze fase om de groei van follikels in de eierstokken te stimuleren.
    - Oestrogeen: Geproduceerd door granulosacellen van de rijpende follikels. Stijgende oestrogeenspiegels zorgen voor de proliferatie van het endometrium (baarmoederslijmvlies).
    - Proces:
    - Meerdere antrale follikels worden gerekruteerd, maar slechts één dominante follikel zal uiteindelijk volledig rijpen.
    - De stijging van oestrogeen zorgt voor negatieve feedback op de hypofyse, waardoor de FSH-productie afneemt.
  2. Ovulatie
    - Duur: Een korte periode rond de 14e dag van een gemiddelde 28-daagse cyclus.
    - Hormonen:
    - LH (Luteïniserend hormoon): Een plotselinge piek in LH, veroorzaakt door een positieve feedback van hoge oestrogeenspiegels, leidt tot ovulatie.
    - Proces:
    - De LH-piek zorgt ervoor dat de dominante follikel barst en de eicel vrijlaat in de eileider.
    - De vrijgekomen eicel wordt omgeven door de corona radiata en begint aan haar reis richting de baarmoeder.
  3. Luteale fase
    - Duur: Begint na ovulatie en duurt ongeveer 14 dagen.
    - Hormonen:
    - Progesteron: Geproduceerd door het corpus luteum (de overblijfselen van de gebarsten follikel). Progesteron zorgt voor verdere rijping en onderhoud van het endometrium.
    - Oestrogeen: Wordt ook door het corpus luteum geproduceerd, maar in lagere hoeveelheden dan progesteron.
    - Proces:
    - Het corpus luteum onderhoudt het endometrium en bereidt het voor op een mogelijke implantatie van een bevruchte eicel.
    - Als er geen bevruchting plaatsvindt, degradeert het corpus luteum na ongeveer 14 dagen, wat leidt tot een daling van progesteron- en oestrogeenspiegels.
  4. Menstruatie
    - Duur: Gemiddeld 3-7 dagen.
    - Hormonen:
    - Lage niveaus van progesteron en oestrogeen: Door de degeneratie van het corpus luteum.
    - Proces:
    - De afname van progesteron en oestrogeen leidt tot het afstoten van het functionele deel van het endometrium.
    - Dit resulteert in menstruatiebloedingen waarbij het opgebouwde baarmoederslijmvlies wordt uitgestoten.

Hormoonregulatie
De gehele cyclus wordt gereguleerd door een complex feedbackmechanisme tussen de hypothalamus, hypofyse en eierstokken:
- GnRH (Gonadotropin-releasing hormone): Afgegeven door de hypothalamus, stimuleert de hypofyse om FSH en LH te produceren.
- FSH en LH: Reguleren de activiteit van de eierstokken.
- Oestrogeen en progesteron: Beïnvloeden de hypothalamus en hypofyse door negatieve en positieve feedbackmechanismen.

Conclusie
De menstruele cyclus is een goed gecoördineerd proces dat de vrouwelijke voortplantingsfysiologie reguleert, waarbij hormonale veranderingen zorgen voor de rijping van eicellen, voorbereiding van het endometrium, en uiteindelijk menstruatie als er geen bevruchting optreedt.

(Chat gpt)

73
Q

Leg uit hoe de seksuele responscyclus werkt. (Chat gpt)

A

De seksuele responscyclus is een model dat de fysiologische en psychologische veranderingen beschrijft die mensen ervaren tijdens seksuele activiteit. Dit model is oorspronkelijk ontwikkeld door Masters en Johnson en bestaat uit vier fasen: opwinding, plateau, orgasme en herstel.

