Thema 1 Vermoeidheid Flashcards

1
Q

Panhypopituarisme

A

Wanneer je geen enkel hypofyse hormoon meer maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Medicijn wat “werkt” als cortisol

A

Hydrocortison

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Medicijn wat je geeft bij te weinig schildklierhormoon

A

Levothyroxine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Medicijn wat “werkt” als ADH

A

Desmopressine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een Addisonse crise?

A

Bekende bijnierschorsinsufficiëntie plus intercurrente ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Symptomen Addisonse crise (5)

A

Gastro-intestinale klachten
Hoofdpijn
Koorts
Hypotensie
Bewustzijnsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kan een kenmerkend symptoom zijn van een hypofyse tumor?

A

Gezichtsvelduitval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe staat de hypofyse achterkwab in verbinding met de hypothalamus?

A

Rechtstreekse verbinding, via zenuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke hormonen maakt de hypofyse achterkwab? En waar gaan deze hormonen heen?

A

Oxytocine (baarmoeder, borstklier)
ADH (anti diuretisch hormoon, houdt water vast, nieren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke hormonen maakt de hypofyse voorkwab? (5) En waar gaan deze hormonen heen?

A

Groeihormoon (botten en andere weefsels)
Prolactine (borstklier)
TSH (schildklier)
ACTH (bijnieren)
LH en FSH (testikels/eierstokken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Adenohypofyse

A

Hypofyse voorkwab (hormonaal effect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Neurohypofyse

A

Hypofyse achterkwab (neuraal effect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat doet de hypothalamus?

A

Regulatie op het hoogste niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hypothalamus release hormonen (4)

A

CRH (corticotropin-releasing hormone) -> ACTH -> cortisol
TRH (thyreotropin-releasing hormone) -> TSH -> T4
GHRH (growth hormone-releasing hormone -> groeihormoon
LHRH of GnRH (gonadotropin-releasing hormone) -> LH/FSH -> testosteron/oestrogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ziektebeeld: te weinig ADH

A

Diabetes insipidus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Symptomen diabetes insipidus (4)

A

Polyurie
Polydipsie
Hypernatriëmie
Verhoogde serum osmolaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Behandeling diabetes insipidus

A

Desmopressine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Ziektebeeld: te veel ADH

A

SIADH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

SIADH afkorting staat voor

A

Syndrome of inappropriate antidiuretic hormone secretion

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ziektebeeld: te veel groeihormoon

A

Acromegalie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Ziektebeeld: te veel prolactine

A

prolactinoom (adenoom hypofyse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Ziektebeeld: te veel ACTH

A

Te veel cortisol -> Cushing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Ziektebeeld: te veel TSH

A

Hyperthyreoïdie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

ADH wordt geproduceerd in de … en wordt via de … afgegeven aan het bloed

A

Hypothalamus
Hypofyse achterkwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat doet ADH?

A

ADH houdt water vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is renale diabetes insipidus?

A

Ongevoeligheid nier voor ADH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Labwaarden bij SIADH (2)

A

Verlaagde osmolaliteit
Hyponatriëmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Autocrien

A

Binnen de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Endocrien

A

Via de bloedbaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Paracrien

A

Naar naast gelegen cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Structuur van hormonen (2)

A

Aminozuren en peptiden (wateroplosbaar)
Lipiden (gemaakt van cholesterol)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Hormonen: Aminozuren en peptiden zijn opgeslagen in … en binden aan de …, signaal gaat … via een signaalpad. Dit is een snel/langzaam? signaal

A

de cel
celwand
intracellulair
snel signaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Lipiden kunnen de … passeren en direct aan receptoren en DNA binden. Hebben … nodig voor transport door bloedbaan. Dit is een snel/langzaam? signaal

A

celwand
eiwit
langzaam signaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Je hebt twee soorten receptoren:

A

Membraanreceptoren
Intracellulaire receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Aan wat voor receptoren binden steroïdhormonen?

