Thema 2 Communicatieproblemen Flashcards

1
Q

Visus =

A

Maat voor het kleinste detail dat iemand nog kan onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Afstandsgetal =

A

Afstand waarop een letter moet worden gehouden/geplaatst om hem te zien met VISUS = 1,0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Methode visus opmeten (5)

A

Afstand 5m tot 6m
Goede verlichting/daglicht
In principe met bril/contactlenezn
Een oog afdekken
Optotypen (figuren/letters), de regel waarvan 2/3 is gelezen noteren als maximale visus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

VOS (oogheelkunde)

A

visus oculi sinistri = linkeroog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

VOD (oogheelkunde)

A

visus oculi dextri = rechteroog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

VODS (oogheelkunde)

A

visus beide ogen samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SC (oogheelkunde)

A

sine correctione = zonder correctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CC (oogheelkunde)

A

cum correctione = met correctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe noteer je de visus?

A

V = d / D (d = afstand tot kaart, D = afstand waarbij een normaal (gezond) oog het figuur of letter nog kan zien)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Emmetropie =

A

Normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Myopie =

A

Bijziendheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Systeemmyopie =

A

Bijziendheid
Lengte van het oog normaal, optische systeem van hoornvlies en lens niet afgestemd op deze normale ooglengte -> licht gebundeld net voor het netvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aslengtemyopie =

A

Bijziendheid
Oog wordt langer dan gemiddelde oog hoort te zijn, optische systeem berekend op normale lengte en dus niet meer goed op elkaar afgestemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hyperopie =

A

Verziendheid (licht bundelt achter het netvlies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Presbyopie =

A

Ouderdomsverziendheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Indien visus kleiner dan 0.8: gebruik de stenopeische opening/pinhole, verbetering duidt op …

A

een refractieve afwijking (vaak met een astigmatisme = cilindrische afwijking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Grof gezichtsveldbeoordeling met behulp van …

A

Proef van Donders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Mogelijke oorzaken voor gezichtsveldverlies (6)

A

Glaucoom
Hersenbloeding, herseninfarct, hersentumor
Occlusie van oculaire venenstam of arterienstam
Hypofysetumor (pituitary tumor)
Neuritis optica
Netvliesloslating
Etc..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Oogspiegelen
Direct oogspiegelen met ophthalmoscoop: beoordeling …
Indirect oogspiegelen met ophtalmoscoop: beoordeling …

A

Direct oogspiegelen met ophthalmoscoop: beoordeling netvlies

Indirect oogspiegelen met ophtalmoscoop: beoordeling helderheid media (hoornvlies, ooglens, glasvocht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Inspectie voorste oogsegment: roodheid
Gegeneraliseerde oppervlakkige hyperemie DD (2)

A

conjuctivitis, keratoconjuctivitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Inspectie voorste oogsegment: roodheid
Circulaire pericorneale oppervlakkige hyperemie DD (2)

A

oppervlakkig, contactlens gerelateerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Inspectie voorste oogsegment: roodheid
Circulaire gemengde pericorneale roodheid DD (4)

A

dieper aangedaan, uveitis, grotere beschadiging, contactlens gerelateerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Inspectie voorste oogsegment: roodheid
Sectorale gemengde hyperemie DD (4)

A

wijst naar de aandoening, contactlens gerelateerd, corpus alienum in cornea, ulcus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Inspectie voorste oogsegment, wat valt er te zien? (5 aandoeningen)

A

Onder andere episcleritis, scleritis, uveitis. conjuctivitis (chronisch, bacterieel, allergisch), corpus alienum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Chronische vs bacteriele vs allergische conjuctivitis

A

Chronische conjuctivitis
- Niet infectieus
- Normaal verouderingsproces
- Droog oog
- Blefaritis?

