Thema 1 Obstetrie Flashcards

1
Q

Benig bekken bestaat uit: (6) botten

A

Os coxae (heupbeen)
— Os ilium
— Os pubis
— Os ischium

Os sacrum

Os soccygis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bekkenholte (2)

A

Pelvis major (grote bekken) -> abdominale regio
Pelvis minor (kleine bekken) -> bekken regio

Grens: promontorium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ligamenten bekken (2)

A

Lig sacrospinale
Lig sacrotuberale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Foramen bekken (3)

A

Foramen ischiadicum majus
Foramen ischiadicum minus
Foramen obturatum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Spieren
Bekkenwand (2)
Bekkenbodem (2)

A

Bekkenwand
- M. Piriformis (richting femur, functie in heupgewricht)
- M. Obturatorius internus (ook richting femur, functie in heupgewricht -> exorotatie)

Bekkenbodem -> ondersteunen bekkenorganen en staat toe dat structuren kunnen passeren
- M. (Ischio)coccygeus
-M. Levator ani

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gynaecologisch vs anatomisch perineum

A

Gynaecologisch perineum = tussen vagina en anus (corpus perineale)
Anatomisch: alles onder de m levator ani (regio perinealis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Oppervlakkige structuren perineum (3)
Diepe structuren perineum (3)

A

Oppervlakkige structuren perineum
M bulbospongiosus
M ischiocavernosus
Fossa ischioanalis

Diepe structuren perineum
Corpus cavernosum clitoridis
Bulbus vestibuli
Klier van Bartholin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uitwendig vrouwelijk genitaal bestaat uit: (6)

A

Mons pubis (venusheuvel)
Preputium clitoridis (voorhuidje glans clitoris)
Glans clitoridis
Ostium urethrae externum
Labia (minus en majus)
Vestibulum vaginae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uterus bestaat uit: (6)

A

Fundus uteri (bovenkant uterus)
Corpus uteri
Cervix uteri (baarmoederhals)
Fornix vaginae
Tba uterina
Ovarium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

2 holtes bij inwendig vrouwelijk genitaal (peritoneum)

A

Excavatio vesicouterina
Excavatio rectouterina / cavum Douglasi (= diepste punt buikholte, bij rechtop zitten kan je deze ruimte bereiken via fornix posterior bij bijv pus in buikholte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ligamenten inwendig vrouwelijk genitaal (9)

A

Lig latum uteri - dubbelblad eritoneum waarin oa vaten, zenuwen en ligamenten lopen

Lig ovaria - embryologische oorsprong
—> Lig ovarii proprium van ovaria naar oksel tuba
—> Lig teres uteri gaat door lieskanaal en trekt ovaria naar beneden

Lig suspensorium ovarii (bevat arteria/vene ovarica) -> niet zomaar doornemen!

Lig cervix
—> Lig rectouterina (ook wel lig sacro-uterina, naar achter)
—> Lig pubocervicale (naar voren)
—> Lig transversum cervicis (ook wel lig cardinale, naar de zijkant)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vascularisatie ovaria

A

Arteria/vene ovarica, liggen in et verlengde van lig suspensorium ovarii

Worden hoog aangelegd, bindweefselstreng trekt alles naar beneden inclusief bloedvaten richting het kleine bekken. Arterien takken af van aorta, rechter vene op vena cava inferior, linker op vena renalis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vascularisatie uterus

A

Arteria uterina (aftakking van arteria iliaca interna)

Heeft een nauwe relatie met ureter, de ureter loopt altijd onderlangs (water under the bridge)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vascularisatie vagina

A

Arteria vaginalis (aftakking van arteira iliaca interna)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Plexus sacralis

A

Aftakkingen innerveren spieren bekkenwand en -bodem

Relevante aftakking: nervus pudendus —> innerveert perineum (alles onder levator ani)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Autonome innervatie uro-genitaal door plexus …

A

Plexus hypogastricus inferior

Innervatie bekkenorganen
Bevat autonome vezels (zowel sympathisch als parasympathisch) en viscero-afferente vezels (beschadiging kan o.a. leiden tot seksuele dysfunctie, blaas/mictiestoornissen, defecatiestoornis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Pre-conceptie: … wordt aangeraden

A

Foliumzuur

Als je denkt aan zwanger worden (4 weken voor zwangerschap), 10 weken na zwanger worden
Sluiten neurale buis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Zwanger (willen worden)?
Naast standaard anamnese o.a. ook: (4)

A

Cyclus
Eerste dag laatste menstruatie (ELM)
Gebruikte anticonceptie
Eerdere zwangerschappen (en beloop)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Gravida
Para
Mater
=

A

Gravida: aantal zwangerschappen
Para: hoeveel bevallingen
Mater: hoeveel kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Toxoplasmose kan je krijgen door: (4)

A

Is een parasiet.
Kattenpoep, rauw vlees, ongewassen groenten, rauwmelkse kaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat doe je elke zwangerschapscontrole? (6)

A

Klachten
Uitwendig onderzoek
- Fundushoogte
- Handgrepen van Leopold
Cortonen
Bloeddruk
Advies en voorlichting
Vragen beantwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Lab onderzoek gedurende zwangerschap

A

10-14 weken
- Hb, MCV
— Laag MCV: thalassemie, ijzergebreksanemie
— Hoog MCV: foliumzuurdeficientie, Vit B12 deficientie
- NIPT + NB (nevenbevindingen)
- Bloedgroep, Rh D, Rh c, IEA
- Hepatitis B, lues, HIV, rubella

27 weken
- Op indicatie bij RD negatieve zwangeren
— Foetale RhD-typering
- Zo nodig anti-D in week 30 en post-partum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Volkomen stuitligging
Onvolkomen stuitligging
Halfvolkomen stuitligging

A

Volkomen = voetjes beneden
Onvolkomen = voetjes boven
Halfvolkomen = 1 voetje beneden, 1 voetje boven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat kan je doen bij verdenking op stuitligging?