A

Intracellulaire receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Primair vs secundair

A

Primair: orgaan zelf (probleem)
Secundair: probleem elders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Laag T4
Hoog TSH

A

Primaire hypothyreoïdie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Hoog T4
Laag TSH

A

Primaire hyperthyreoïdie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Laag T4
Laag TSH

A

Secundaire (centrale) hypothyreoïdie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Hoog T4
Hoog TSH

A

Secundaire (centrale) hyperthyreoïdie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Meting van plasmaconcentraties (hormonen) kan ongebonden en gebonden. Hoe noem je dit?

A

Vrij = ongebonden
Totaal = gebonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat produceert de bijnierschors (4)? En het merg (1)?

A

Schors: hormonen met steroïdstructuur (aldosteron, cortisol, androgenen, oestrogenen)
Merg: (nor)adrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wanneer zijn cortisolconcentraties het hoogst?

A

In de ochtend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Cortisol-afgifte wordt gereguleerd door … uit de hypofyse

A

ACTH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Plasma-cortisolconcentraties zijn afhankelijk van cortisolbindend globuline, verhoogd bij onder andere? (2)

A

Pilgebruik
Zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

3 manieren om cortisolconcentratie te bepalen

A

Plasma + ACTH
In 24uurs urine
In speeksel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Hoe werkt de stimulatie test bij verdenking hypercortisolisme?

A

ACTH toedienen -> cortisol meten. Onvoldoende stijging cortisol = bijnierinsufficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Hoe werkt remmingstest bij verdenking Cushing?

A

dexamethason-suppressietest -> synthetisch corticoid toedienen (dexamethason) om 23u savonds, volgende ochtend cortisol meten. Onderdrukt cortisol - normaal, verhoogd cortisol = abnormaal (Cushing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Klachten bij hyperthyreoïdie (7)

A

Actief
Nerveus
Warm
Gewichtsverlies
Diarree
Vraatzucht
Hoge hartslag, hartkloppingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Klachten bij hypothyreoïdie (6)

A

Sloom
Koud
Lage hartslag
Eet weinig
Aankomen
Huid verdikt met symmetrische kale plekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Oorzaken primaire hyperthyreoïdie (4)

A

Struma met toxische nodus
Auto-immuunziekte (M Graves)
Medicamenteus (amiodaron)
Thyreoiditis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Oorzaak secundaire hyperthyreoïdie

A

TSH producerend adenoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Wat is de ziekte van Graves?

A

Auto-immuunziekte, schildklier-stimulerende antilichamen

54
Q

Soms krijg je ook oogklachten bij Graves. Welke? (3) En hoe noem je dit?

A

Droge ogen, zandgevoel
Pijnlijke ogen bij oogbeweging
Zwelling van de ogen, uitpuilen
Dit noem je Graves ofthalmopathie

55
Q

Oorzaken primaire hypothyreoïdie (5)

A

Auto-immuun (M. Hashimoto)
Na jodiumbehandeling of schildklieroperatie
Schildklierontsteking
Onvoldoende jodium in dieet
Medicatie (amiodaron)

56
Q

Oorzaken secundaire hypothyreoïdie

A

Hypofyse uitval

57
Q

Anti-TSH receptor diagnostiek bij verdenking van …

A

Graves

58
Q

Anti-TPO diagnostiek bij verdenking van …

A

Hashimoto

59
Q

Wat is een subklinische hypothyreoïdie?

A

Vaak geen relatie met eventuele klachten, spontaan normaliseren van verhoogd TSH

60
Q

Behandeling hypothyreoïdie

A

Suppletie met thyrax

61
Q

Behandeling hyperthyreoïdie (3)

A

Block and replace met strumazol en thyrax voor 1 jaar
Bij recidief:
Radioactief jodiumbehandeling
Of operatie

62
Q

Hypercortisolisme =

A

Ziekte van Cushing

63
Q

Hypercortisolisme wordt veroorzaakt door

A

Hypofyse adenoom

64
Q

Hoog ACTH
Hoog cortisol

A

Secundair hypercortisolisme = ZIEKTE van Cushing

65
Q

Laag ACTH
Hoog cortisol

A

Primair hypercortisolisme = SYNDROOM van Cushing

66
Q

Kenmerken cushing: (13)