Bacteriele conjuctivitis
- Streptococcus pneumniae
- Staphylococcus epidermidis / aureus
- Haemophilsu influenza / moraxella lacunata
- Schadelijk na verzwakking weerstand
- Afscheiding uit het oog (geel/groen)

Allergische conjuctivitis
- Chemose (gezwollen bindweefsel)
- Visus kan verschillen
- Irritatie/jeuk
- Wittige afscheiding
- Kan seizoensgebonden, allergische reactie (op vloeistof, conserveringsmiddel, make-up/shampoo etc).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hordeolum =

A

Ontsteking kliertjes in bovenste of onderste ooglid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Fluorescentie =

A

Aankleuren van cornealaesie (aankleuring beschadigde corneacellen/epitheelcellen met fluorkleuring)

Indicaties: corpus alienum, herpes keratitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Ooglidomklappen: wat valt er te zien? (3 aandoeningen)

A

Onder andere:
- Follikel (denk aan virus of chlamydia)
- Papillae (denk aan allergie/bacterie)
- Calciumafzettingen (concretions/lithiasis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Cataract/staar =

A

Vertroebeling van lens (te zien bij oogspiegelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Risicofactoren cataract (5)

A

Erfelijkheid, leeftijd, andere oogaandoeningen, DM, bepaalde medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Klachten bij cataract

A

Wazig zien, veranderde kleuren/grauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Behandeling cataract

A

Operatie met verwijdering oude lens en implantatie kunstlens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

4 soorten glaucoom

A

Primair open kamerhoek glaucoom
Normaaldruk glaucoom
Acute kamerhoekafsluiting
Secundair glaucoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Primair open kamerhoek glaucoom =

A

Vaak verhoogde intraoculaire druk (normaal 10-22 mmHg).
Geen andere oorzaak te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Secundair glaucoom =

A

Als gevolg van andere oogaandoening, trauma of co-morbiditeit en/of medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Risicofactoren glaucoom (7)

A

Erfelijkheid, leeftijd, sterke myopie, negroide ras, HVZ, DM, medicatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Glaucoom leidt op langere termijn tot …

A

Blindheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Acuut gesloten kamerhoekglaucoom =
Klachten? (6)
LO? (1)
Behandeling?

A

Acute blokkade van de kamerwaterafvoer

Klachten:
- Pijnlijk oog
- Rood oog
- In korte tijd wazig zien
- Hoofdpijn
- Braken
- Misselijk

LO: palpatie harde oogbol/oogdrukmeting

Behandeling: iridotomie (operatie waarbij met een laser een gaatje in de iris wordt gebrand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Behandeling primair open kamerhoekglaucoom (3)

A

Oogdruppels
Laserbehandeling
operatieve ingreep (trabeculectomie of implantaten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Maculadegeneratie =

A

Ophoping van afvalproducten achter het netvlies (drusen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Risicofactoren maculadegeneratie (5)

A

Leeftijd, erfelijk, etniciteit (Scandinavië), HVZ, leefstijl (roken, ongezonde voeding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Klachten macula degeneratie (droge vs exsudatieve (natte))

A

Klachten: verstoring centrale zien
- Droge vorm: langzaam beloop
- Natte vorm: snel beloop, hierbij vaatvorming onder macula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

De Amslerkaart kan worden gebruikt om te testen op …

A

Maculadegeneratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Behandeling maculadegeneratie

A

Hulpmiddelen bij lezen (loep).
Behandeling natte vorm: intra-oculaire injecties met vaatgroeiremmende middelen, laserbehandeling, operatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Diabetische retinopathie =

A

Lekkage van kleine bloedvaten in het netvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Stadia diabetische retinopathie (3)

A

Niet-proliferatief
Proliferatief (vorming van nieuwe bloedvaten), ernstig
Maculaoedeem (DME)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Behandeling diabetische retinopathie (3)

A
  • Goede bloedsuikercontrole voor DM patienten
  • Laserbehandeling
  • Intra-oculaire injecties met vaatgroeiremmende middelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Herz vs Decibel

A

Geluid: hoge toon = snelle frequente golfen (Hz)
Luidheid = amplitude (Db)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Geluiden vanaf … dB kunnen schadelijk zijn
Geluiden vanaf … dB leveren direct schade op
Geluiden tussen … dB: schade is afhankelijk van hoe vaak en hoe lang je deze geluiden hoort

A

Geluiden vanaf 80 dB kunnen schadelijk zijn
Geluiden vanaf 120 dB leveren direct schade op
Geluiden tussen 80-120 dB: schade is afhankelijk van hoe vaak en hoe lang je deze geluiden hoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Volgorde gehoorbeentjes

A

hamer (maleus), aambeeld (incus), stijgbeugel (stapes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Gehoorbeentjes zitten in …oor

A

Midden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Beluchting middenoor door …

A

Tuba eustachius

Bij kinderen loopt deze buis nog wat horizontaler, daardoor sneller verstopt waardoor otitis media.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Trilling via gehoorbeentjes overgegeven aan ….
Golfbeweging zat eerst in lucht en vanaf hier in vocht.

