Thema 1: Inleiding en theorie Flashcards
Ontwikkelingspsychologie definitie
De wetenschappelijke studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit bij mensen vanaf de conceptie tot aan ouderdom, met een accent op de jaren tot de volwassenheid, gezien de snel op elkaar volgende ontwikkelingen.
4 thematische gebieden ontwikkelingspsychologie
- fysiek
- cognitief
- sociaal-emotioneel
- persoonlijkheid
Cohort
Een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren
Continue verandering
geleidelijke ontwikkeling, kwantitatief
Discontinue verandering
Stapsgewijze ontwikkeling, kwalitatief
Kritieke periode
Specifieke tijdsspanne in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen heeft
Gevoelige periode
Een afgebakende tijdsspanne waarin mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn voor het leren van specifieke vaardigheden. (plasticiteit)
Maturatie
ontvouwen van voorbestemde genetische informatie
5 theoretische perspectieven op de ontwikkeling van het kind
- psychodynamisch
- behavioristisch
- cognitief
- systemisch
- evolutionair
psychodynamisch perspectief van ontwikkeling
Gedrag wordt gemotiveerd door onbewuste processen/herinneringen.
Psychoanalytisch: freud
Psychosociaal: Erikson
Psychoanalytische theorie
Freud.
ID: primitieve driften
Ego: Rationele deel
Superego: geweten (goed/kwaad)
Psychoseksuele ontwikkeling (Freud, 5 fasen)
- Oraal (12-18 maanden)
- Anaal (18m - 3 jaar)
- Fallisch (3-5/6 jaar)
- Latentie (5/6 - adolescentie)
- Genitaal (adolescentie - volwassen)
8 fases Erikson
0-1 Vertrouwen vs. wantrouwen
1-3 Autonomie vs. schaamte
3-6 Initiatief vs. schuld
6-11 Vlijt vs. minderwaardigheid
12-20 Identiteit vs. rolverwarring
20-30 Intimiteit vs. isolatie
30-60 Generativiteit vs. stagnatie
60+ integriteit vs. wanhoop
Behavioristisch perspectief
Waarneembaar gedrag: omgeving is oorzaak. Klassieke en operante conditionering.
Sociaal cognitieve leertheorie
Modeling: leren door imiteren. Bandura.
Aandacht, retentie (herinneren) reproductie, motivatie.
Cognitief perspectief
Processen waardoor mensen de wereld leren kennen, begrijpen en overdenken.
Assimilatie
Het proces waarbij nieuwe ervaringen worden opgenomen in bestaande schema’s.
Accomodatie
Wanneer een bestaand schema iets aangepast moet worden om de nieuwe kennis toe te voegen
Piaget’s fases van cognitieve ontwikkeling
Sensorimotorisch (0-2)
Preoperationeel (2-7),
Concreet operationeel (7-11)
Formeel operationeel (11+)