A

Centrale adipositas
Dunne benen
Vollemaans gezicht met rode wangen
Dikke nek (Buffalo hump)
Striae (paarsrode huidstriemen)
Hoge bloeddruk
Kwetsbare huid
Overbeharing (bij vrouwen)
Extreme vermoeidheid
Verminderde spierkracht
Pijnlijke spieren en gewrichten
Verstoorde menstruatiecyclus, vaak zelfs volledig wegblijven van de menstruatie
Gemakkelijker bloeden

67
Q

Vroege symptomen van acromegalie (3)

A

CTS
Transpiratie
Artralgie

68
Q

Late symptomen van acromegalie (4)

A

Vergroving gelaat
Vergroting handen en voeten
Macroglossie
Klep-insufficiënties

69
Q

Primaire bijnierschorsinsufficiëntie/hypocortisolisme =

A

Addison

70
Q

Addison oorzaken (4)

A

Auto-immuunziekte
TBC
Bijnierbloeding
Sepsis

71
Q

Secundaire bijnierschorsinsufficiëntie/hypocortisolisme =

A

Hypofyse uitval (ACTH tekort)

72
Q

Klachten hypocortisolisme (6) + labwaarden (2)(kalium/glucose)

A

Zwakte
Gewichtsverlies
Buikpijn
Misselijkheid en braken
Orthostatische hypotensie,
Bruine handlijnen, bruin gelaat en gehemelte
Hoog kalium, laag glucose

73
Q

Patiënten die prednison gebruiken hebben een … bijnier

A

Luie

74
Q

Behandeling Addisonse crise

A

Hydrocortison 100mg in 50ml NaCl 0,9% in 30 minuten iv + oorzaak achterhalen

75
Q

Definitie vermoeidheid = een overweldigend en aanhoudend gevoel van … en verminderd vermogen tot … en … inspanning

A

een overweldigend en aanhoudend gevoel van uitputting en verminderd vermogen tot lichamelijke en geestelijke inspanning

76
Q

Wat is het verschil tussen centrale en perifere vermoeidheid?

A

Centrale vermoeidheid
- Het gevoel weinig energie te hebben en niet goed te kunnen nadenken of zich slecht te kunnen concentreren
- Dokter ik voel me: zwak, geen energie, bekaf, doodmoe, gesloopt
- Depressie/stress geven vaak centrale vermoeidheid

Perifere vermoeidheid
- Bij perifere vermoeidheid kan iemand fysiek minder presteren

77
Q

DD bij vermoeidheid (kleine voorafkans ernstige oorzaken/schade) (5)

A

Hevig bloedverlies
Maligniteit
Coronair lijden
Nierinsufficientie
Anemie

78
Q

Wanneer spreek je van het chronisch vermoeidheid syndroom? (CVS)

A
  • Moeheid die >6 maanden duurt EN onverklaarbaar is plus 4/8 nevensymptomen zijn >6 maanden aanwezig
79
Q

Door welk virus wordt mononucleosis infectiosa veroorzaakt?

A

Epstein Barr Virus (herpesvirus, EBV)

80
Q

Vermoeidheid: heel veel DD’s. Goed om te denken in domeinen, welke 5?

A
  • Fysiologisch -> leefstijl
  • Somatisch/voorgeschiedenis
  • Psychisch (cognitief/emotioneel)
  • Sociaal (omgeving/gedrag)
  • Overig: intoxicaties/medicament
81
Q

Wat vraag je bij de klacht vermoeidheid in je anamnese bij AARD?

A

Wat bedoelt de patient precies? (Suf, lusteloos, verlies interesse, benauwd, slapen etc.)

82
Q

Wat vraag je bij de klacht vermoeidheid in je anamnese bij INTENSITEIT?