A

Cochlea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Cochlea zit in het …oor.
In de cochlea zitten heel veel trilhaartjes.
… tonen zorgen voor trilling membraan en haartjes begin cochlea, … tonen bij het helicotrauma (binnenste/midden) = … verdeling in de cochlea.

A

Cochlea zit in het binnenoor. In de cochlea zitten heel veel trilhaartjes. Hoogfrequente tonen zorgen voor trilling membraan en haartjes begin cochlea, laagfrequente tonen bij het helicotrauma (binnenste/midden) = tonotopische verdeling in de cochlea.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Vanaf cochlea brengen zenuwen het signaal naar de hersenen. Door haarcelbeweging chemisch potentiaal door natrium influx in de cellen. Deze zenuw is de …

A

N Vestibulo Cochlearis (N VIII).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Gehoorverlies oorzaken uitwendige oor (2)

A
  1. Cerumen -> geleidingsverlies
  2. Otitis externa (B/ lokale antibiotische druppels) -> geleidingsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Conductief verlies =

A

Geleidingsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

Gehoorverlies oorzaken middenoor (4)

A
  1. Trommelvliesperforatie (B/ expectatief / tympanoplastiek = chirurgisch herstellen) -> geleidingsverlies
  2. Otitis media (met effusie = ontsteking, acuta = infectie). (B/ expectatief, soms buisjes) -> geleidingsverlies
  3. Cholesteatoom = ophoping huidvellen door intrekking trommelvlies + ontstaan ontstekingsproces waardoor botdestructie van gehoorbeenjes, bij door woekeren ook aantasting cochlea -> dan gemengd conductief/perceptief verlies (B/ chirurgisch saneren)
  4. Otosclerose: voetplaat van de stapes gaat vast zitten en kan niet meer goed de trillingen doorgeven aan de cochlea
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Gehoorverlies oorzaken binnenoor (5)

A

In principe is dit altijd perceptief verlies (= sensorisch)

  1. Presbyacusis (ouderdomsslechthorendheid): begint in de hoge tonen. Probleem van de haarcellen, voornamelijk begin cochlea. (B/ hoortoestel)
  2. Lawaaidoofheid
  3. Ototoxische medicatie (bepaalde AB zoals gentamicine, bepaalde cytostatica icm diuretica)
  4. Sudden deafness
  5. Brughoektumor
58
Q

Belangrijkste indicatie stemvorkproeven

A

verdenking op Sudden Deafness bij patient, die komt met een inkorte tijd sterk verminderd gehoorsverlies oor.

59
Q

Hoe werkt de proef van Rinne / Weber?

A

Plaats de voet van de trillende stemvork op het mastoïd en vraag de patiënt of hij dit hoort. Houd de stemvork meteen daarna voor het oor en vraag of het geluid luider wordt. Deze proef van Rinne is gestoord als het volume van het geluid voor het oor niet harder is. Dit wijst op een geleidingsstoornis.

Bij de proef van Weber plaats je de trillende stemvork midden op het hoofd en vraag je de patiënt of hij het geluid in het midden, of links of rechts hoort. Als hij het aan één kant beter hoort, wijst dit op een geleidingsstoornis aan de kant van het geluid of een perceptiestoornis aan de andere kant.

Met de combinatie van deze twee proeven kun je uitmaken of een hardhorendheid aan een kant op een geleidings- of een perceptiestoornis berust.

60
Q

Wat meet je bij audiogram/audiometrie?

A

Luidheid (dB) uitgezet tegen de frequentie (Hz)
Beengeleiding + luchtgeleiding wordt daarbij ook gemeten

61
Q

3 vormen van duizeligheid

A

Vertigo (draaiduizeligheid)
Presyncope (licht gevoel in het hoofd)
Des equilibrium (onvast ter been)

Gemengd vooral bij ouderen

62
Q

DD draaiduizeligheid (3)

A

BPPD
Neuritis vestibularis / labyrintitis
Ziekte van Meniere

63
Q

BPPD =
Symptomen?
Onderzoek/behandeling?

A

Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid
Labyrint (= cochlea + vestibulare orgaan + kanalen) -> otolieten uit het vestibulum zijn losgelaten en zitten vast in 1 van de kanalen.