A

Met echo bevestigen
Versie bespreken (bimanueel proberen te draaien)
Slagingskans: 45% nullipara, 74% multipara

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Momenten voor zwangere om contact op te nemen (6)
Ongerust Bloedverlies Hoofdpijn, sterretjes zien etc Laag levensgevoel Weeen <37 weken Vruchtwaterverlies
26
De bevalling begint Wanneer ga je bellen? (3)
Ween: start-frequentie-duur-intensiteit Gebroken vliezen: voorliggend deel-tijdstip-helder-leven Bloedverlies: hoeveel (>2 kraamverbanden abnormaal)
27
Gebroken vliezen beleid (6)
Afwachten (op contracties) Temperatuurcontrole Controle op leven voelen Kleur vruchtwater (>24 uur) CTG controle Maximaal 72 uur afwachten
28
Hoe lang mag de uitdrijving duren voor een nullipara/primiravida?
1-1,5 uur
29
Geboorte placenta, controle van: (7)
Placenta (compleet?) Navelstreng (aantal vaten = 3 (2 arterien, 1 vene)) Vliezen (compleet?) Controle perineum & vaginawanden Zo nodig hechten Altijd rectaal toucher! Nakijken neonaat
30
Geboorte placenta: Signalen loslaten placenta (3)
Actief nageboorte tijdperk: 5/10 IE oxytocine Signalen loslaten placenta: Bloedverlies Stijgen fundushoogte Naar rechts afwijken van uterus Handgreep van Kustner Gesteunde buikpers Controlles cord traction
31
Perineum ruptuur graad 1
Ruptuur huid
32
Perineum ruptuur graad 2
Ruptuur huid en perineum met intacte sfincter
33
Perineum ruptuur graad 3
Ruptuur perineum en anale sfincter 3A ruptuur = 50% EAS 3B ruptuur = >50% EAS 3C zowel ruptuur IAS als EAS
34
Perineum ruptuur graad 4
Totaalruptuur: ruptuur perineum, anale sfincter en anale mucosa
35
Bloedverlies in eerste trimester, DD (5)
Geen pathologie bij intacte zwangerschap Niet intacte graviditeit - Lege vruchtzak - Niet vitale zwangerschap -Dreigende miskraam - Miskraam in gang Extra-uteriene graviditeit Mola hydatidosa - Woekering trofobstcellen - Kan choriocarcinoom zijn/worden Cervixpathologie
36
Behandeling niet intacte graviditeit (3)
Counseling! Afwachten spontane miskraam - Na 4 weken 75-90% complete miskraam Medicamenteus - Misoprostol (Cytotec) + Mifegyne - 85% slagingskans - Bijwerkingen: misselijkheid, diarree, hevige pijn/bloedverlies, kans op curettage bij persisterende rest Curettage - 98% slagingskans - Complicaties, narcose, rest, syndroom van asherman (verklevingen)
37
Let op: bij fertiele rouwen met buikpijn en/of vaginaal bloedverlies -> ??
Zwangerschapstest
38
Complicatie EUG
Tuba ruptuur met hevig bloedverlies
39
Heterotope graviditeit =
Geen cavitaire graviditeit (= extra uterine graviditeit) Aanvulling door Kylene in de app: Heterotope zwangerschap is niet primair een zwangerschap buiten de baarmoeder maar dubbelop: een zwangerschap intra-uterien en een extra-uterien
40
ZOL =
zwangerschap op onbekende locatie, hoeft niet meteen een EUG te zijn (EUG = in de tuba)
41
Diagnostiek EUG (3)
Hemodynamisch stabiel Zwangerschaps test positief -> serum hCG spiegel Transvaginale echoscopie - Geen IUG - Ectopic mass - Vrij vocht Vervolgen indien geen acute situatie, klachten toelaten, patient goed te instrueren, ziekenhuis goed bereibaar
42
Therapie EUG (2)
Chirurgisch laparosopie - Tubectomie - Tubotomie (HCG vervolgen) Medicamenteus: methotrexaat Invloed op vruchtbaarheid bij verwijderen tuba = vrijwel geen invloed
43
Vaginaal bloedverlies bij tweede/derde trimester DD (3)
Placenta - Placenta praevia - Abruptio - Vasa praevia Tekenen (partus prematurus?) Cervixafwijkingen - Contactbloeding - Cervixpoliep - Cervixmaligniteit
44
Placenta abruptio = Symptomen? Behandeling?
Loslating van placenta Moeder & kind at risk Vaginaal bloedverlies hoeft niet Plankharde buik/hypertonie uterus, shock Spoed sectio
45
Prevalentie partus prematurus
5-10%
46
Partus prematurus =
Partus <37 weken
47
Behandeling partus prematurus
Weeenremming 24-34 weken (Tocolyse), je geeft ook corticosteroiden voor het kind voor de longrijping
48
Risicofactoren partus prematurus (4)
UWI Meerlingzwangerschap Roken Elke infectie
49
Zwangerschap duur 40 weken, week 0 = Week 2 =
Week 0 = eerste dag van laatste menstruatie Week 2 = ovulatie
50
Overwegingen medicatie bij zwangerschap (7)
Ernst van het ziektebeeld (noodzaak behandeling) Ervaring met het geneesmiddel Alternatieven Termijn van de zwangerschap Systemische belasting Transfer over de placenta Kinetiek tijdens zwangerschap