A

Mate van belemmering in dagelijks functioneren

83
Q

Wat vraag je bij de klacht vermoeidheid in je anamnese bij (TIJDS)BELOOP

A

Hoe lang al? Wanneer moe? Wat doet rust? Geleidelijk begonnen?

84
Q

Wat vraag je bij de klacht vermoeidheid in je anamnese bij CONTEXT/INVLOEDEN?

A

VG, familieanamnese, intoxicaties, omstandigheden die verergeren, voeding, fysieke conditie, psychosociale omstandigheden

85
Q

Wat vraag je bij de klacht vermoeidheid in je anamnese bij SAMENHANG?

A

Diverse tracti + alarmsymptomen

86
Q

Alarmsymptomen vermoeidheid (5)

A
  • Gewichtsverlies
  • Veranderd ontlastingspatroon
  • Pijn op de borst bij inspanning
  • Botpijn
  • Neurologische verschijnselen
87
Q

Wanneer doe je screenend bloedonderzoek bij vermoeidheidsklachten?

A

> 1 maand moeheidsklachten en patienten >50jr

88
Q

Wat voor bloedonderzoek vraag je aan bij vermoeidheidsklachten? (7)

A

BSE
Hb
Leuko’s en leuko diff
Glucose
TSH, vrij T4
Kreat (ouderen)
ALAT (vermoeden)

89
Q

Wat voor urine onderzoek vraag je aan bij vermoeidheidsklachten?

A

Nitriet
Leukocyten
Erytrocyten

90
Q

Rode vlaggen (=verwijzing) bij vermoeidheid (5)

A
  • Ijzergebreksanemie niet verklaard door menstrueel bloedverlies
  • Souffle bij verminderde inspanningstolerantie
  • Vermoeden van een slaapstoornis
  • Hyperthyreoïdie
  • Langdurige moeheid (>6 maanden)
91
Q

Wat is de prognose van vermoeidheid in de 1e lijn?

A

Prognose vermoeidheid eerste lijn: 45% herstelt snel/jaar, 55% valt terug/blijft moe

92
Q

… stoffen gaan door de lipidenbilaag (bv … en …) en binden aan de nucleaire receptor.
… stoffen (bv … en …) binden aan een membraanreceptor.

A

Lipofiele (cortisol, thyroxine)
Hydrofiele (eiwitten, peptiden)

93
Q

Bij verdenking overproductie cortisol: sochtends/savonds meten?

A

Savonds

94
Q

Bij verdenking onderproductie cortisol: sochtends/savonds meten?

A

Sochtends

95
Q

Normaal cortisol in de ochtend

A

0,2-0,6 micromol/l

96
Q

Hypothalamus produceert … > hypofyse produceert … -> … produceert T4/T3

A

TRH
TSH
Schildklier

97
Q

Hypothalamus produceert … > hypofyse produceert … -> … produceert cortisol

A

CRH
ACTH
Bijnier cortex

98
Q

Hypothalamus produceert … > hypofyse produceert … -> oestradiol/testosteron

A

GnRH
LH/FSH

99
Q

Hypothalamus produceert … > hypofyse produceert … -> … produceert IGF-1

A

GHRH
GH
Lever

100
Q

Wat omvat ‘bloedbeeld’?

A

Hb, erytrocyten (+ Ht, MCV, MCH, MCHC, RDW), trombocyten, leukocyten (+ leuko diff)

101
Q

Wat is een scatterplot?

A

Meting in lab, mate van licht verstrooing -> vertelt wat voor cel het is

102
Q

Wat is hematopoiese?

A

Het proces waarbij (in het beenmerg) uit een multipotente stamcel bloedcellen en trombocyten gevormd worden (bloedaanmaak)

103
Q

Wat is een normaal Hb voor man/vrouw?

A

M 8.6 - 10.7
V 7.4 - 9.6

104
Q

Wat is een normaal erytrocyten aantal voor man/vrouw?

A

M: 4.2 - 5.5 10^12
V: 3.7 - 5.0 10^12

105
Q

Wat zijn reticulocyten?

