The house Flashcards
single bed
Het eenpersoonsbed/ de eenpersoonsbedden
Carpet
Het tapijt
Wardrobe
De kleerkast/ de kleerkasten
The mattress
de matras/ de matrassen
Bedside table
Het nachtkastje / de nachtkastjes
King’s bed (2 people)
Het tweepersoonsbed/ de tweepersoonsbedden
Bedroom
De slaapkamer
drawer
de Lade/ de lades/laden
door (of the wardrobe)
de deur/ de deuren
living room
de woonkamer
armchair
de zetel ->eenzit (i.e. chair for one) /de zetels
sofa
de tweezit/ de driezit -> de tweezitten/ de driezitten
coffee table (i.e. in the living room)
de salontafel/ de salontafels
sofa+ coffee table (equivalent of living room?)
het salon
dining room
de eetkamer
chair
de stoel/ de stoelen
cabinet in the eetkamer
De buffetkast
the lamp
de lamp/ de lampen
shape
De vorm / de vormen
circular
rond
oval
ovaal
square
vierkant
rectangular
rechthoekig
triangular
driehoekig
material
Het materiaal / de materialen
wood
het hout
leather
het leder/ leer
composite
Het namaakhout
fake leather
Het namaakleer
glass (material)
het glas
metal
het metaal
wool
de wol
fabric
de stof
plastic
het plastic
Dimension
de afmeting/ de afmetingen
width
de breedte
length
de lengte
height
de hoogte
depth
de diepte
colour
de kleur
It is a brown, triangular table made of wood
Het is een bruine, driehoekige tafel in hout
Het is een grijs, ovaal tapijt in wol
It is a gray, oval carpet in wool
Is there a wardrobe? No
Is er een kleerkast bij?Nee, er is geen kleerkast bij
Are there bedside tables included? Yes
Zijn er nachtkastjes bij? Ja, er zijn nachtkastjes bij
How many bedside tables are there in the double bedroom? There are 2 bedside tables in the double bedroom.
Hoeveel nachtkastjes zijn er bij de tweepersoonsslaapkamer? Er zijn 2 nachtkastjes bij de tweepersoonsslaapkamer.
What material is the bed made of?
The bed is made of fabric.
In welk materiaal is het bed?
Het bed is in stof.
What color is the bed?
It is a gray bed.
Welke kleur heeft het bed?
Het is een grijs bed.
What color are the nightstands?
They are gray nightstands.
Welke kleur hebben de nachtkastjes?
Het zijn grijze nachtkastjes.
How long is the bed?
The bed is 210 cm long.
Hoe lang is het bed?
Het bed is 210 cm lang.
How wide is the bed?
The bed is 180 cm wide.
Hoe breed is het bed?
Het bed is 180 cm breed.
How high is the bed?
The bed is 40 cm high.
Hoe hoog is het bed?
Het bed is 40 cm hoog.
How deep are the bedside tables?
The bedside tables are 30 cm deep.
Hoe diep zijn de nachtkastjes?
De nachtkastjes zijn 30 cm diep.
What shape are the nightstands?
They are rectangular nightstands.
Welke vorm hebben de nachtkastjes?
Het zijn rechthoekige nachtkastjes.
How old is the double bedroom?
The double bedroom is 5 years old.
Hoe oud is de tweepersoonsslaapkamer?
De tweepersoonsslaapkamer is 5 jaar oud.
I read your ad. Is the … still for sale?
Ik heb uw advertentie gelezen. Is het/de … nog te koop?
I have a couple of questions
Ik heb nog een paar vragen
When can I come and have a look?
Wanneer kan ik eens komen kijken?
How many chairs are there at the dining table?
There are 4 chairs at the dining table.
Hoeveel stoelen zijn er bij de eettafel?
Er zijn 4 stoelen bij de eettafel.
I would like information about the carpet
Ik had graag informatie over het tapijt
bathroom
badkamer
kitchen
keuken
the bed
het bed/ de bedden
base of the bed
de lattenbodem/ s
the renter/tenant
de huurder
owner (of a house)
de eigenaar
Is there a….? There is a …
Is er een ….? Er is een ….
Do you live in a house, apartment or studio?
Woon je in een huis, een appartement of een studio?
How many floors are there?
