Interventies Flashcards
Allergietechniek
- Probleem waar je doorheen gaat werken (fysieke verschijnselen)
- Kaderen naar gedrag = reactie: je hebt het niet, je doet het
- Hoe lang doe je dit al?
- Positieve intentie uitvragen d.m.v. laatste keer dat je allergie deed
- Kun je je voorstellen dat je toen …… (posit. intentie) nodig had? (Heb je nu andere manieren? –> IMS)
- Waar of met wat doe je dit gedrag niet? = hulpbron (immuunsysteem discrimineert)
- Hoe is het dan nu een probleem voor jou? Uitvragen motivatie. Wat kun je/ doe je nu niet?
- Ogen dicht: associëren + Allergie ankeren op re-hand
- Ogen open en disscociëren/ break the state
- Ogen dicht: associëren + Ankeren hulpbron op li-hand
- Ogen open + break the state
- Inductie t/m complexe verdiepers
- Stel je voor: een Plexiglas raam……… Achter raam is allergie
- Hulpbron afvuren:
- In een moment plgl dichterbij komen op snelheid en tempo dat jij beseft: imm syst. vergissing gemaakt. Het weet hoe het kan reageren op …..HB, dus kan het exact en precies hetzelfde reageren op …….(allergie) en alles wat daaraan gerelateerd is.
- Herh: Dus
- Herh + vervagen
- Herh + meer en meer vervagen
- De allergie komt nu dichterbij: Je imm. syst. HAD
- Zonder doorhad: Allergie is nu in de kamer , HAD
- De allergie is nu voor je: HAD
- Je kunt ….allergie nu aanraken/ voelen/ proeven, wetende dat HAD
- Precies, het is hetzelfde… en misschien ervaar je nu dezelfde …….(HB-gevoel), wetende dat jouw imm.syst. HAD
- Je imm. syst. HAD een vergissing gemaakt en zal nu precies en exact nu reageren op …. (allergie). Exact en precies hoe je reageert op ……(HB)
- Hoe voel je je nu? (stoeltest + nog steeds HB) –> check verschillende plekken in lijf
- Associëer met allergie (…. gaat door je neus/ lang slijmvliezen, langs huid, je houdt die kat vast etc.). En hoe voel je je nu? Wat voel je precies?
- HB-anker los + deductie –> ogen sluiten –> allergieanker afvuren. Hoe voel je je nu?/ wat gebeurt er nu? (moet NU goed voelen)
- Ogen open en live testen indien mogelijk. VERBAZING?/ APART?
Regressie 2.0
- Probleem doorheen werken?
- Hoe is dit een probleem?
- 3 voorbeeldsituaties
- Hoe lang doe je dit al?
- Framen regressie (naar 1e moment, doorgaans 0-7 jr)
- Tuintje
- Waar/fantasie, visualiseren, vrijuit praten, schuld loslaten, verleden loslaten, oorzaak loslaten
- Elman inductie
- In een moment tel ik van 1-3 en dan ga jij direct naar het moment waarop dit probleem waarvoor je hier in de stoel zit is ontstaan: 1-2-3 knip zoefffff
(li/do, bi/bui, alleen/anderen (wie?), waar, hoe oud, wat
gebeurt er? –> GEVOEL) - Wat zou je willen doen/ zeggen?
Doe maar. - Heeft hij/ zij je gehoord? –> HARDER (catharsis)
- In een moment tel ik van 1-3, dan zweef je in…. dan ben je…… (vraag naam)
- Zeg…. je hoorde zojuist…. , die zegt dat……
- Hoe is dat voor jou?
- Ligt het aan hem/ haar?
- Heeft ze/ hij een beetje gelijk?
- Hou je van hem/ haar, is hij/zij o.k.?
Zeg maar tegen……., dat…………….
Is er nog iets wat je tegen ……. zou willen zeggen? - In een moment tel ik van 1-3 en dan zweef je weer in jezelf en ben je……
- Hoorde je wat …. zojuist zei? –> laten herhalen
- Begrijp je hem/ haar?
- Vergeef je hem/ haar?
Zeg het maar! - Is er nog iemand tegen wie je iets zou willen zeggen?
- Kijk naar jezelf, de …..-jarige …… en vergeef hem/ haar voor het feit dat (gevoel al die jaren meegegeven, wist niet beter, kon er niets aan doen, beste keus)
- Als je nu zo naar de …-jarige …. kijkt, wat gelooft zij/ hij dan nu over zichzelf?
- Knuffel en samensmelten
- Opogroeien (dominostenen. Alle situaties die daarmee samenhingen zijn veranderd/ getransform..)