Symptomen: vertigo bij beweging, duur sec-min
Onderzoek: dix hallpike
Gaat vaak na 4 wkn vanzelf over, behandeling: Epley manouvre

64
Q

Neuritis vestibularis vs labyrintitis

A

Virale infectie meest voorkomend. In 50% na luchtweginfectie optreden.

Neuritis vestibularis: geen gehoorverlies, persisterende vertigo, misselijkheid/overgeven

Labyrintitis: gehoorverlies/tinnitus, spontane nystagmus, persisterende vertigo

65
Q

Ziekte van Meniere = …
Symptomen?

A

Aandoening van labyrinth, hydrops endolymfe in het oor

(Draai)duizeligheid aanvalsgewijs, soms met klachten van het gehoor of vol gevoel in het oor. Aanval duurt enkele min - 1 uur

Minstens 2x een aanval van >20min te zijn geweest om deze diagnose te kunnen stellen

66
Q

Vestibulaire orgaan bestaat uit: (3)

A

3 semicircuaire kanalen (anterieur, posterieur, horizontaal)
2 stoliet organen (sacculus en utriculus)
Vloeistof in het systeem (endolymfe en perilymfe)

67
Q

Hoe onderzoek je of er sprake is van orthostatische hypotensie?

A

meet na 5 min liggen de bloeddruk staand, iedere minuut
Stop als er een daling is
- Syst >20 mmHg
- Dia >10 mmHg
- Of als deze gedurende 3 min niet meer daalt

68
Q

Behandeling orthostatische hypotensie (3)

A

mobilisatie
medicatie aanpassen
Doorverwijzen bij oorzakelijke aandoening (bv M Parkinson)

69
Q

Bulbus

A

Oogbol (ca 24mm aslengte)

70
Q

Orbita

A

Oogkas

71
Q

Asseccoire structuren (adnexen) oogbol (4)

A

oogleden, conjuctiva, traanapparaat en uitwendige oogspieren

72
Q

Glandula lacrimalis

A

traanklier
bestaat uit orbitale en palpebrale deel

73
Q

Lidslag =

A

knipperen oog

74
Q

Traanvocht wordt mediaal inferior weer afgevoerd via …

Sacculus lacrimales = …
Deze voert door via …

Traanvocht komt terecht in …

A

Traanvocht wordt mediaal inferior weer afgevoerd via punctum lacrimales (bovenste (30%) en onderste (70%)), traanvocht wordt door de capillaire werking de traankanaaltjes ingezogen.

Sacculus lacrimales = traanzak
Traanzak voert door via ductus nasolacrimales

Traanvocht komt terecht in neus- en mondholte.

75
Q

Wat doen de kliertjes van Meibom?

A

produceren vetachtige laagje van de traan (talg)

76
Q

Musculus …: hier knijp je je ogen mee dicht
Musculus …: heft het bovenste ooglid

A

Musculus orbicularis oculi: hier knijp je je ogen mee dicht
Musculus levator palpebrae superioris: heft het bovenste ooglid

77
Q

Wat doet de conjuctiva?

A

Bekleden de binnenzijde van de oogleden (= slijmvlies) -> zorgt ervoor dat normale pathogenen (straatvuil bv) niet achter het oog komen.

78
Q

6 oogbolspieren (4 rechte, 2 schuine)

A
  1. Musculus rectus lateralis (abductie van het oog)
  2. Musculus rectus medialis (adductie van het oog)
  3. Musculus rectus superior (geen geïsoleerde beweging, aanhechting van spieren ligt meer mediaal, dus zorgt niet alleen voor elevatie maar ook draaiing (tordatie))
  4. Musculus rectus inferior (geen geïsoleerde beweging, aanhechting van spieren ligt meer mediaal, dus zorgt niet alleen voor depressie maar ook draaiing (tordatie))
  5. Musculus obliquus superior
  6. Musculus obliquus inferior
79
Q

Eerste afslag carotis interna =

A

arteria ophtalmica

80
Q

… voorziet het netvlies van zuurstofrijk bloed

A

Arteria centralis retina

81
Q

Arteria centralis retina loopt samen met de … het oog binnen

A

Nervus opticus

82
Q

Cornea

A

Hoornvlies

83
Q

Sclera

A

Oogrok
Sclera (wit) loopt door in de cornea (doorzichtig).

