Thema 2 (hoorcolleges) Flashcards
welke organen zorgen voor de calcium regulatie? en wat doen ze?
Darmen –> nemen calcium op
botten –> opslag van calcium en afvoer wanneer nodig
nieren –> afvoer bij een te veel.
te weinig calcium in voer zorgt voor de volgende processen
calcium neigt te zakken –> parathyreoïd hormoon (PTH) wordt gestimuleerd. –> zorgt dat calcium vrijkomt door osteoclasten + reabsorptie in nieren.
PTH invloed op botten
normaal bedekken osteoblasten het bot en zijn osteoclasten inactief. PTH zorgt ervoor dat osteoclasten actief worden en maken de osteoblasten ruimte. hierdoor kan er calcium vrijkomen. Zorgt ook voor vitamine D betrokkenheid door een signaal te geven aan de nieren. PTH en Vit D versterken elkaar
Vitamine D invloed op botten
wanneer vitamine D is geactiveerd zorgt dit er net als PTH voor dat osteoclasten calcium gaan vrijmaken , de nieren meer resoberen en de darmen meer absorberen (dit laatste doet PTH niet). PTH en Vit D versterken elkaar
te veel calcium in voer voor spenen (6 wekeen) gevolgen
PTH daalt en osteoclasten komen stil te liggen. hierdoor komt er minder calcium vrij. de resorptie op nierniveau stopt ook en zo wordt er meer calcium uitgescheden. Er wordt nu ook minder actief Vit D gevormd waardoor de bovenstaande effecten versterkt worden. en ook de darm absorptie omlaag gaat. Bij jonge dieren heb je wel nog passief transport. Je krijgt nu dat calcitonine stijgt die leggen de osteoclasten nog verder stil.
wat kan een gevolg zijn van je hond te veel calcium geven
een langdurig verhoogd calcitonine waardoor je panosteitis gaat zien, bloedvaten worden gekneld in het bot.
gevolgen van te veel calcium in voer na spenen
Calcium in je bloed gaat niet echt omhoog omdat er geen passief transport meer is. wel gaat ej calcitonine omhoog en kunnen er verschillende klinische beelden worden gezien
-wobbler syndroom –> nekproblemen met instabiliteit
-osteochondrose
-retained cartilage cones
-radius curves syndroom
-elleboog dysplasie (is vermoeden)
elleboogdysplasie de 4 aandoeningen
-mediale coronoïd disease (losse processus coronoideus)
-Osteochondritis (dissecans)
-losse processus anconeus
-elleboog incongruentie
symptomen elleboogdysplasie
-korte pasjes
-exorotatie ondervoet
-overvuld ellebooggewricht
-verminderde ROM
-spieratrofie
-Pijn –> flexie/extensie en pronatie/supinatie
-Crepitatie
heupdysplasie kenmerkende aspecten
-bunny hop
-moeite met rechtstaan
-wagelende achterhand
-plop geluid
overige symptomen
-spieratrofie
-korte kleine pasjes
-endorotatie achterpoot
-crepitaite flexie/extensie heup
-pijn!
-positieve ortolani test
eigenschappen heupdysplasie
-klinisch instabiele heup
-synovitis
-kraakbeenschade
-malformatie gewricht
-pijn!
-osteoartrotische veranderingen
voorste kruisband leasie symptomen
-(partiele) ruptuur voorste kruisband
-kreupel achterhand
-bij zitten een exorotatie van de knie en niet volledig plooien van de knie
patella luxatie voorkomen
Naar mediaal vaak bij kleine rassen en katten
naar lateraal vaak bij grote grassen, bij bilateraal vaak huppelen als konijn
bidirectioneel kan ook
oorzaken patellaluxatie
-ontwikkelingsproblemen
—ondiepe groeve van de trochlea
—patella boven de groeve
—standsafwijking vanuit de femur
-trauma
-in combinatie met kruisbandruptuur
-complicatie na kruisbandchirurgie
gradering patellaluxatie
graad 1 –> incidentiele luxatie zonder klinische symptomen. kan manueel uit groeve verwijderd worden maar springt terug
graad 2 –> luxeert regelmatig met symptomen. kan manueel eruit geluxeerd worden en teruggeplaatst worden
graad 3 –> continue aanwezige luxatie. de patella is terug in de groeve te plaatsen
graad 4 –> continue aanweizge luxatie de patella is niet in de groeve te plaatsen