The phenomena method: Verwonderen, geloven, genezen Flashcards
1
Q
Verwonderen
A
- Afstemmen (1. houding + staat, 2. toon, 3. taal)
- Voorgesprek (1. Meta-model, 2. herkaderen, 3. positieve intentie)
- Hypnotiseren (1. fenomenen, 2. hart- & buikbrein, 3. energie = gaze)
2
Q
Geloven
A
- Framing & priming (1. Context = ik heb er verstand van, 2. Intentie = kopje warme koffie + certificaten, 3. yes-set)
- Suggesties (1. Indirecte, 2. Directe, 3. Metaforen)
- Overtuigen (1. wetenschap, 2. Fenomenen stapelen, 3. Kleine oefeningen die werken, bv. GOT, zwart-wit)
3
Q
Genezen
A
- Compassie (begrip, vergeven, inzicht)
- Catharsis (emotionele zuivering). Ontlading, opluchting, perceptie veranderen
- Verduurzamen (testen, progressie, ecologiecheck)