thema 2 theorie Flashcards
huisvestingcomponenten
- locaties
- gebouwen
- interieur
- finacieringsvormen
- gebruiksprincipes
- gebouwgebonden facilitaire diensten
definitie locaties
plekken waar gebouwen zich bevinden. grondoppervlakken met een bepaalde omvang en bodemcondities.
belangrijke eigenschappen:
- bereikbaarheid
- zichtbaarheid
- omgeving
locaties zijn sterk bepalend voor de waarde en kosten van de huisvesting
lagen gebouwen
- draagstructuur (casco)
- gevels
- technische installaties
- binnenwanden (waarmee een bepaalde lay-out wordt gemaakt)
definitie interieur
alle vaste en losse inrichting en de afwerkingen waarmee een gebouw bruikbaar wordt en een bepaalde sfeer en uitstraling krijgt. denk aan:
balies, keukens, meubilair, planten, kunst, vloer- en wandafwerkingen en fietsenrekken.
definitie financieringsvormen
verschillende juridische mogelijkheden om vastgoed en inrichting te verwerven en de kosten te dragen
gebruiksprincipes
bepalen de manier waarop mensen de huisvesting gebruiken. denk aan openingstijden, gedragsregels zoals een clean desk policy, een werkplekconcept zoals activiteitsgerelateerd werken en mogelijkheden om ruimten te reserveren.
definitie gebouwgebonden facilitaire diensten
onmisbaar om gebouwen te kunnen gebruiken. denk aan schoonmaak, beveiliging, groen en onderhoud.
huisvesting vanuit het perspectief van de organisatie
ondersteuning van de organisatie, de mensen die er werken/ op bezoek komen en de activiteiten die er plaats vinden zoals:
- beschikbaar stellen van terrein, gebouw en inrichting
- onderhouden/aanpassen/wijzigen van terrein, gebouw en inrichting
- duurzaam gebruik van materialen, energie en water stimuleren
- gebruik van terrein, gebouw en inrichting afstemmen mogelijk maken
- gebouwkosten en -opbrengsten in balans brengen
definitie organisatiegericht huisvesten
vanuit het perspectief van de organisatie denken
wat voor bedrijfsmiddel is huisvesting
strategisch bedrijfsmiddel
wat is het doel van huisvestingsmanagement
de gebruiker optimaal te laten functioneren door een efficiente aanbieding binnen de huisvesting
waarop heeft de huisvesting directe impact
- op mensen
- op proces en product
- economie
- maatschappij
deze dingen hebben op deze volgorde ook indirecte impact op elkaar, en deze cyclus herhaalt zich constant
bedrijfseconomische aspecten van huisvesting
- liquiditeit
- solvabiliteit
- rentabiliteit
ook opbrengsten en kosten van huisvesting
liquiditeit
heeft de organisatie middelen ter beschikking om op korte termijn aan haar betalingsverplichtingen te voldoen
solvabiliteit
de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen (indicatie voor mogelijkheden externe financiering)