thema 3 Flashcards
een bedrijf functioneert anticyclisch wanneer…
het bij laag conjunctuur meer en bij hoog conjunctuur minder doet
conjunctuur
economische schommelingen op korte termijn
laag conjunctuur
veel economische schommelingen (het gaat slechter)
hoog conjunctuur
weinig economische schommelingen (het gaat beter)
koopkracht
hoeveel goederen en diensten een huishouden kan kopen met besteedbaar inkomen
waarden
fundamentele overtuigingen of principes die als belangrijk en wenselijk worden beschouwd in een samenleving. Het zijn bredere ideeën over wat als goed, juist, waardevol of belangrijk wordt beschouwd.
normen
de specifieke gedragsregels die voortkomen uit waarden. Ze zijn meer concreet en specifiek en geven aan hoe mensen zich moeten gedragen in bepaalde situaties. Normen zijn als richtlijnen voor acceptabel gedrag binnen een samenleving
voorbeelden verwachtingsindicatoren
- consumentenvertrouwen
- producentenvertrouwen
voorbeelden economische indicatoren
- bbp
- industriële productie
- uitvoer
- investeringen
- consumptie
- prijzen koopwoningen
voorbeelden arbeidsmarkt indicatoren
- gewerkte uren
- omzet uitzendbranche
- werkloosheid
- vacaturen
- faillissementen
het verband tussen verwachtingsindicatoren, economische indicatoren en arbeidsmarkt indicatoren
Verwachtingsindicatoren lopen vooruit op economische factoren. Als het vertrouwen van producenten en consumenten in de economie toeneemt, nemen na verloop van tijd de bestedingen in de productie toe.
De economische indicatoren lopen op hun beurt vooruit op de arbeidsmarktindicatoren.
Een productietoename zal na verloop van tijd leidt tot meer inzet van uitzendkrachten en aanname van eigen personeel waardoor de werkeloosheid afneemt. In hoogconjunctuur gaan ook minder bedrijven failliet.
lineaire economie definitie
In een lineaire economie worden grondstoffen gewonnen om er vervolgens producten van te maken die na gebruik als afval worden verbrand of gestort.
circulaire economie
Circulaire economie is een model van productie en consumptie, waarbij bestaande materialen en producten zo lang mogelijk worden gedeeld, verhuurd, hergebruikt, hersteld, opgeknapt en gerecycleerd om meer waarde te creëren. Op deze manier wordt de levenscyclus van producten uitgebreid.
deeleconomie
gebruik van middelen belangrijker dan bezit. denk aan swapfiets, etc.
kenniseconomie
concurreren op basis van kennis en nieuwe oplossing en niet op bijvoorbeeld lage lonen. arbeid wordt niet zozeer gezien als een kostenpost, maar als essentiële investering die kan leiden tot innovatie en productiviteitsgroei.
netwerkeconomie
informatietechnologie is de dominante kracht.