51
Relatieve kind dosis (RID) =
Hoeveel procent van de dosis die de moeder gebruikt bij het kind terechtkomt Aanvaardbaar <10%, voorzichtig 10-25%, niet aanvaardbaar >25%
52
Absolute kind dosis is geuit in …
Mg/kg/dag
53
Effect medicatie op de zuigeling is afhankelijk van: (4)
Hoogte blootstelling Biologische beschikbaarheid bij het kind Farmacokinetiek van het geneesmiddel bij het kind Conditie/leeftijd van het kind
54
Hypertensie in de zwangerschap =
HDP Systolisch > of gelijk aan 140 Diastolisch > of gelijk aan 90 2x gemeten, tijdsinterval minimaal 4 uur
55
PEH PIH
PEH = preexistente hypertensie <20weken PIH = pregnancy induced hypertension >20weken
56
Anamnese hypertensieve aandoeningen (6)
Hoofdpijn Sterretjes zien Misselijk Bandgevoel Tintelingen handen/voeten Oedeem
57
Aanvullend onderzoek hypertensieve aandoeningen zwangerschap
Proteinurie > of gelijk aan 0,3 gram/24 uur Toxlab: hb, tromb, KNUK, UZ, transaminasen Belangrijke oorzaak van maternale sterfte Belangrijke oorzaak van dysmatureit, prematuriteit, neonatale morbiditeit en mortaliteit
58
Behandeling hypertensie / pre-eclampsie (PE) (4)
Inleiden bevalling Observatie ante-postpartum Antihypertensiva oraal/iv Magnesiumsulfaat (voorkomen insult)
59
Niet vorderen van de baring kan zich uiten in een: (2) Dynamisch vs mechanisch? Behandeling?
Niet vorderende ontsluiting (NVO) Niet vorderende uitdrijving (NVU) Dynamisch: weeenzwakte Mechanisch: wanverhouding (hoofd te groot, bekken te klein, afwijkende stand) Behandeling dynamisch probleem NVO: bijstimulatie, oxytocine + evt pijnstilling Behandeling dynamisch probleem NVU: bijstimulatie, vaginale kunstverlossing, sectio Behandeling mechanisch probleem: sectio
60
Risico’s sectio (6)
Directe maternale morbiditeit - Anesthesie - Ok risio (darm/blaas laesies) - Meer bloedverlies - Meer infectie Indirecte maternale morbiditeit - Littekenuterus - Meer kans op placenta praevia/accreta
61
Fluxus kan ontstaan o.b.v. (2) Definitie?
Retentio placentae Hemmoraghia postpartia Definitie fluxus WHO >500ml, NVOG >1000ml
62
Behandeling fluxus post partum (10)
placenta geboren? Bloedverlies wegen Controles vitale functies Lab: kruisbloed/Hb Infuus: 500cc kristalloiden Oxytocine Uterus massage Catheteriseren Ranexaminezuur/Nalador Chirurgisch
63
Mastitis Verwekker? Wanneer ontstaan? Onderzoek? (2) Behandeling? (2)
Verwekker: staphylococcus aureus Wanneer: vanaf 2e wk post partum Onderzoek: hoge piekende koorts, enkelzijdige afwijking Behandeling: AB, abces. Drainage
64
Endometritis Risicofactoren (3) Wanneer ontstaan? Onderzoek (3) Behandeling (2)
RF: langdurig gebroken vliezen, langdurige partus, secundaire sectio Wanneer: 3e tot 4e dag post partum Onderzoek: riekende lochia, drukpijnlijke uterus,echografie Behandeling: AB, curettage bij verdenking placentarest
65
Incidentie trombose/VTE in zwangerschap en kraambed Klachten? (5) Onderzoek? (1)
Incidentie 0.5-3.0/1000 Risico is elk trimester even hoog Klachten: pijnlijk, dik, warm, rood been, subfebriele temp Onderzoek: echo doppler beenvaten
66
Zwangerschapscontroles (9)
Vitaliteitscho (6-9 weken) - Intra-uterien - Hartactie - Eenling of meerling Termijn echo (9-11 weken) - Crown rump length (CRL) 13 weken echo (13 weken) - Structurele afwijkingen Lab + NIPT + NB testen (10-14 weken) - NIPT: trisomie 21, 18 en 13 (down, edward en patau) - Bloedgroep en antistoffen SEO (20 weken) - structureel echo onderzoek - Schisis - Organen/grote vaten Evt. Lab (27 weken), evt biometrie (30 - 36 weken) Bevalplan (34 weken) A-term (37-40 weken) (Dreigende) serotiniteitscontrole (40 weken)
67
Gewicht baby tot …% afvallen in de eerste week mag
10
68
Temperatuur baby normaal = …
36,5-37,5
69
Pasgeboren baby plassen binnen … uur, poepen binnen … uur
Plassen binnen 24u Poepen binnen 48u
70
Aandachtspunten bij afsluiten kraambed (3)
Psycho-emotionele aspecten Seksuele relatie (advies na 6 weken weer op pakken) Anticonceptie
71
Kraambed 7 B’s
Beleving Borsten Bloeddruk Buik Blaas Bekkenbodem Benen
72
Kraambed: beleving (3)
kraamvrouwentranen Postpartum depressie Kraambedpsychose
73
Kraambed: borsten (3)
Stuwing Kloven Mastitis
74
Kraambed: bloeddruk
48u postpartum goed bewaken
75
Kraambed: buik (4)