  1. Opwinding (Excitement) -> hierna verlangen
    - Fysiologische veranderingen:
    - Mannen: De penis wordt stijf door een toename van bloedtoevoer (erectie). De testikels zwellen en trekken omhoog.
    - Vrouwen: De clitoris zwelt op, de vagina wordt vochtig door lubricatie, en de baarmoeder kantelt iets naar voren. De borsten kunnen groter worden en de tepels stijf.
    - Psychologische veranderingen: Verhoogd gevoel van opwinding en anticipatie. Hartslag, ademhaling en bloeddruk beginnen te stijgen.
  2. Plateau
    - Fysiologische veranderingen:
    - Mannen: De erectie wordt volledig en de testikels worden nog meer vergroot. De voorvochtklieren kunnen vloeistof afscheiden.
    - Vrouwen: De buitenste delen van de vagina zwellen verder op (orgastische platform), en de clitoris trekt zich iets terug. De baarmoeder tilt verder omhoog.
    - Psychologische veranderingen: Verhoogde spanning en intensiteit van seksuele opwinding. Ademhaling, hartslag en bloeddruk blijven toenemen.
  3. Orgasme
    - Fysiologische veranderingen:
    - Mannen: Ritmische contracties van de spieren rond de basis van de penis en in de bekkenbodem leiden tot ejaculatie.
    - Vrouwen: Ritmische contracties van de vagina, baarmoeder en bekkenbodemspieren. Dit gaat vaak gepaard met een intens gevoel van plezier.
    - Psychologische veranderingen: Een piek van seksuele opwinding en euforie, vaak gevolgd door een gevoel van ontspanning en voldoening.
  4. Herstel (Resolution)
    - Fysiologische veranderingen:
    - Mannen: De erectie verdwijnt en de testikels keren terug naar hun normale positie. Er is een refractaire periode waarin geen nieuwe erectie mogelijk is.
    - Vrouwen: De zwelling van de clitoris en vagina neemt af, en de baarmoeder keert terug naar de normale positie. Vrouwen hebben vaak geen refractaire periode en kunnen meerdere orgasmes ervaren.
    - Psychologische veranderingen: Een gevoel van ontspanning en welzijn. Hartslag, ademhaling en bloeddruk keren terug naar hun normale niveaus.

Belangrijke Kanttekeningen
- Variaties: Niet iedereen ervaart elke fase op dezelfde manier of in dezelfde volgorde. De ervaring van de seksuele responscyclus kan sterk variëren tussen individuen.
- Context en Emoties: Emotionele en contextuele factoren spelen een cruciale rol in hoe iemand deze fasen ervaart. Bijvoorbeeld, stress of relatieproblemen kunnen de cyclus beïnvloeden.

Samenvatting
De seksuele responscyclus beschrijft de fysiologische en psychologische veranderingen tijdens seksuele activiteit in vier fasen: opwinding, plateau, orgasme en herstel. Het biedt een raamwerk om de complexe reacties van het menselijk lichaam tijdens seksuele activiteit te begrijpen, maar het is belangrijk om te erkennen dat individuele ervaringen sterk kunnen variëren.

(Chat gpt)

74
Q

Mycoplasma Genitalium (SOA)
Anamnese/symptomen man (3), vrouw (2)
LO man (2), vrouw (2)
Verwekker?
Behandeling?

A

Symptomen
- Mannen:
- Urethritis (branderig gevoel bij het plassen, afscheiding uit de penis)
- Prostatitis
- Epididymitis (pijn en zwelling van de bijbal)
- Vrouwen:
- Cervicitis (vaginale afscheiding, contactbloedingen)
- Pelvic Inflammatory Disease (PID) (pijn in de onderbuik, koorts, abnormale vaginale afscheiding)

Lichamelijk Onderzoek
- Mannen: Inspectie van de urethra voor afscheiding, palpatie van de testikels en bijballen.
- Vrouwen: Speculumonderzoek om de cervix te inspecteren op tekenen van cervicitis (afscheiding, roodheid), bimanueel onderzoek om PID te evalueren.

Aanvullend Onderzoek
- Nucleic Acid Amplification Test (NAAT): Urine of uitstrijkjes (urethraal bij mannen, cervicaal of vaginaal bij vrouwen) om de aanwezigheid van M. genitalium-DNA te detecteren.

Verwekker
- Mycoplasma genitalium: Een bacterie zonder celwand die seksueel overdraagbaar is.

Behandeling
- Antibiotica:
- Azitromycine: Eerste keus, maar opkomende resistentie.
- Moxifloxacine: Bij falen van azitromycine of bewezen resistentie.

(Chat gpt)

75
Q

Syfilis (SOA)

Symptomen (7)
LO (3)
Verwekker?
Behandeling?