84
Q

90% van cornea bestaat uit stroma, binnenkant ligt endotheel.
Functie endotheel?

A

Endotheel heeft een belangrijke pompfunctie, zorgt ervoor dat de cellen telkens ontwaterd worden, waardoor licht toegankelijk (en dus doorzichtig blijft).

85
Q

Bolling van cornea/lens is voor?

A

breken van het licht

86
Q

Uvea bestaat uit (3)

A

Choridea (vaatvlies) + corpus ciliare (straallichaam)
Iris (regenboogvlies)

87
Q

Choridea

A

Vaatvlies

88
Q

Choridea (vaatvlies) is op een stuk verdikt = …

A

corpus ciliare -> kleine vaatkluwen, soort nefron effect -> productie kamerwater

Zit ook een spiergroepje in, met vezels verbonden aan de lens -> kan de lens vlakker of boller maken (accomodatie)

89
Q

Corpus ciliare bevat radiair en circulair verlopende spierbundels, namelijk …

A

De m. ciliaris. Deze parasympathisch geïnnerveerde spier verzorgt de accommodatie. Het corpus ciliare heeft ook een functie in de productie van kamerwater.

90
Q

Retina

A

Netvlies

91
Q

Waar zit de retina?

A

Binnenzijde van het oog is de retina, eerst zenuwbanen/ganglioncellen, daaronder zitten de sensoren (pigmentepitheel met kegeltjes en staafjes) = fotosensoren.

92
Q

Macula lutea =

A

Gele vlek

93
Q

Midden in de gele vlek zit …

A

de fovea centralis: verdunning retina en grote kegeltjesdichtheid -> gezichtsscherpte is hier het grootst

94
Q

Blinde vlek =

A

waar de n opticus en a centralis retinae binnenkomen

95
Q

Presbyopie =

A

Accomodatievermogen is op oudere leeftijd allemaal verloren gegaan (nauwelijks meer bolling/vlak wording). Gaat met ouder worden dus drastisch achteruit. De lens heeft op 65-jarige leeftijd vrijwel geen accommodatievermogen meer = presbyopie

96
Q

De voorste oogkamer wordt aan de voorkant begrensd door …, aan de achterkant door … en ….

De achterste oogkamer wordt aan de voor- en zijkant begrensd door … en …, en aan de achterkant door … en ….

A

De voorste oogkamer wordt aan de voorkant begrensd door de achterzijde van de cornea, aan de achterkant door de iris en het voorste kapsel van de lens.

De achterste oogkamer wordt aan de voor- en zijkant begrensd door het achtervlak van de iris en het corpus ciliare, en aan de achterkant door de lens en de voorste glasvochtmembraan.

97
Q

… oogcompartimenten
… oogkamers

A

3 oogcompartimenten
2 oogkamers

98
Q

Kamervocht/kamerwater, productie door …,komt eerst in … oogkamer terecht. Passeert via … komt dan in … oogkamer terecht.

Absorberen kamervocht gebeurt in kamerhoek. Hier zit een klein veneus netwerkje (= …) en zorgt voor absorptie van kamerwater.

A

Kamervocht/kamerwater, productie door corpus ciliaire (vaatkluwen),komt eerst in achterste oogkamer terecht. Passeert via de pupil komt dan in voorste oogkamer terecht.

Absorberen kamervocht gebeurt in kamerhoek. Hier zit een klein veneus netwerkje (= kanaal van Schlemm) en zorgt voor absorptie van kamerwater.

99
Q

In de glasvochtholte zit? Wat gebeurt er bij ouderen?

A

Gelei-achtige substantie, vult geheel compartiment 3 van het oog.

Bij ouderen degeneratie en krimpen, minder gelei-achtig (stugger), maar zit op een aantal punten nog wel vast aan de retina. Hierdoor tractie op de retina, retina kan scheuren (retina defecten).

100
Q

Hersenzenuw III
Functie?
Test?

A

N. Oculomotorius - motorisch

Functie: 4 van de 6 uitwendige oogspieren (m rectus superior, m rectus inferior, m rectus medialis, m obliquus inferior) + heffen ooglid (m levator palpebrae) + pupil (m sfincter pupillae en m cilliaris (parasymp), m dilatator pupilae en m tarsalis superior (symp)

Test: oogstand (reflectielampje), oogvolgbewegingen, ptosis, pupilreflex (efferent -> vernauwen pupil). Abductie + depressie.