Stand fundus, involutie (baarmoeder wordt langzaam kleiner) Naweeen (oxytocine bij borstvoeding) Endometritis (bv bij placentarest, infectie endometrium uterus) Buikspieroefeningen
76
Kraambed: blaas (2)
Urineretentie 3 uur de tijd voor spontane mictie, anders bladderen, >500 cc verblijfscatheter
77
Kraambed: benen (3)
Spierpijn Trombose Embolie
78
POVIAS (vaginaal touche)
Portio Ontsluiting Vliezen Indaling Aard van het voorliggend deel Stand tov bekken
79
Vaganiaal touche: POVIAS Wat onderzoek je in de P? (3)
Portio Stug/week Sacraal/centraal Staand/verstreken
80
Vaganiaal touche: POVIAS Wat onderzoek je in de O? (2)
Ontsluiting Uitgedrukt in cm VO = volledige ontsluiting
81
Vaganiaal touche: POVIAS Wat onderzoek je in de V? (2)
Vliezen Staand/gebroken Amnion = binnenste laag, chorion = buitenste laag
82
Vaganiaal touche: POVIAS Wat onderzoek je in de I?
Indaling Vlakken van Hodge 1: promontorium van het sacrum en e bovenrand van de symfyse 2: onderrand van de symfyse 3: spina ischiadica 4: os coccygis Persen vanaf Hogde 3 (drukt op levator spieren -> pers drang)
83
Vaganiaal touche: POVIAS Wat onderzoek je in de S?
Stand ten opzichte van bekken Voelen op basis van fontanellen - Voor - Links of rechts voor - Links of rechts dwars - Links of rechts achter - Achter
84
Vaganiaal touche: POVIAS Wat onderzoek je in de A? (4)
Aard van het voorliggend deel Hoofd Stuit Voet? Navelstreng?
85
Start baring =
overgang van volledige verstrijking naar ontsluiting is bij aanwezigheid van pijnlijke contracties het definitieve bewijs dat de baring begonnen is
86
Kraambed: bekkenbodem (2)
Hechtingen Bekkenbodemspieroefeningen
87
Apgar score
Ademhaling 0 punten = geen 1 punt = zwak 2 punten = goed doorhuilen Pols-/hartslag 0 punten = geen 1 punt = <100/min 2 punten = >100/min Spierspanning/-tonus 0 punten = slap 1 punt = enige flexie van de ledematen 2 punten = actieve beweging van de ledematen Aspect / kleur 0 punten = blauw/bleek 1 punt = blauw bij de extremiteiten 2 punten = hele lichaam roze Reactie op prikkels 0 punten = geen 1 punt = enige beweging 2 punten = krachtig huilen
88
Fundushoogte A terme 36 wkn 32 wkn 28 wkn 24 wkn 20 wkn 16 wkn 12 wkn
Xyphoid = a terme = 36cm (gemeten vanaf symfyse) 3/4 navel-xyphoid = 36 wkn = 32cm 1/2 navel-xyphoid = 32 wkn = 28cm 1/4 navel-xyphoid = 28 wkn = 24cm Navel = 24 wkn = 20cm 2/3 navel-symfyse = 20 wkn = 16cm 1/3 navel-symfyse = 16 wkn = 12cm Symfyse = 12 wkn
89
4 handgrepen van Leopold
1e handgreep: fundushoogte, vorm/inhoud fundus, horizontale ballottement? 2e handgreep: plaats rug (let op weerstand) 3e handgreep: voorliggend deel voelbaar? Hoofd of stuit? Ballottement hoofd? 4e handgreep: beoordeling indaling voorliggend deel
90
Termijn berekening zwangerschap
Startpunt = eerste dag van de laatste menstruatie Van daaruit wordt 280 dagen (40 weken) opgeteld, bij een cycluslengte van 28 dagen. Indien de cyclyuslengte anders is, dan is de gecorrigeerde termijn (dagen) 280 + (cycluslengte - 28)
91
Placenta praevia = Klachten (2) Contra-indicatie voor … … niet mogelijk
De placenta bevindt zich abnormaal laag in de baarmoeder, vaak over of nabij de baarmoedermond. Tot dichtbij (<2 cm) of over ostium internum gelegen. Klachten: vaginaal bloedverlies, meestal pijnloos Contra-indicatie VT Vaginale partus niet mogelijk Cave: ruim vaginaal bloedverlies in zwangerschap en bij sectio
92
Pre-eclampsie symptomen (4) Maternale complicaties (8) Neonatale complicaties (3)
Symptomen - Hypertensie - Proteinurie - Maternaal orgaanfalen - FGR (foetale groei vertraging) Pre eclampsie is multi-orgaan ziekte Maternale complicaties - Hypertensieve crisis - Hersenbloeding - Eclampsie - Abruptio placentase - Longoedeem - Nierfalen - Leverhematoom en -ruptuur - Maternale sterfte Neonatale complicaties - Foetale groeivertraging - (iatrogene) vroeggeboorte - Perinatale sterfte
93
DD fluxus (4)
4x T: Tissue: etentio placentae Tone: Uterusatonie Trauma: Ruptuur (cervis/vagina/perineum) Thrombin: stollingsstoornis (hemofilie/von Willebrand, HELLP)
94
Mogelijke oorzaken koorts postpartum (5)
5xB Bovenkamer/brein: Sinus sagittalis trombose Borst: Mastitis Buik: Endometritis (GAS), wondinfectie (sectio, perineum) Blaas: Cystitis Benen: Trombosebeen, tromboflebitis PM: influenza/covid/niet kraamvrouw-gerelateerd
95
Symptomen longembolie (5)
Plotseling begin van klachten Tachypneu, dyspneu Hoesten, haemoptoe Tachycardie Subfebriele temp