- Blitz: Dankbaarheid, verbinding en vreugde
- Stoeltest
- Future pace
- Magische spiegel
- Progressie
- Deductie
- Nagesprek
Pijnprotocol
- Dissociatie
- Symbolen
- Revivicatie (verdovende herinnering ophalen)
- Vooronderstellingen
- Wat is het probleem waar jij doorheen gaat werken?
- Naar de dokter geweest/ medische verklaring?
- Rapport
- Schaal van pijn (welke score? En nu? Ook wel eens meer/ minder? Hoe zou het zijn als ….terug naar …?
WOORD PIJN NIET MEER NOEMEN - Herkaderren permanente (chronisch = 3-6 mnd)
- Spreek over sensatie ipv pijn
- Herkaderen idee van sensatie –> signaal van lichaam. Idee welk signaal de sensatie jou wil geven?
- Techniek
- Klassieke dissociatie (cl buiten lichaam brengen)
- Cognitieve dissociatie (afsplitsing mind - lichaam)
- Mindful bodyscan
- Symbool (vorm/ eigensch. laten veranderen)
- Fractieneren (20% naar……. etc.)
- Afleiding (aandacht nr ander lich.deel)
- Visualisatie van de sensatie
- Symbolenreis
- Verhalen en metaforen (succesverhaal cliënt)
- Sjamanistisch ritueel
- Klassieke vooronderstellingen (vooronderstellen dat
de pijn weggaat) - De ijshand
- De verdovende handschoen
- Gebruik VAKOG (soms geluid/ geur: katje)
- Testen (echt? / serieus? / jij?/ Hoe weet je dat dan?)
EV-techniek
- Kort voorgesprek: Wat is het probleem, doorheenwerken? 3 voorbeeldsituaties
- Wat (welke emotie) wil je ervoor in de plek hebben?
- Framing: Zo direct A vervangen door B in diepe hypnose. Vragen om alle gevoelens en emoties omhoog te halen, die horen bij gedrag …. VOel je niets van, want breinactiviteit, en die verplaats je naar je re-arm, die daardoor helemaal omhoog gaat. Die gewoonte gefaseerd loslaten, totdat helemaal weg. Daarna nieuwe programma installeren door linkerarm omhoog te doen.–> geïnstalleerd in ieder vezel/ cel/ spier/ zenuw, alsof in je DNA geschreven.
- Elmaninductie incl. schaaldiepte
- Steeds dieper en dieper terwijl luistert naar mijn stem
- Instructie 1e keer omhoog. 2x herhalen –> 1-2-3 omhoog –> vuist maken –> naar benden duwen
In een moment: 3-0, bij 0 “laat los”, dan 50% los, arm slap terug op bovenbeen. Schoolbord + donkere wolk - Instructie 2e keer omhoog, maar arm komt nu nog maar tot halverwege. 1-2-3- omhoog –> vuist maken –> omhoog duwen
3 - 0 bij 0 “laat los”–> opnieuw 50% los –> 75 %. Vgl. schoolbord + kaars - Instructie 3e keer omhoog: … van de gewoonte die we niet eens meer bij naam noemen –> niet meer belangrijk –> arm beweegt misschien nog maar een klein stukje. 1-2-3- Omhoog –> scan je hele lichaam–> stop alles in die re-arm –> vuist maken –> omhoog duwen
3-0 –> “laat los”–> laat je alles los + vgl. ijsblokje - Instructie 4e keer omhoog: 1-3- omhoog, tevergeefs checken, maar er is niets meer. Misschien beweegt er nog een vinger , want er is niets meer. 1-2-3- omhoog. + vgl. zandkorrel + vgl. woord in vloedlijn
- 1-3 –> andere arm in één keer helemaal omhoog, maar dan met het nieuwe programma………. 1-2-3- omhoog, met het programma ……. 2x) Jouw lijf weet precies…. + submappen….
- Straks 3-0 “los”, arm valt slap, + installeer jij dit nieuwe programma. Op moment van inst. –> verschil –> glimlach op gezicht –> oude lege gat opgevuld met …
3-2-1-0 Installeer en laat los –> glimlach - Gewenste emotie in rots beitelen
- Teruglopen over strand. Lucht = helderblauw
- Stoeltest + future pace
- Magische spiegel
- Progressie
- Deductie
Swishh: visuele techniek!
Geen uitgebreid voorgesprek, Tempo erin houden!