A

Symptomen
- Primair stadium:
- Pijnloze ulcus (chancre) op de plaats van infectie (genitaliën, anus, mond).
- Secundair stadium:
- Huiduitslag (vaak op handpalmen en voetzolen)
- Condylomata lata (wratachtige laesies in het genitale gebied)
- Algemene symptomen zoals koorts, keelpijn, spierpijn, lymfadenopathie.
- Tertiair stadium:
- Gummata (granulomateuze laesies)
- Cardiovasculaire syfilis (aortitis)
- Neurosyfilis (neurologische symptomen zoals hoofdpijn, veranderingen in persoonlijkheid, dementie)

Lichamelijk Onderzoek
- Inspectie van huid en slijmvliezen voor ulcera en uitslag.
- Palpatie van lymfeklieren.
- Neurologisch onderzoek bij vermoeden van neurosyfilis.

Aanvullend Onderzoek
- Serologie:
- Niet-treponemale tests (RPR, VDRL): Screening en kwantificering van ziekteactiviteit.
- Treponemale tests (FTA-ABS, TPHA): Bevestiging van infectie.
- Donkerveldmicroscopie: Directe visualisatie van T. pallidum in primaire of secundaire laesies.
- LP (Lumbaalpunctie): Bij vermoeden van neurosyfilis.

Verwekker
- Treponema pallidum: Een spirochete bacterie die seksueel overdraagbaar is.

Behandeling
- Primair, secundair en vroeg latent stadium:
- Benzathine penicilline G: Eénmalige intramusculaire injectie.
- Laat latent stadium of tertiair stadium zonder neurosyfilis:
- Benzathine penicilline G: Wekelijkse intramusculaire injecties gedurende 3 weken.
- Neurosyfilis:
- Aqueous crystalline penicilline G: Intraveneuze toediening gedurende 10-14 dagen.

(Chat gpt)

76
Q

PLISSIT model om over seksualiteit te praten in de spreekkamer

A

Permission (bijv: vindt u het goed als ik u een vraag stel over seksualiteit?)
Limited Information (normaliseren, geruststellen)
Specific Suggestions (interventies gericht op seksuele disfunctie)
Intensive Therapy

77
Q

Zet de nederlandse regelgeving uiteen voor de behandeling van een ongewenste zwangerschap en abortus provocatus lege artis. (Chat gpt)

A

In Nederland is de regelgeving rond de behandeling van ongewenste zwangerschap en abortus provocatus vastgelegd in de Wet afbreking zwangerschap (WAZ). Hier volgen de belangrijkste aspecten van deze wet en de praktische uitvoering ervan:

  1. Wet afbreking zwangerschap (WAZ):
    • De WAZ regelt de voorwaarden waaronder zwangerschapsafbreking (abortus) is toegestaan in Nederland. Deze wet trad in werking op 1 november 1984.
  2. Bedoeling van de wet:
    • De wet streeft ernaar om abortus veilig, legaal en toegankelijk te maken, maar stelt ook voorwaarden om onnodige of overhaaste beslissingen te voorkomen.
  1. Bedenktijd:
    • Er geldt een verplichte bedenktijd van vijf dagen tussen het eerste gesprek met een arts en de daadwerkelijke abortus. Dit geeft de vrouw de tijd om de beslissing zorgvuldig te overwegen.
  2. Leeftijdsgrens:
    • Zwangerschapsafbreking kan worden uitgevoerd tot 24 weken zwangerschap. Na deze termijn is abortus alleen toegestaan als het leven van de vrouw in gevaar is of als het kind ernstige afwijkingen heeft.
  3. Verplichte begeleiding:
    • Vrouwen moeten worden geïnformeerd over alternatieven voor abortus, zoals adoptie, en moeten toegang krijgen tot counseling om hen te helpen bij het nemen van een weloverwogen beslissing.
  1. Huisarts of Verwijzing:
    • De procedure begint vaak met een bezoek aan de huisarts, die kan doorverwijzen naar een abortuskliniek of ziekenhuis. Een vrouw kan ook rechtstreeks contact opnemen met een abortuskliniek.
  2. Medisch Onderzoek:
    • Voorafgaand aan de abortus wordt een medisch onderzoek uitgevoerd om de duur van de zwangerschap vast te stellen en om de gezondheid van de vrouw te beoordelen.
  3. Medische Abortus:
    • Tot 9 weken zwangerschap kan een medische abortus worden uitgevoerd met medicatie (meestal een combinatie van mifepriston en misoprostol).
  4. Instrumentele Abortus:
    • Na 9 weken zwangerschap en tot 24 weken kan een instrumentele abortus worden uitgevoerd. Dit kan via zuigcurettage (tot 13 weken) of via dilatatie en evacuatie (D&E) voor zwangerschappen tussen 13 en 24 weken.
  1. Controle en Nazorg:
    • Na de abortus is een controlebezoek belangrijk om te bevestigen dat de zwangerschap volledig is beëindigd en om eventuele complicaties vroegtijdig te identificeren.
  2. Emotionele Ondersteuning:
    • Vrouwen moeten toegang hebben tot emotionele ondersteuning en counseling na de procedure, aangezien een abortus een significante emotionele impact kan hebben.
  1. Rapportageplicht:
    • Artsen en klinieken moeten elke uitgevoerde abortus melden aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) zonder daarbij de identiteit van de vrouw prijs te geven. Dit is bedoeld om statistische gegevens te verzamelen en toezicht te houden op de naleving van de wet.
  2. Toezicht en Handhaving:
    • De IGJ houdt toezicht op abortusklinieken en ziekenhuizen om ervoor te zorgen dat procedures volgens de wet worden uitgevoerd.