96
Wat is het M/P ratio?
Melk/plasma ratio (M/P ratio) Verhouding conc melk / conc plasma moder Concentratie melk = conc plasma moeder x M/P ratio Let op: hoge M/P betekent niet automatisch hoge blootstelling
97
Eerste trimester = … fase 2de en 3de trimester = … fase
Eerste trimester = embryonale fase 2de en 3de trimester = foetale fase
98
Medicatie risico 1e trimester (verhoogd risico afwijkingen) (8)
Isotretinoine Valproinezuur Mycofenolaatmofetil Methotrexaat Misoprostol Acenocoumarol Carbimazol Thiamazol
99
Medicatie risico 2e en 3e trimester (2)
Afwijkingen veroorzaakt door farmacologisch effect: ACE-remmers Remming nierfunctie foetus, te weinig vruchtwater. NSAID’s: vanaf 26-28 weken (vermijden)
100
Medicatie risico rond bevalling (4)
Weeen activiteit: nifedipine Bloedingsneiging: coumarines Pasgeborene, bradycardie en hypotensie: beta-blokkers Pasgeborene, onttrekkingsverschijnseleN: antidepressiva ,opioiden
101
Meest veilige SSRI’s en borstvoeding
Paroxetine en sertraline Waarschijnlijk ook veilig = citalopram, escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine
102
Wat is het AdrenoGenitaal syndroom? Therapie?
Door een enymstoornis in de bijnier wordt er uiteindelijk teveel testosteron gemaakt. Wanneer productie van hydrocortison geremd is, is feedback minder -> meer ACTH productie -> voorlopers gaan richting testosteron waardoor heel veel testosteron, hierdoor kan vrouwelijk geslacht ontwikkelen naar een mannelijke vorm (uitwendige geslachtskenmerken), de inwendige structuren blijven bestaan. Therapie: geef cortisol medicatie (levenslang) Chat gpt toevoeging: Bij het androgenitaal syndroom (congenitale bijnierhyperplasie) is er een enzymdeficiëntie in de bijnierschors, meestal van het enzym 21-hydroxylase. Hierdoor is de productie van cortisol verminderd. Normaal gesproken remt cortisol de productie van adrenocorticotroop hormoon (ACTH) door negatieve feedback. Bij een tekort aan cortisol ontbreekt deze remming, waardoor de hypofyse meer ACTH produceert. Dit verhoogde ACTH stimuleert de bijnierschors om meer steroïdeprecursoren te maken, die door de defecte enzymroute niet naar cortisol kunnen worden omgezet. Deze precursoren worden dan omgezet naar androgenen, zoals testosteron. Bij vrouwen kan de overmatige productie van androgenen leiden tot virilisatie, waarbij de uitwendige geslachtskenmerken mannelijk worden (zoals vergroting van de clitoris en vergroving van de stem), terwijl de inwendige geslachtsstructuren (zoals de eierstokken en baarmoeder) intact blijven.
103
Puberteit: uitrijping van …
Uitrijping hypothalama-hypofysaire-gonadale as
104
Hypofyse gonaden as man: Cellen van Leydig geven … af (begint in puberteit), wordt gestuurd door … Productie … door cellen van Sertoli
Cellen van Leydig geven testosteron af (begint in puberteit), wordt gestuurd door LH uit hypofyse. Productie bindingseiwitten door cellen van Sertoli Bindingseiwitten + testosteron = spermatogenese (vorming van spermatozoiden in de zaadkanaaltjes)
105
Tumor met hoge prolactine verstoort LH en FSH pulsatiliteit -> … en verlaagd ….
Tumor met hoge prolactine verstoort LH en FSH pulsatiliteit -> hypogonadisme en verlaagd testosteron. Langdurigl aag testosteron -> osteoporose.
106
Oorzaken subfertiliteit man (5)
1-2% pretesticulair (hypofyse, hypothalamus) —> GnRH productie stoornis (syndroom van Kallman) —> Schade: tumor (prolactinoom), hemochromatose —> GnRH/LH/FSH lag door: medicatie als androgenen, oestrogenen, cortisol, anorexia, opiaten 30-40% testis —> Congenitaal: Klinefelter (XXY), microdeletie Y, genetische afwijkingen —> Verwoven: iatrogeen (chemo, straling, medicatie), trauma (torsio, tumor, infectie), varicokele 10-20% posttesticulair (zaadafvoer) 4-5% seksuele disfunctie 30-40% onverklaard
107
Welke functie heeft het ovarium bij de voortplanting van de vrouw?
De functie van de eierstokken (ovaria) bij de voortplanting van de vrouw is om eicellen te produceren en te rijpen. Daarnaast produceren ze ook geslachtshormonen zoals oestrogeen en progesteron, die essentieel zijn voor de menstruatiecyclus en het behoud van de zwangerschap. (Chat gpt)
108
Wat is de functie van de tuba bij het bevruchtingsproces?