Frame: ONB denkt in beelden
A. Welk probleem doorheen werken?
B. Waar voel je dat in je lichaam?
C. Heb je daar een moment/ situatie van?
D. Heb je daar een beeld bij? (evt. focus op rood–> blauw)
- IK
- Associëren probleem
- Waar focus je op = voorgrond (arm)
- Wat is al het andere wat daar nog meer is? = achtergrond (arm)
- Zo direct 1-2-3- “swish –> achtergrond naar voren + voorgrond naar achteren. –> armen kruisen + zakken
- Hoe is het nu? Wat gebeurt er als je denkt aan ……
Even terug:
- Associëren
- Focus = voorgrond
- Al het andere = achtergrond (plaats, provincie, land, werelddeel, wereld/ planeet, zonnestelsel, universum)
- 1-3: “swishh” achtergr voren etc. –> armen kruisen
- Hoe is het nu? - ANDER
- Zo direct 1-3: swishh en stap in die ander/ het voorwerp en kijk naar jezelf = voorgrond (1-2-3-..)
- Wat zie je daar nog meer? = achtergrond (tot aan universum)
- 1-3 –> swishh, achtergr nr voren etc. –> armen kruisen
- Zweef terug in jezelf
- Hoe is het nu als je aan …. denkt? - META
- Zo direct 1-3: swishh–> zweef uit jezelf en dan bekijk je de situatie van bovenaf. 1-2-3- …..
- Je bent erboven. Waar focus je op? = voorgrond (boven)
- Wat zie je daar nog meer? = achtergrond (beneden)
- Zo direct 1-3- “swishh” –> achtergr naar boven en voorgrond naar beneden (armen verticaal kruisen)
- Zweef terug in jezelf
- Hoe is het nu als je aan …denkt? - IN SPACE
- Zo direct 1-3: “swishh”Zweef omhoog naar de positie die alle andere posities van daarstraks verbindt = voorgrond (boven). Al het andere = achtergrond (beneden). 1-2-3-“swishh”–> voorgr achtergrond en achtergr voorgr. etc.
- Zweef terug in jezelf
- Hoe is het nu?
ADAK
Richt je steeds op het NU.
Staat, volgzaamheid en Gaze.
- Wat is het probleem doorheen?
- Hoe weet je dat? (GEVOEL!)
- Hoe is dat een probleem voor jou?
- Wanneer deed je dat voor het laatst?
- Wat deed je precies in die situatie? (met wie)
- Waar was je
- Waar voel je dat in de lijf?
Inventariseer zo nog 2 andere situaties
- Rondjes ADAK-en
* Dissociëren:- Hé, wat is dat daar?
- Stap ui the tbeeld
- Gekke vraag stellen
- Wat is al het andere, wat je ook nog zou kunnen ….. (VAKOG)
- Hulpbron:
- Soms ontstaat de HB hieruit –> lachen!
- Wat zou je willen voelen?/ Hoe zou je je willen voelen?
- Hoe is het voor je om ….(HB) te ervaren?
- Koppelen:
Als je met dit gevoel (HB) denkt aan die situatie, wat gebeurt er dan nu?
Als helemaal weg: Echt?/ serieus?/ Jij? / Zeker?
- Testen/ future pace
- Magische spiegel
- Progressie
Bonus:
- Dissociëren dmv plaatsbepalingen en ontkenningen
Als mensen in de war zijn:
- O.k., lekker in de war: maar hoe voelt je lijf nu?….. –> suggestie erin:
A. ….. Precies, en dat is geluk
B. Nieuwe wegen aangelegd in het brein
C. Precies, daar is iets in de synapsen veranderd
D. Geitenpaadje –> snelweg
E. Brein is energiezuinig
DTI
Als jouw cliënt vaardigheden van een ander wil hebben
- Inventariseer de persoon met wie de cliënt zich wil identificeren en inventariseer de vragen.
- Identiteit: Wie ben ik?
- Overtuigingen/ waarden: Wat geloof je?
- Vaardigheden: Wat kan je?
- Gedrag: Hoe/ wat doe je?
- Omgeving: Wie heb je naast je staan?/ Waar doe je het?/ Wie is jouw meta? - Inductie: Elman tot aan fysieke en mentale ontspanning, schaaldiepte –> ,40 (evt. roltrap)
- Creëer een gang, en aan het einde van die gang is……. (X)
- Loop erheen en voel de energie van …(X). Voel je zijn/ haar energie?
- Nog een paar stappen en je staat nu vlak voor…(X). Vraag nu toestemming of ..(X) het goed vindt dat je in hem/ haar stapt. (hardop/ stil –> knikje)
- Zo meteen tel ik van 1-3, knip in mijn vingers, en dan stap jij in…(X). 1-2-3- knip en stap in…(X).
- Welkom (X). Mogen we jou/ u een paar vragen stellen?
- Start interview. (je mag zelf nog aanvullende vragen stellen)
- Wil je in deze energie blijven, of wil je eruit stappen? Als eruit:
- Zo direct tel ik 1-3, knip in vingers, en dan neem je alle vaardigheden, kennis en inzichten mee en stap je weer in jezelf. 1-2-3- knip, en eruit, en je bent weer jezelf. - Deductie