Thema 1 Flashcards
Wordt het bijniermerg door een pre- of postganglionair sympatische zenuw geïnnerveerd? En door welke neurotranmitter wordt de receptor op het bijniermerg gestimuleerd?
Het bijniermerg wordt aangestuurd door een preganglionaire sympatische zenuw, door acetylcholine op een N2-receptor. Als reactie hierop produceert het bijniermerg epinepfrine/adrenaline, wat hij afgeeft aan het bloed
Waar of niet waar: een preganglionair sympatisch neuron schakelt altijd over op een postganglionair neuron in de sympatische grensstreng
Niet waar: er zijn vier mogelijkheden:
1. Ja hij schakelt in de grensstreng (paravertebraal ganglion) over op een postganglionair neuron
2. Hij gaat door de grensstreng heen en gaat naar een prevertebraal ganglion, schakelt daar over op een postganglionair neuron
3. Hij reist omhoog in de paravertebrale grensstreng, en schakelt op een ander niveau over op een postganglionair neuron
4. Het preganglionaire neuron stuurt direct de adrenal medulla (bijniermerg) aan
Waar liggen de cellichamen van de sympatische preganglionaire neuronen?
In de laterale hoorn van het ruggenmerg van T1 tot L2-L3
Wat voor type receptor zijn adrenerge en muscarine receptoren?
G-eiwitgekoppelde receptoren
Wat gebeurt er bij een dysreflexie bij iemand met een hoge dwarslaesie die een volle blaas heeft?
Het signaal van een volle blaas kan niet worden doorgegeven aan de medulla, maar als sympatische reflex vindt er wel vasoconstrictie plaats, waardoor de bloeddruk stijgt. Een verhoogde bloeddruk wordt boven het niveau van de laesie waargenomen, waardoor er tegelijkertijd sterke parasympatische invloed komt boven de laesie. Onder de laesie heeft iemand het koud en ziet bleek, boven de laesie is er sprake van bradycardie, zweten, hoofdpijn en roodheid.
Noem de drie soorten hormonen op basis van hun bouw
Amine-hormonen: met name opgebouwd uit tryptofaan en tyrosine, zoals schildklierhormonen en (nor)adrenaline (catecholamines)
Steroïdhormonen: opgebouwd uit cholesterol (oestrogenen, testosteron, cortisol)
Peptiden en proteïnen: (insuline, FSH, LH)
Hormonen kunnen gebonden of vrij in het bloed worden getransporteerd. Alleen de vrije hormonen zijn actief. Welke hormonen worden vrij getransporteerd en welke zijn vaak gebonden in het bloed?
Catecholamines en peptidehormonen (LH, FSH en Insuline) worden vrij vervoerd, steroïdhormonen zijn gebonden aan een transporteiwit
Hormonen grijpen aan op receptoren. Er zijn twee hoofdklassen receptoren. Waar grijpen catecholamines en peptidehormonen op aan? waar grijpen steroïdhormonen op aan?
Catecholamines en peptidehormonen binden aan membraangebonden receptoren die gebruik maken van een second messenger systeem of auto-fosforylering (snel effect). Steroïdhormonen en schildklierhormonen moeten door het celmembraan heen omdat ze invloed uitoefenen op gentranscriptie niveau of op celstofwisseling.
Beschrijf de oorsprong van de twee delen van de hypofyse
Neurohypofyse: neurale oorsprong - uitstulping diencepahlon en adenohypofyse: ectodermale oorsprong- uittstulping van het monddak
Welke neuronen geeft de neurohypofyse af en waar worden deze hormonen gemaakt?
ADH en oxytocine, worden gemaakt door hypothalamus en overgebracht via axonen
Welke hormonen geeft de adenohypofyse af? Waar worden deze hormonen gemaakt
De hypofyse geeft GH, TSH, ACTH, FSH, LH en prolactine af als reactie op precursorhormonen die in de hypothalamus gemaakt worden. De precursorhormonen worden via de portale venen naar de adenohypofyse gebracht, die als reactie hierop eigen (vaak ook stimulerende) hormonen aanmaakt
Beschrijf de hypothalamus-hypofyse-bijnier as
De hypothalamus geeft CRH af, wat ervoor zorgt dat de adenohypofyse ACTH gaat afgeven. ACTH zorgt ervoor dat de bijnieren cortisol, androgenen en aldosteron gaan afgeven. Cortisol uit de bijnierschors heeft vervolgens een directe negatieve feedback op de hypofyse èn ook de hypothalamus.
Benoem de lagen van de bijnierschors van binnen naar buiten met bijbehorende hormoonproductie
Zona reticularis: androgenen
Zona fasciculata: Cortisol (glucocorticoïden)
Zona glomerulosa: Aldosteron (mineraalcorticoïden)
Waar is de plexus van Auerbach gelegen?
De plexus van Auerbach ligt tussen de longitudinale spierlaag (buitenkant) en circulaire spierlaag (binnenkant)
Wat is de functie van de plexus van Auerbach?
Zorgt voor peristaltiek
Waar ligt de plexus van Meissner?
In de submocusa, gelegen tussen de mucosa en de circulaire spierlaag
Wat is de functie van de plexus van Meissner?
Ionentransport, secretie en klieractiviteit
Bevinden de plexus van Auerbach en Meisner zich over het gehele maagdarm-kanaal?
Ja, van maag tot en met darmen, inclusief pancreas en galwegen