Lichtbron in zieke oog -> geen vernauwing zieke oog, wel indirect contralaterale oog. Lichtbron in gezonde oog -> wel vernauwing in gezonde oog, maar geen indirecte vernauwing zieke oog.

101
Q

Hersenzenuw IV
Functie?
Test?

A

N. trochlearis - motorisch
Functie: M. Obliquus superior
Test: oogstand (reflectielampje), oogvolgbewegingen
Bij leasie: niet meer naar beneden kijken

102
Q

Hersenzenuw VI
Functie?
Test?

A

N. Abducens - motorisch
Functie: m. Rectus lateralis
Test: oogstand, OVB
Afwijkend: dubbelbeelden

103
Q

Auris externa

A

Uitwendig oor

104
Q

Auricula

A

Oorschelp

105
Q

Meatus acusticus externa

A

Uitwendige gehoorgang

106
Q

Auris media

A

Middenoor

107
Q

Cavum tympani

A

Trommelholte

108
Q

Auris interna

A

Binnenoor

109
Q

Labyrint bevindt zich in het …

A

Binnenoor

110
Q

Buis van Eustachius is voor …

A

Beluchting midenoor

Tuba auditiva

111
Q

Malleus

A

Hamer

112
Q

Incus

A

Aambeeld

113
Q

stapes

A

Stijgbeugel

114
Q

Twee spiertjes in trommelholte oor

A

M tensor tympani (malleus)
M stapedius (stapes)

115
Q

Labyrint - benig
Bevat?

A

Perilymfe

Cochlea (slakkenhuis)
Vestibulum
Canales semicirculares

116
Q

Labyrint vliezig (membraneus)
Bevat?

A

Endolymfe

Ductus cochlearis
Sacculus
Utriculus
Ductus semicirculares

117
Q

Cochlea is voor …

A

Geluidswaarneming/perceptie -> orgaan van Corti (organum spirale)

118
Q

Labyrint is voor …

A

Perceptie

119
Q

Zintuigcellen labyrint (3)

A

Orgaan van Corti
Macula in sacculus, utriculus
Cupula in semicirculaire kanalen

120
Q

Geleiding vs perceptie

A

Geluidtrillingen planten zich voort (geleiding) en veroorzaken reactie van zintuigcellen (perceptie) in cochlea.

121
Q

Evenwicht betreft … en … versnellingen (sacculus en utriculus) en …versnellingen (halfcirkelvormige kanalen).

A

Evenwicht betreft positie en lineaire versnellingen (sacculus en utriculus) en draaiversnellingen (halfcirkelvormige kanalen).

122
Q

Oogbewegingen over de longitudinale / verticale as

A

Adductie
Abductie

123
Q

Oogbewegingen over de transversale as

A

Elevatie
Depressie

124
Q

Oogbewegingen over de sagittale as / anterior-posterior

A

Intorsie
Extorsie

125
Q

chronische progressieve optische neuropathie die resulteert in karakteristieke morfologische veranderingen aan de optische schijf en retinale zenuwvezels.

A

Glaucoom

126
Q

Blefarochalazis

A

hangende oogleden (te veel huid)

127
Q

Ectropion

A

Naar buiten gedraaid onderooglid

128
Q

Entropion

A

Naar binnen gedraaid onderooglid

129
Q

Kenmerken open kamerhoek glaucoom (3)

A

Hoge oogboldruk (niet altijd)
Geexcaveerde papil (‘uitgeholde oogzenuw’)
Gezichtsveld uitval

130
Q

Vasculaire retinale aandoeningen globaal (2)

A

Lekkage
OF
Oclusie van capillairen

131
Q

CRAO oog

A

Arteriestam occlusie

Central Retinal Arterial Occlusion

132
Q

BRAO oog

A

Arterietak occlusie

Branche Retinal Arterial Occlusion

133
Q

CRVO

A

Venestam occlusie

Central retinal vein occlusion

134
Q

AION oog
+ kenmerken (5)

A

anterieure ischemische opticoneuropathie

papil deels oedeem
Spinter bloeding op de papil
Hoofdpijn
Alltitudinale gezichtsveld uitval (vaak boven of onder halfzijdige uitval)
Vaak ook klachten van arteritis temporalis

135
Q

Ophoping van afvalstoffen in/onder het netvlies, waardoor ook slechter uitwisseling van stoffen -> lichtgevoelige cellen gaan verloren en RPE laag wordt dunner -> neovascularisatie (mazen in de pigmentlaag)

Dit kan gebeuren bij welke aandoening?