De tuba's (eileiders) hebben als functie om de eicel vanuit de eierstok naar de baarmoeder te transporteren. Dit is ook de locatie waar bevruchting meestal plaatsvindt, wanneer de eicel wordt ontmoet door een zaadcel. chat gpt
109
Indicatie echoscopie bij zwangeren
**Echoscopie:** 1. **Doel**: Het visualiseren van de foetus en de baarmoeder met behulp van geluidsgolven. 2. **Toepassingen**: - Bevestigen van de zwangerschap en bepalen van de zwangerschapsduur. - Controle van de foetale groei en ontwikkeling. - Opsporen van congenitale afwijkingen en structurele problemen. - Beoordelen van de positie van de placenta. - Monitoren van de hoeveelheid vruchtwater. - Identificeren van meerlingzwangerschappen.
110
Vlokkentest
Vlokkentest (chorionbiopsie): Dit is een invasieve test die wordt uitgevoerd om genetische afwijkingen bij de foetus op te sporen. Het wordt meestal uitgevoerd bij vrouwen met een verhoogd risico op genetische aandoeningen. Chat gpt
111
vruchtwaterpunctie
Vruchtwaterpunctie (amniocentese): Ook een invasieve test die wordt gebruikt om genetische afwijkingen bij de foetus te detecteren. Het wordt meestal uitgevoerd bij vrouwen met een verhoogd risico op genetische aandoeningen. Chat gpt
112
NIPT
NIPT (Niet-Invasieve Prenatale Test): NIPT is een niet-invasieve bloedtest die wordt gebruikt om genetische afwijkingen bij de foetus op te sporen, zoals het syndroom van Down (trisomie 21), trisomie 13 en trisomie 18. Het wordt vaak aangeboden aan vrouwen met een verhoogd risico op genetische afwijkingen. Kan leiden tot verdere diagnostische tests zoals vruchtwaterpunctie of vlokkentest. Chat gpt
113
Adviezen voor gezonde zwangere om de kans op infecties en congenitale afwijkingen te verminderen
1. **Voeding**: Eet een gevarieerd en uitgebalanceerd dieet rijk aan groenten, fruit, volle granen, eiwitten en zuivel. Vermijd rauw of onvoldoende verhit vlees, vis en eieren om voedselinfecties te voorkomen. 2. **Hygiëne**: Was regelmatig handen met zeep, vooral na contact met rauw voedsel, dieren of hun uitwerpselen, en na toiletbezoek. 3. **Prenatale vitamines**: Neem prenatale vitamines met foliumzuur en ijzer om neurale buisdefecten en anemie te voorkomen. 4. **Vaccinaties**: Zorg voor up-to-date vaccinaties, inclusief griepprik en Tdap (tetanus, difterie, en kinkhoest). 5. **Voorkom toxoplasmose**: Vermijd contact met kattenbakken en draag handschoenen bij tuinieren. Eet geen ongepasteuriseerde zuivelproducten. 6. **Veilige seksuele praktijken**: Gebruik condooms om seksueel overdraagbare infecties (SOA's) te voorkomen. 7. **Prenatale zorg**: Bezoek regelmatig de verloskundige of gynaecoloog voor prenatale controles en screeningstests. 8. **Roken en alcohol**: Vermijd roken, alcohol en recreatieve drugs. 9. **Ziektes vermijden**: Vermijd contact met mensen die ziek zijn, vooral kinderen met kinderziektes zoals waterpokken of rodehond. 10. **Medische overleg**: Raadpleeg een arts voordat je medicijnen, inclusief vrij verkrijgbare medicijnen en kruiden, inneemt. (Chat gpt)
114
Indicatie CTG
**Cardiotocografie (CTG):** 1. **Doel**: Monitoren van de foetale hartslag en de contracties van de baarmoeder. 2. **Toepassingen**: - Beoordelen van de foetale conditie, vooral tijdens de bevalling. - Detecteren van tekenen van foetale nood, zoals hypoxie. - Evalueren van de effectiviteit van weeën tijdens de bevalling. - Beslissen over interventies zoals inleiding van de bevalling of keizersnede indien nodig. Chat gpt
115
Risicofactoren / oorzaken prematuriteit (7)
1. **Infecties**: Infecties zoals bacteriële vaginose of urineweginfecties kunnen vroegtijdige weeën induceren. 2. **Zwangerschapscomplicaties**: Pre-eclampsie, meerlingzwangerschap, placenta previa of abruptio placentae. 3. **Leefstijl en omgevingsfactoren**: Roken, alcoholgebruik, drugsgebruik, ondervoeding, zware lichamelijke arbeid en stress. 4. **Anatomische factoren**: Cervixinsufficiëntie, uterusafwijkingen. 5. **Chronische aandoeningen**: Diabetes, hypertensie, schildklieraandoeningen. 6. **Socio-demografische factoren**: Laag socio-economische status, onvoldoende prenatale zorg, jonge of oudere maternale leeftijd. 7. **Vorige vroeggeboorte**: Geschiedenis van vroeggeboorte verhoogt het risico op herhaling. Chat gpt
116
Diagnostiek prematuriteit (4)