De kosten van een abortus worden volledig gedekt door de basiszorgverzekering. Dit geldt ook voor vrouwen zonder zorgverzekering; de overheid vergoedt dan de kosten.

Aanvulling:
Sinds 1 januari 2023 geldt een flexibele bedenktijd op abortus. Dit houdt in dat je in samenspraak met de arts bepaalt hoeveel bedenktijd je nodig hebt om een weloverwogen keuze te maken. Waar voorheen een wettelijke bedenktijd van 5 dagen bestond op het nemen van abortus, kan dit sinds 1 januari 0 dagen of misschien 10 dagen zijn als jij dit prettiger vindt.

78
Q

Leg de fysiologie van de menopauze uit aan de hand van de menstruele cyclus. (Chat gpt)

A

De fysiologie van de menopauze kan worden uitgelegd aan de hand van de veranderingen die optreden in de menstruele cyclus. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste fysiologische veranderingen die plaatsvinden tijdens de overgang van de reproductieve periode naar de menopauze.

Menstruele Cyclus

Normale Menstruele Cyclus

  1. Folliculaire Fase:
    • Begint op de eerste dag van de menstruatie en eindigt met de ovulatie.
    • Wordt gekenmerkt door een toename van follikelstimulerend hormoon (FSH) dat de groei en rijping van follikels in de eierstokken stimuleert.
    • De groeiende follikels produceren oestrogeen, wat leidt tot verdikking van het baarmoederslijmvlies (endometrium).
  2. Ovulatie:
    • Treedt op halverwege de cyclus (ongeveer op dag 14 bij een 28-daagse cyclus).
    • Een piek in luteïniserend hormoon (LH) veroorzaakt de vrijlating van een rijpe eicel uit de follikel.
  3. Luteale Fase:
    • Begint na de ovulatie en duurt tot het begin van de menstruatie.
    • De lege follikel transformeert in het corpus luteum, dat progesteron produceert om het endometrium voor te bereiden op een mogelijke zwangerschap.
    • Als er geen zwangerschap optreedt, daalt het progesteron- en oestrogeenniveau, wat leidt tot afstoting van het endometrium en het begin van de menstruatie.

Fysiologie van de Menopauze

Premenopauze

  1. Veranderingen in de Follikulaire Fase:
    • Naarmate de vrouw ouder wordt, neemt het aantal follikels in de eierstokken af, wat leidt tot een verminderde oestrogeenproductie.
    • Hogere niveaus van FSH zijn nodig om de resterende follikels te stimuleren, wat resulteert in verhoogde FSH-waarden in bloedonderzoeken.
  2. Onregelmatige Menstruatie:
    • De cycli worden onregelmatiger door inconsistenties in ovulatie en hormoonproductie. Vrouwen kunnen langere of kortere cycli ervaren, evenals overgeslagen cycli.

