STEP Flashcards

1
Q

beleveniseconomie

A

draait om het bieden van speciale ervaringen aan klanten ipv alleen producten of diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

draait om het bieden van speciale ervaringen aan klanten ipv alleen producten of diensten.

A

beleveniseconomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

toegevoegde waarde van het kennis opdoen over het fenomeen beleveniseconomie

A

het verbeteren van de klantbeleving, kan toegevoegde waarde toepassen, het merkimago verbeteren en een beter gebruik van ruimte en middelen stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

entertainment, escapisme, esthetiek en educatie

A

domeinen van beleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

domeinen van beleving

A

entertainment, escapisme, esthetiek en educatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

entertainment en esthetiek

A

passief deelnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

passief deelnemen

A

entertainment en esthetiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

absorptie

A

entertainment en educatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

entertainment en educatie

A

absorptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

actief deelnemen

A

educatie en escapisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

educatie en escapisme

A

actief deelnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

onderdompeling

A

esthetiek en escapisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

esthetiek en escapisme

A

onderdompeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

betekenis passief deelnemen

A

klant is toeschouwer en ondergaat de ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

klant is toeschouwer en ondergaat de ervaring

A

passief deelnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

betekenis actief deelnemen

A

klant neemt deel aan de ervaring, is er meer onderdeel van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

klant neemt deel aan de ervaring, is er meer onderdeel van

A

betekenis actief deelnemen

18
Q

betekenis absorptie

A

klant neemt de ervaring van een “afstand” in zich op

19
Q

klant neemt de ervaring van een “afstand” in zich op

A

betekenis absorptie

20
Q

onderdompeling

A

de klant wordt letterlijk meegezogen in de ervaring, en ontsnapt aan de werkelijkheid, gaat er helemaal in op

21
Q

de klant wordt letterlijk meegezogen in de ervaring, en ontsnapt aan de werkelijkheid, gaat er helemaal in op

A

onderdompeling

22
Q

aandachtseconomie

A

draait om het feit dat onze aandacht een kostbare bron is geworden in het midden van de overvloed aan informatie en afleiding

23
Q

draait om het feit dat onze aandacht een kostbare bron is geworden in het midden van de overvloed aan informatie en afleiding

A

aandachtseconomie

24
Q

wat kan facility management leren van influencers

A

branding en marketing, klanttevredenheid, community building, innovatie en creativiteit

25
Q

negen-tot-vijf-mentaliteit

A

wanneer iemand 8 uur op het werk is, en dat werk niet mee naar huis neemt of ergens anders uitvoert

26
Q

wanneer iemand 8 uur op het werk is, en dat werk niet mee naar huis neemt of ergens anders uitvoert

A

negen-tot-vijf-mentaliteit

27
Q

trends

A

arbeidstekorten, bevolkingsgroei, circulaire economie, generatiedenken, immigratiegolven, kloof tussen arm en rijk, meer eenpersoonshuishoudens,

toenemend onderwijsniveau, toenemende levensverwachting, urbanisatie, van bezit naar gebruik, vergrijzing, verzorgingsstaat onder druk, aandachtseconomie, burn-outs, cancelcultuur,

ervaringen als statussymbolen, gezondere levensstijl, herbalans structureel thuiswerken, hogere frequentie thuiswerken, plaats- en tijdsonafhankelijke wereld, veranderende rol van werk

28
Q

arbeidstekorten

A

tekort gekwalificeerd personeel en vakmanschap. vraagt om het (her)opleiden van personeel en innovatieve manieren om personeel aan te trekken, in te zetten en behouden.

29
Q

tekort gekwalificeerd personeel en vakmanschap. vraagt om het (her)opleiden van personeel en innovatieve manieren om personeel aan te trekken, in te zetten en behouden.

A

arbeidstekorten

30
Q

bevolkingsgroei

A

in 2029 geschat 18 miljoen en in 2060 18,6. heeft onder andere gevolgen voor de woningmarkt en de beschikbare ruimte in Nederland

31
Q

welke trend heeft onder andere gevolgen voor de woningmarkt en de beschikbare ruimte in Nederland

A

bevolkingsgroei

32
Q

circulaire economie

A

economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. de omslag naar een dergelijk systeem vraagt een andere denk- en handelingswijze van consumenten en organisaties

33
Q

economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. de omslag naar een dergelijk systeem vraagt een andere denk- en handelingswijze van consumenten en organisaties

A

circulaire economie

34
Q

generatiedenken

A

het bestaan van grote verschillen in karakteristieken van gen x, gen y en gen z. het kan ten koste gaan van de solidariteit tussen generaties.

35
Q

het bestaan van grote verschillen in karakteristieken van gen x, gen y en gen z. het kan ten koste gaan van de solidariteit tussen generaties.

A

generatiedenken

36
Q

immigratiegolven

A

mensen komen vanuit het buitenland in nederland wonen wat zorgt voor een steeds diversere cultuur. deze diversiteit brengt maatschappelijke vraagstukken met zich mee

37
Q

kloof tussen arm en rijk

A

toenemend verschil tussen degenen die wel en niet weten te profiteren van economische vooruitgang. heeft grote impact die sociale en economische aspecten kent. het gevolg is een afname van solidariteit tussen arm en rijk

38
Q

toenemend verschil tussen degenen die wel en niet weten te profiteren van economische vooruitgang. heeft grote impact die sociale en economische aspecten kent. het gevolg is een afname van solidariteit tussen arm en rijk

A

kloof tussen arm en rijk

39
Q

meer eenpersoonshuishoudens

A

door individualisering, vergrijzing en een toenemend aantal echtscheidingen verdunnen huishoudens. het gevolg is een toename in het aantal mensen dat zich eenzaam voelt en een toenemend wonintekort.

40
Q
A