1. **Klinische symptomen**: Regelmatige weeën voor 37 weken zwangerschapsduur, vruchtwaterverlies, vaginale bloeding. 2. **Cervixmeting**: Transvaginale echografie om de lengte van de cervix te meten. Een kortere cervix kan duiden op een verhoogd risico op vroeggeboorte. 3. **Fetale fibronectinetest**: Detectie van fetale fibronectine in vaginale afscheiding. Aanwezigheid van dit eiwit kan wijzen op een verhoogd risico op vroeggeboorte. 4. **Monitoring**: Regelmatige prenatale controles om risicofactoren vroegtijdig te identificeren en te beheersen. Chat gpt
117
Behandeling prematuriteit (6)
1. **Tocolytica**: Medicatie zoals nifedipine of atosiban om weeën te remmen en de zwangerschap te verlengen. 2. **Corticosteroïden**: Betamethason of dexamethason om de longrijping van de foetus te bevorderen en het risico op neonatale complicaties zoals respiratoir distress syndroom te verminderen. 3. **Antibiotica**: Bij dreigende vroeggeboorte door infectie of vroegtijdig gebroken vliezen. 4. **Progesteron**: Ter preventie van vroeggeboorte bij vrouwen met een geschiedenis van vroeggeboorte of een korte cervix. 5. **Cerclage**: Hechten van de cervix bij cervixinsufficiëntie. 6. **Bedrust en monitoring**: In sommige gevallen kan bedrust en nauwkeurige monitoring noodzakelijk zijn. Chat gpt
118
Prognose prematuriteit (4)
De prognose varieert afhankelijk van de zwangerschapsduur en de mate van medische interventie: 1. **Extreem premature baby's (≤ 28 weken)**: Hoog risico op complicaties zoals intraventriculaire bloedingen, sepsis, bronchopulmonale dysplasie, retinopathie van prematuriteit en neurologische ontwikkelingsproblemen. Overlevingskansen en lange termijn uitkomsten zijn echter verbeterd door geavanceerde neonatale zorg. 2. **Zeer premature baby's (28-32 weken)**: Betere overlevingskansen, maar risico op complicaties blijft significant. Mogelijke interventies en langdurige zorg nodig. 3. **Matig premature baby's (32-34 weken)**: Minder risico op ernstige complicaties, maar kunnen nog steeds problemen ondervinden zoals ademhalingsmoeilijkheden, voedingsproblemen en infecties. 4. **Late premature baby's (34-37 weken)**: Over het algemeen goede prognose, maar verhoogd risico op milde ademhalingsproblemen, geelzucht en voedingsproblemen. Chat gpt
119
Lange termijn consequenties prematuriteit (4)
1. **Neurologische problemen**: Cerebrale parese, leerproblemen, motorische en gedragsstoornissen. 2. **Chronische aandoeningen**: Langdurige pulmonale problemen zoals astma of bronchopulmonale dysplasie. 3. **Groei en ontwikkeling**: Vertraagde groei en ontwikkelingsachterstanden. 4. **Zintuiglijke problemen**: Problemen met gezichtsvermogen en gehoor. Chat gpt
120
Symptomen EUG (4)
Unilaterale buikpijn Vaginale bloeding Duizeligheid Syncope Chat gpt
121
Behandeling EUG (2)
1. **Medicamenteuze Behandeling**: - Methotrexaat: Bij hemodynamisch stabiele patiënten zonder ruptuur, lage hCG-niveaus, en afwezigheid van hartactiviteit in de EUG. Dit medicijn stopt de groei van snel delende cellen en veroorzaakt resorptie van de EUG. 2. **Chirurgische Interventie**: - Laparoscopie: Voorkeursbehandeling bij hemodynamisch instabiele patiënten, bij ruptuur, of wanneer medicamenteuze behandeling faalt. Kan omvatten salpingectomie (verwijdering van de eileider) of salpingotomie (opening van de eileider om de EUG te verwijderen).
122
Risico’s moeder (3) / kind (2) bij zwangerschapshypertensie
Moeder - Verhoogd risico ontwikkelen pre-eclampsie - Kan leiden tot chronische hypertensie na zwangerschap - Verhoogd risico op cardiovasculaire ziekten op lange termijn Kind - groeiachterstand foetus - Verhoogd risico vroeggeboorte Chat gpt
123
Risico’s moeder (4) / kind (3) bij pre-eclampsie
Moeder - Levensbedreigende hypertensie - Nierbeschadiging (proteinurie) tgv nierfunctiestoornissen - leverfunctiestoornissen (HELPP) - verhoogd risico op beroerte, bloedingen, lever- of nierfalen Kind - groeivertraging intra-uterien door placentaire insufficientie - vroeggeboorte als gevolg van medische indicaties - verhoogd risico op foetale nood en sterfte Chat gpt
124
Risico’s moeder (3) / kind (2) bij eclampsie
Moeder - ernstige convulsies - risico op hersenbloedingen en neurologische schade - kan leiden tot coma of overlijden Kind - risico op intra-uteriene hypoxie en zuurstoftekort - risico op vroeggeboorte of intra-uteriene sterfte Chat gpt