Perimenopauze

  1. Sterk Wisselende Hormonale Niveaus:
    • De oestrogeenproductie wordt onvoorspelbaar, met perioden van zowel oestrogeendominantie als -tekort.
    • Symptomen zoals opvliegers, nachtelijk zweten, stemmingswisselingen en slaapstoornissen kunnen optreden.
  2. Meer Follikulaire Atresie:
    • Een toename in de snelheid van follikulaire atresie (degeneratie van niet-geselecteerde follikels) leidt tot een verdere afname van de eicelvoorraad.

Menopauze

  1. Definitie en Timing:
    • Menopauze wordt gedefinieerd als het moment waarop een vrouw 12 opeenvolgende maanden geen menstruatie heeft gehad.
    • De gemiddelde leeftijd voor de menopauze is rond de 51 jaar, maar dit kan variëren.
  2. Hormonale Veranderingen:
    • Oestrogeen- en progesteronspiegels dalen aanzienlijk doordat de eierstokken hun functie vrijwel volledig verliezen.
    • FSH- en LH-waarden blijven hoog door de afwezigheid van negatieve feedback van oestrogeen en progesteron.

Postmenopauze

  1. Lage Hormoonproductie:
    • De eierstokken produceren nauwelijks nog oestrogenen en progesteron.
    • Androgenen zoals testosteron kunnen nog in kleine hoeveelheden worden geproduceerd.
  2. Langdurige Gevolgen:
    • Het langdurige tekort aan oestrogeen kan leiden tot symptomen zoals vaginale droogheid, osteoporose, en verhoogd risico op cardiovasculaire ziekten.

Samenvatting

De overgang van de reproductieve periode naar de menopauze wordt gekenmerkt door een progressieve afname van de eierstokfunctie en hormonale veranderingen die resulteren in het einde van de menstruatiecyclus. Deze overgang verloopt via een fase van onregelmatige cycli (perimenopauze) naar het definitieve einde van de menstruatie (menopauze) en uiteindelijk naar de postmenopauzale fase, waarin lage niveaus van oestrogeen en progesteron kenmerkend zijn.

(Chat gpt)

79
Q

Licht de gevolgen van de postmenopauze wat betreft osteoporose toe. (Chat gpt)

A

Na de menopauze neemt de productie van oestrogeen door de eierstokken aanzienlijk af. Oestrogeen speelt een cruciale rol in het behoud van botdichtheid door de balans tussen botopbouw en botafbraak te reguleren. De afname van oestrogeen tijdens de postmenopauze leidt tot een versnelde afbraak van botweefsel, wat kan resulteren in osteoporose. Hier zijn de belangrijkste punten:

  1. Verminderde Oestrogeenproductie:
    • Oestrogeen remt normaal gesproken de activiteit van osteoclasten, de cellen die botweefsel afbreken.
    • Na de menopauze, door het dalende oestrogeenniveau, wordt deze remming verminderd, wat leidt tot een verhoogde botafbraak.
  2. Verhoogde Botafbraak:
    • Osteoclasten breken bot sneller af dan osteoblasten (botopbouwende cellen) nieuw bot kunnen vormen.
    • Dit resulteert in een netto verlies van botmassa en -dichtheid.
  1. Botverlies:
    • Vrouwen kunnen in de eerste vijf tot zeven jaar na de menopauze tot wel 20% van hun botdichtheid verliezen.
  2. Verhoogd Fractuurrisico:
    • Het risico op fracturen, vooral in de heup, wervelkolom en pols, neemt aanzienlijk toe.
    • Heupfracturen zijn bijzonder zorgwekkend vanwege de hoge morbiditeit en mortaliteit die ermee gepaard gaan.
  3. Wervelkolomafwijkingen:
    • Verlies van botmassa in de wervels kan leiden tot compressiefracturen, wat resulteert in verlies van lengte, kyfose (bochel) en chronische pijn.