Hoeveel verdiepingen zijn er?
Do you live on the ground floor or another floor?
Woon je op het gelijkvloers of op een andere verdieping?
Is there a lift or the stairs?
Is er een lift of een trap?
How many bedrooms are there?
Hoeveel slaapkamers zijn er?
Do you have a big living room?
Heb je een grote living?
Do you have a bathroom with bath or shower?
Heb je een badkamer met bad of met douche?
Do you have a kitchen or kitchenette?
Heb je een keuken of een kitchenette?
Do you have an attic?
Heb je een zolder?
Do you have a basement?
Heb je een kelder?
Do you have central heating?
Heb je centrale verwarming?
Do you have a garage or a car parking space?
Heb je een garage of een autostaanplaats?
DO you have a garden?
Heb je een tuin?
Do you have a balcony?
Heb je een balkon?
abbreviation: app.
appartement
abbreviation: glvl.
gelijkvloers
abbreviation: liv
living
abbreviation: slpk
slaapkamer
abbreviation: kkn
keuken
abbreviation: ing
ingericht (furnished)
abbreviation: toest.
toestellen (appliances)
abbreviation: badk
badkamer
abbreviation: c.v.
centrale verwarming
abbreviation: incl.
inclusief
In what street is the apartment?
In welke straat is het aprtement?
What floor is the apartment?
Op welke verdieping is het appartement?
What does the kitchen look like?
Hoe ziet de keuken eruit?
Is there a separated wc?
Is er een aparte w?
Are all the costs included?
Zijn alle kosten inbegrepen?
How much is the deposit?
Hoeveel is de waarborg?
When can I come see it?
Wanneer kan ik eens komen kijken?
floor
de verdieping/ en
the lift
de lift/ de liften
the garden
de tuin/ de tuinen
the living room
de living = de woonkamer/ s
the dining room
de eetkamer/s
the bedroom
de slaapkamer/ s
the bathroom
de badkamer/s
the kitchen
de keuken.s
the sleeping corner
de slaaphoek/ en
the kitchenette
de kitchenette/ s
the basement
de kelder/s
the attic
de zolder/s
the fridge
de koelkast/ en
the kitchen sink
de gootstenen
the appliance
het toestel/ de toestellen
the stove
het fornuis/ de fornuizen
the electricity
de elektriciteit
the shower
de douche/s
the mirror
de spiegel/s
the sink
de lavabo. de lavabo’s
the wc
de wc/ de wc’s
the bath
het bad
the curtain
het gordijn/ de gordijnen
I saw your ad online. Is de apartment/ studio still available? I have a few questions
Ik heb uw advertentie gelezen. Is het appartement/ de studio nog vrij? Ik heb nog een paar vragen
This (hier and daar)
De: deze (hier) and die (haar). Het: deze (dot) and dat (haar).
Prepositie: in
in
Prepositie: in front of
voor
Prepositie: behind
achter
Prepositie: next to / beside
naast
Prepositie: on top of
op
Prepositie: under
onder
Prepositie: above (hang)
boven
Prepositie: near
bij
Prepositie: against (lean on)
tegen
the apple flies over the box
de appel vliegt over de doos
the apple hangs on the rope
de appel hangt aan het touw
nail for hanging
de spijker
the windowsill
de vensterbank
Prepositie: in between
tussen
Prepositie: out
uit
Prepositie: through
door
Prepositie: in front of/opposite
tegenover
I don’t live in an apartment
Ik woon niet in een appartement
I don’t have four bathrooms
Ik heb geen vier badkamers
I don’t rent
Ik huur niet
I don’t have extra costs
Ik heb niet veel extra kosten
I don’t have a balcony
Ik heb geen balkon
I don’t live in the city
Ik woon niet in de stad
I have not seen the ad
Ik heb de advertentie niet gezien
I don’t live on the ground floor
Ik woon niet op het gelijkvloers
I haven’t hung THe photos on the wall
Ik heb de foto’s niet aan de muur gehangen
Verb for vertical position (the book lies vertically on…)
zet -> staat/staan
Verb for horizontal position(the book lies horizontally on…)
leg -> ligt/liggen
Verb for hanging
hang -> hangt/hangen
He puts (lies) the matress on the bed
Hij legt de matras op het bed