125
Verschil eclampsie en pre-eclampsie
**Pre-eclampsie:** - **Definitie**: Pre-eclampsie is een zwangerschapscomplicatie die wordt gekenmerkt door hoge bloeddruk en de aanwezigheid van eiwit in de urine (proteïnurie) na 20 weken zwangerschap. Het kan ook gepaard gaan met andere symptomen zoals oedeem, lever- of nierfunctiestoornissen, en neurologische symptomen zoals hoofdpijn en visusklachten. - **Symptomen**: - Hypertensie (bloeddruk ≥ 140/90 mmHg). - Proteïnurie (≥ 300 mg eiwit in 24-uurs urine). - Oedeem (zwelling van handen, gezicht en voeten). - Hoofdpijn, visusstoornissen (bijv. wazig zien, lichtflitsen). - Epigastrische pijn of pijn in de rechterbovenbuik (teken van leverbetrokkenheid). - Snelle gewichtstoename door vochtretentie. **Eclampsie:** - **Definitie**: Eclampsie is een ernstige complicatie van pre-eclampsie, gekenmerkt door het optreden van convulsies (toevallen) bij een zwangere vrouw met pre-eclampsie die niet kan worden toegeschreven aan andere oorzaken. Eclampsie is een medische noodsituatie. - **Symptomen**: - Alle symptomen van pre-eclampsie (hypertensie, proteïnurie, oedeem). - Convulsies (tonisch-clonische aanvallen). - Verlies van bewustzijn, coma. - Postictale toestand (verwardheid en slaperigheid na een aanval). Chat gpt
126
Risico’s moeder (3) / kind (2) HELPP
Moeder: - Ernstige leverbeschadiging - Trombocytopenie - Verhoogd risico op nierfalen, bloedingen en ernstige hypertensie Kind - Vroeggeboorte als gevolg van medische indicaties - Intra-uteriene groeivertraging door placenta disfunctie en foetale nood Chat gpt
127
Indicaties voor het beëindigen van de baring (3)
Fetale nood - abnormale hartslag foetus - langdurige niet-reagerende deceleraties tijdens de bevalling - foetale nood (zuurstoftekort acuut) Maternale complicaties - ernstige hypertensie, pre-eclampsie/eclampsie - placenta abruptio - ernstige bloedingen (placenta previa/uteriene atonie) - ineffectieve weeen ondanks adequate arbeid (bijv bij stuitligging) Progressie van de arbeid - langdurige bevalling die niet vordert en risico’s met zich meebrengt voor moeder en/of kind - uitputting van de moeder Chat gpt
128
Kunstverlossingen (3)
Keizersnede (sectio caesarea) Vacuumextractie Forcepsverlossing (tangen) Chat gpt
129
Leg uit wat de gevolgen kunnen zijn van meconium houdend vruchtwater Gevolgen baby (4) Gevolgen verloskundige zorg (3)
Meconiumhoudend vruchtwater verwijst naar vruchtwater waarin de pasgeboren baby heeft gepoept voordat de bevalling heeft plaatsgevonden. Dit kan verschillende gevolgen hebben voor zowel de baby als de verloskundige zorg: 1. **Gevolgen voor de Baby:** - **Aspiratie van meconium**: Als de baby meconiumhoudend vruchtwater inademt tijdens de bevalling, kan dit leiden tot meconiumaspiratiesyndroom (MAS). Dit kan problemen veroorzaken zoals obstructie van de luchtwegen, pneumonie (longontsteking) en ademhalingsmoeilijkheden, omdat de meconium een stroperige substantie is die de longblaasjes kan blokkeren. - **Respiratoire problemen**: Meconiumaspiratie kan leiden tot ademhalingsmoeilijkheden direct na de geboorte, wat kan resulteren in een lagere zuurstofopname en behoefte aan medische interventie zoals beademing. - **Infectierisico**: Meconium bevat bacteriën en afvalstoffen die het risico op infecties kunnen verhogen als de baby deze stoffen inademt en ze in de longen achterblijven. - **Langdurige effecten**: In ernstige gevallen kan meconiumaspiratiesyndroom leiden tot blijvende longschade, wat invloed kan hebben op de gezondheid van de baby op lange termijn. 2. **Verloskundige Zorg:** - **Monitoring tijdens de bevalling**: Bij meconiumhoudend vruchtwater wordt de baby zorgvuldig gemonitord tijdens de bevalling om tekenen van respiratoire problemen te detecteren, zoals verslechtering van de zuurstofsaturatie of tekenen van distress. - **Directe interventie**: Als meconiumaspiratie wordt vermoed, kan directe zuiging van de mond en neus van de baby worden uitgevoerd bij de geboorte om te voorkomen dat meconium dieper in de luchtwegen wordt ingeademd. - **Medische interventie**: In ernstige gevallen kan de baby na de geboorte intensieve zorg nodig hebben op een neonatale intensive care unit (NICU) voor monitoring van de ademhaling en behandeling van respiratoire problemen. Chat gpt