A

Maculadegeneratie (natte - exsudatieve)

Ontstaat vaak binnen dagen tot weken

136
Q

Risicofactoren maculadegeneratie (5)

A

Genetische factoren
Roken
Voeding
Geslacht (vrouw > man)
Leeftijd

137
Q

Sluipend proces waarbij centrale gezichtsveld waziger wordt en symmetrische aantasting optreedt. Meest passend bij aandoening?

A

Droge (atrofische) maculadegeneratie

138
Q

Therapie droge maculadegeneratie

A

Leefstijlregels

139
Q

Behandeling natte maculadegeneratie

A

Tot 15jr geleden: laser
Photodynamische therapie

Nieuwe generatie geneesmiddelen: intra-vitreale toediening groeifactor remmer (VEGF-remmers, monoclonale anti-lichamen)

140
Q

Bij jonge mensen kan bij het gebruik van welk medicijn cataract ontstaan?

A

Prednison

141
Q

Meest voorkomende oorzaken van slechtziendheid bij ouderen (4)

A

Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD): Een progressieve aandoening van het netvlies die het centrale zicht aantast en een van de belangrijkste oorzaken van slechtziendheid bij ouderen is.

Cataract: Een vertroebeling van de ooglens die het gezichtsvermogen kan vertroebelen en wazig maken.

Glaucoom: Een oogziekte die schade aan de oogzenuw veroorzaakt en kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen.

Diabetische retinopathie: Een complicatie van diabetes die schade aan de bloedvaten in het netvlies veroorzaakt en het gezichtsvermogen kan aantasten.

Bron chat gpt

142
Q

Meest voorkomende oorzaken van gehoorproblemen bij ouderen (4)

A

Presbyacusis: Leeftijdsgebonden gehoorverlies als gevolg van natuurlijke veroudering van het gehoororgaan.

Lawaai-geïnduceerd gehoorverlies: Langdurige blootstelling aan lawaai kan het gehoor beschadigen en leiden tot gehoorverlies.

Otosclerose: Een aandoening waarbij abnormale botgroei in het middenoor het vermogen van de gehoorbeentjes om geluid door te geven, beïnvloedt.

Infecties zoals oorontstekingen kunnen het gehoor tijdelijk of permanent aantasten.

Bron chatgpt

143
Q

Wat zijn refractie afwijkingen?

A

Refractieafwijkingen zijn oogafwijkingen die optreden wanneer het licht dat het oog binnenkomt niet correct wordt gebroken (of gebogen) door de verschillende structuren van het oog, zoals het hoornvlies, de lens en het glasvocht. Deze afwijkingen kunnen leiden tot onscherp zicht of andere visuele symptomen. De meest voorkomende refractieafwijkingen zijn:

-> Myopie (bijziendheid): Bijziendheid treedt op wanneer het oog te lang is of de kromming van het hoornvlies te sterk, waardoor lichtstralen zich focussen vóór het netvlies in plaats van erop. Hierdoor kunnen objecten in de verte onscherp lijken.

-> Hypermetropie (verziendheid): Verziendheid ontstaat wanneer het oog te kort is of de kromming van het hoornvlies te zwak, waardoor lichtstralen zich achter het netvlies focussen in plaats van erop. Hierdoor kunnen objecten dichtbij onscherp lijken.

-> Astigmatisme: Astigmatisme treedt op wanneer het hoornvlies of de lens onregelmatig van vorm is, waardoor lichtstralen verschillende focuspunten hebben. Dit kan resulteren in vervormd of wazig zicht, zowel dichtbij als veraf.

-> Presbyopie: Presbyopie is een normaal verouderingsproces waarbij de lens van het oog stijver wordt en minder goed kan accommoderen (scherpstellen) op objecten dichtbij. Dit kan leiden tot moeite met het zien van objecten op leesafstand, vooral bij oudere volwassenen.

Refractieafwijkingen kunnen worden gecorrigeerd met brillen, contactlenzen of refractieve chirurgie zoals LASIK. Het is belangrijk om regelmatig een oogonderzoek te ondergaan om eventuele refractieafwijkingen op te sporen en te corrigeren, om een optimaal gezichtsvermogen te behouden.

Bron chat gpt