A

Onrijpe erytrhocyt, waarin geen kern (DNA) maar nog wel RNA voorkomt

106
Q

Wat zit er in een leuko diff (5)

A

Neutrofiele granulocyten
Eosinofiele granulocyten
Basofiele granulocyten
Monocyten
Lymfocyten

107
Q

… (eiwit) geeft aan de erythrocyten zijn rode kleur. Bestaat uit 4 … en 4 … (2 paren). Aan elke … is 1 … gebonden, deze bevat een … atoom in de bindingsplaats voor O2

A

Hemoglobine (eiwit) Hb geeft aan de erythrocyten zijn rode kleur. Bestaat uit 4 heemroepen en 4 globineketens (2 paren). Aan elke globineketen is 1 heemgroep gebonden, deze bevat een Fe2+ atoom in de bindingsplaats voor O2

108
Q

Grote oorzaakgroepen van anemie (3)

A

Probleem in de:
- Aanmaak
- Afbraak
- Verlies

109
Q

Klassificatie anemie via …

A

MCV

110
Q

Normaal MCV

A

80-97

111
Q

Voorbeelden microcytaire anemie (2)

A

Ijzergebrek
Thalassemie

112
Q

Hemolyse past bij een …cytaire anemie

A

Normo

113
Q

Voorbeelden macrocytaire anemie (3)

A

Vitamine B12 tekort
Foliumzuur deficientie
MDS

114
Q

Normaal bij een anemie worden er extra reticulocyten aangemaakt. Bij verminderde reticulocyten kan er sprake zijn van: (3)

A

Deficienties
Stamcelafwijkingen
Erytroide verdringing (beenmerg)

115
Q

Normaal bij een anemie worden er extra reticulocyten aangemaakt. Bij verhoogde reticulocyten kan er sprake zijn van: (5)

A

Toegenomen RBC afbraak
RBC membraanafwijkingen
Hemoglobinopathien
Enzymatische defecten
Verlies RBC tgv acuut of chronisch bloedverlies

116
Q

IJzergebreksanemie: ferritine is verhoogd/verlaagd, transferrine is verhoogd/verlaagd

A

Ferritine verlaagd
Transferrine verhoogd

117
Q

Wat is ferritine?

A

Opslageiwit ijzer

118
Q

Wat is transferrine?

A

Transporteiwit ijzer

119
Q

Wat is er aan de hand bij een thalassemie?

A

Verminderde synthese van 1 of meerglobineketens.

120
Q

Bij een thalassemie is er sprake van een …cytaire anemie

A

Micro

121
Q

Wat is er aan de hand bij sikkelcelziekte? Bij een sikkelcel crisis is er sprake van een … anemie

A

Puntmutatie in beta globine gen
Hemolytische anemie (vaso-occlusie resulterend in ischemische weefselschade)

122
Q

Oorzaken trombocytopenie (3)

A

Verminderde productie (verminderde beenmergproductie)
Verkorte levensduur (verhoogde afbraak, auto-immuun)
Toegenomen ‘pooling’ (opslag) in een vergrote milt

123
Q

Wat bedoelt men met een linksverschuiving?

A

meer beenmergcellen (onrijpe cellen) in perifeer bloed (wijst vaak op een (bacteriele) infectie, beenmerg maakt dan meer cellen aan). Nog hevigere linksverschuiving kan leukemie zijn.

124
Q

Normaal leukocyten aantal

A

4 - 10 10^9/l

125
Q

Leuko diff: lymfocyten verhoogd, waarschijnlijk:

A

Viraal

126
Q

Leuko diff: neutrofielen + granulocyten verhoogd, waarschijnlijk:

A

Bacterieel

127
Q

Leuko-diff: eosinofielen verhoogd, waarschijnlijk:

A

Allergie of parasitaire aandoening

128
Q

Basofielen zijn verhoogd bij

A

Histamine release (mestcellen)

129
Q

T-lymfocyt zorgt voor … immuunrespons

A

Cellulaire

130
Q

B-lymfocyt zorgt voor … immuunrespons

A

Humorale