(Chat gpt)

80
Q

Wat is Pelvic inflammatory disease (PID)? (Chat gpt)
Oorzaken
Symptomen
LO
AO
Behandeling
Complicaties
Preventie

A

Pelvic inflammatory disease (PID) is een infectie van de vrouwelijke voortplantingsorganen. Het treft de baarmoeder, eileiders en/of de eierstokken en kan leiden tot ernstige complicaties zoals onvruchtbaarheid, buitenbaarmoederlijke zwangerschap en chronische bekkenpijn. Hier volgt een overzicht van PID:

PID wordt meestal veroorzaakt door seksueel overdraagbare infecties (SOA’s), zoals:

  1. Chlamydia trachomatis:
    • Een veelvoorkomende bacterie die PID kan veroorzaken wanneer de infectie zich verspreidt van de cervix naar de bovenste voortplantingsorganen.
  2. Neisseria gonorrhoeae:
    • Een andere veelvoorkomende SOA die PID kan veroorzaken.

Andere bacteriën die normaal in de vagina aanwezig zijn, kunnen soms ook PID veroorzaken, vooral na een verstoring van de vaginale flora, bijvoorbeeld door:

  • Vaginale douches
  • Intra-uteriene apparaten (IUDs) zonder aseptische technieken in te brengen
  • Bevalling of miskraam

De symptomen van PID kunnen variëren van mild tot ernstig en sommige vrouwen hebben mogelijk geen symptomen. Veelvoorkomende symptomen zijn:

  • Pijn in de onderbuik of het bekken
  • Abnormale vaginale afscheiding met een onaangename geur
  • Abnormale uteriene bloedingen, zoals tijdens of na de seks of tussen menstruatiecycli
  • Pijn of bloeding tijdens seks
  • Koorts en koude rillingen
  • Pijn tijdens het plassen

Bij lichamelijk onderzoek kan de arts het volgende vaststellen:

  • Gevoeligheid in de onderbuik
  • Cervicale bewegingstenderheid
  • Gevoeligheid van de baarmoeder en/of eileiders
  • Mogelijk koorts of andere tekenen van systemische infectie
  1. Bloedonderzoek:
    • Verhoogde witte bloedcellen (leukocytose)
    • Verhoogde C-reactief proteïne (CRP) of erythrocyten bezinkingssnelheid (ESR), wat duidt op een ontsteking
  2. Urineonderzoek:
    • Om een urineweginfectie uit te sluiten
  3. Zwangerschapstest:
    • Om een buitenbaarmoederlijke zwangerschap uit te sluiten
  4. Microbiologische kweek:
    • Vaginale en cervicale swabs om chlamydia, gonorroe en andere pathogenen te detecteren
  5. Beeldvorming:
    • Transvaginale echografie om abcessen of andere complicaties uit te sluiten
    • Laparoscopie in ernstige of onduidelijke gevallen voor directe visualisatie van de voortplantingsorganen

De behandeling van PID omvat meestal antibiotica om de infectie te bestrijden. Dit kan een combinatie van orale en intramusculaire of intraveneuze antibiotica zijn, zoals:

  1. Antibiotica:
    • Een combinatie van breedspectrum antibiotica om zowel chlamydia als gonorroe te behandelen (bijvoorbeeld ceftriaxon, doxycycline en metronidazol).
  2. Opname in het ziekenhuis:
    • In ernstige gevallen, of als de orale behandeling niet effectief is, kan ziekenhuisopname nodig zijn voor intraveneuze antibiotica.
  3. Partnerbehandeling:
    • Behandeling van seksuele partners is essentieel om herinfectie te voorkomen.

Als PID niet adequaat wordt behandeld, kunnen ernstige complicaties optreden, waaronder:

  • Chronische bekkenpijn
  • Onvruchtbaarheid door littekenvorming en obstructie van de eileiders
  • Buitenbaarmoederlijke zwangerschap (door beschadiging van de eileiders)
  • Tubo-ovarieel abces

Preventieve maatregelen om PID te voorkomen zijn onder andere:

  • Regelmatige screening op SOA’s voor seksueel actieve vrouwen, vooral die jonger dan 25 jaar of met nieuwe/multiple partners.
  • Gebruik van barrièremethoden zoals condooms om de overdracht van SOA’s te verminderen.
  • Snel en volledig behandelen van SOA’s bij zowel de patiënt als haar seksuele partners.

PID is een ernstige aandoening die snelle diagnose en behandeling vereist om complicaties te voorkomen en de voortplantingsgezondheid te beschermen.

(Chat gpt)